De Eerste Kamer steunt in grote lijnen de hervorming van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) die de regering zich voorneemt, maar heeft op onderdelen vragen en bedenkingen. Dit is dinsdag 30 september gebleken tijdens een beleidsdebat met minister Klink en staatssecretaris Bussemaker van VWS over de toekomst van de AWBZ en het functioneren van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) (30.131).

De WMO die op 1 januari 2007 in werking is getreden heeft enkele taken van de

ABWZ overgenomen, zoals de thuiszorg die nu onder regie van de gemeenten valt. Het is de bedoeling dat de AWBZ verder wordt 'opgeschoond' zoals staatssecretaris Bussemaker zei. Sinds de invoering in 1968 is de premie voor de ABWZ, die elke werkende betaalt, opgelopen van 1,3% van het brutoloon naar 13%. In 1972 kwam 21% van de zorgkosten voor rekening van de AWBZ. Dit percentage is nu 45%. Iemand met een modaal inkomen betaalt maandelijks 320 euro aan AWBZ-premie.

Over de noodzaak om de AWBZ terug te voeren naar zijn oorspronkelijke bedoeling: het opvangen van onverzekerbare ziektekosten, waren de woordvoerders het wel eens. De meeste woordvoerders vonden wel dat voorzieningen die uit de AWBZ verdwijnen op een andere manier geregeld moeten worden, bijvoorbeeld via de Zorgverzekeringswet (ZVW) (29.763) of de WMO.

Mevrouw Dupuis zei namens de VVD-fractie dat er werk aan de winkel is. Zij wees op afbakeningsproblemen tussen de drie grote wettelijke regelingen (AWBZ, WMO, ZVW) met als centrale vraag: welke voorziening valt onder welke wet? Volgens de VVD-fractie is hierbij het grootste probleem dat niemand doorzettingsmacht heeft bij het oplossen van grensconflicten. Volgens mevrouw Dupuis moet het in de toekomst bij de AWBZ uitsluitend nog gaan om zware en onomkeerbare gezondheidsrisico's, die langdurige zorg vergen, zoals ernstige geestelijke en lichamelijke handicaps, ernstige psychiatrische aandoeningen en ernstige psychogeriatrische aandoeningen.

De VVD-fractie pleit al jaren voor het scheiden van woon- en zorgbudgetten. In de verpleeg- en verzorgingshuizen is deze scheiding niet doorgevoerd en dat heeft grote nivellerende effecten. Dat vinden wij onaanvaardbaar, zei mevrouw Dupuis. Zij pleitte voor meer eigen bijdragen en het niet verhogen van de AWBZ-premie.

Ook woordvoerder Klein Breteler van de CDA-fractie pleitte ervoor om de woonkosten buiten de ABWZ te houden. Het CDA is hier al sinds 1995 voorstander van. Hij wees erop dat de jeugdzorg procentueel een snellere stijger is in de AWBZ dan de ouderenzorg. Het CDA is dan ook voor een renovatie van de AWBZ. Volgens Klein Breteler kunnen nu de ambitie en de rechten krachtens de AWBZ in de praktijk niet worden waargemaakt. Zo ontstaat een 'zorgkloof' die moet worden overbrugd door familie en mantelzorgers. Hoewel het CDA mantelzorg een groot goed vindt, vroeg de CDA-woordvoerder zich af of er niet teveel druk op vrijwilligers wordt gelegd met het risico dat men moet afhaken. Volgens senator Klein Breteler zal in de toekomst niet het geld, maar de menskracht het probleem zijn in de zorg. Hij rekende voor dat thans een op de tien schoolverlaters kiest voor een beroep in de sector zorg en welzijn. Dat zou in de toekomst een op de vier moeten worden, gezien de verwachte toename van het zorgvolume. Hij meende dat de regering een geweldige bijdrage kan geven aan terugdringen van de bureaucratie en administratieve lastendruk door de regelgeving voortaan te stoelen op vertrouwen en niet wantrouwen tot het tegendeel is bewezen. Overheid en geld moeten beter met elkaar omgaan, betoogde senator Klein Breteler.

De CDA-woordvoerder sprak zich uit voor invoering van een

Persoonsvolgend budget met behulp van vouchers. Dit systeem vergt dan wel een degelijke individuele verzekeringsadministratie en een goed declaratiesysteem. Ook was Klein Breteler het eens over het overhevelen van de participatiedoelstelling van de AWBZ naar de WMO. Die laatste noemde hij 'de participatiewet bij uitstek'. Maar het CDA wil ook dat de functie 'begeleiding' in de AWBZ blijft bestaan voor 'zware' gevallen, bijvoorbeeld bij ernstig regieverlies. Het CDA betreurt het dat op het totale participatiepakket 250 miljoen euro zou worden bezuinigd.

Mevrouw Slagter-Roukema (SP) hekelde op basis van haar ervaringen als

praktiserend huisarts de 'vechtmarkt' die de thuiszorg onder de WMO is geworden. Zij constateerde aan de hand van een nieuwsbrief van Zorgvisie dat minister Klink en staatssecretaris Bussemaker verschillend denken over marktwerking in de zorg. Volgens de woordvoerder van de SP wordt snoeien in de AWBZ een grote klus. Het grootste beslag van de 23 miljard die in de AWBZ omgaat wordt gelegd door chronische psychiatrische patiënten in kleine en grootschalige voorzieningen, de vanaf hun geboorte lichamelijk en/of geestelijk gehandicapten en kwetsbare ouderen. Zij waarschuwde dat mensen die worden geconfronteerd met veranderingen in de AWBZ onzeker worden. Volgens mevrouw Slagter ontstaat er een tweedeling tussen de financieel zekere klasse aan de top en de financieel onzekere onderklasse voor wie gaten in het vangnet gaan vallen.

PvdA-woordvoerder Putters pleitte ervoor niet de systemen centraal te stellen maar de zorgvraag van de cliënt. Putters wees erop dat de onzekerheid groeit bij groepen gehandicapten en ouderen over de vraag of en zo ja welke voorzieningen zij behouden. Hij gaf drie voorbeelden om aan te tonen dat nu de systemen de zorg sturen in plaats van andersom. Putters wilde daarom een stapsgewijze aanpassing van de AWBZ en over elke stap wilde hij voor invoering ervan een debat met de regering. Over de WMO zei de PvdA-woordvoerder dat bij de aanbesteding van zorgtaken het sociale element meer nadruk moet krijgen. Het groeiend aantal zelfstandigen zonder personeel dat zich moet laten inhuren zonder goede verzekering en pensioenopbouw baart de PvdA-fractie zorgen.

Namens de fracties van SGP en ChristenUnie zette senator Van den Berg vraagtekens bij de marktwerking in de zorg. Hij meent dat de overheid er verantwoordelijk voor blijft dat de gezondheidszorg voor iedereen toegankelijk blijft en van goede kwaliteit is. De ontwikkeling waarbij de AWBZ steeds sterker gericht zal zijn op de zwakste burgers vraagt er volgens deze fracties om dat de verantwoordelijkheden goed worden vastgelegd. Zij vroegen blijvende aandacht voor de samenwerking tussen de verschillende organisaties die onderdelen in de zorgketen leveren. Ook vroeg senator Van den Berg aandacht voor de rol van de kerken. Volgens hem is het overleg tussen gemeenten en kerken in veel gevallen nogal moeizaam. Hij wees erop dat, nu de ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers door de regering tot speerpunt is gemaakt, het risico ontstaat dat de sturende rol van gemeenten weer door het rijk wordt overgenomen.


Deel dit item: