Minister Donner zegt toe dat Nederland in beginsel kritisch zal blijven staan ten opzichte van het volgrecht. Bij de evaluatie van de richtlijn in 2008 zal dit indien nodig opnieuw in Europees verband aan de orde worden gesteld.
Nummer | T00473 |
---|---|
Oorspronkelijke nummer | tz_JUST_2006_2 |
Status | voldaan |
Datum toezegging | 7 februari 2006 |
Deadline | 1 januari 2007 |
Verantwoordelijke(n) | Minister van Justitie |
Commissie | commissie voor Justitie (Just.) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | evaluatie |
Kamerstukken | Aanpassing Auteurswet 1912 inzake volgrecht ten behoeve van de auteur van een oorspronkelijk kunstwerk (29.912) |
Handelingen Eerste Kamer 2005 – 2006, 17 -786
Blz. 788
(…)
Mevrouw Broekers-Knol (VVD):
(…)
Vraag 3. Artikel 11 van de richtlijn bepaalt dat de Commissie uiterlijk 1 januari 2009, en vervolgens iedere vier jaar, het Europees Parlement een verslag voorlegt met, kort gezegd, een evaluatie van de werking van de richtlijn, in het bijzonder in die landen waar tot de invoering op grond van de richtlijn geen volgrecht bestond. Met andere woorden, Nederland kan een belangrijke rol spelen bij de evaluatie van de richtlijn.
Nederland was geen voorstander van de totstandkoming van de richtlijn, zoals ik aan het begin van mijn betoog geïllustreerd heb. Ligt het niet voor de hand dat Nederland ook bij de evaluatie eind 2008, gezien de nadrukkelijk afwijzende houding van Nederland bij de totstandkoming van de richtlijn, in beginsel zal pleiten voor intrekking ervan? Is de minister bereid hierover een toezegging te doen?
(…)
Blz. 789
(…)
Minister Donner:
(…)
Wanneer bij de evaluatie van de richtlijn blijkt dat er negatieve effecten voor de Nederlandse kunstmarkt zijn, bijvoorbeeld vanwege verplaatsingseffecten, zal ik er uiteraard voor zorgen dat bij die evaluatie daarvoor aandacht is.
Tegen mevrouw Broekers zeg ik dat het hierbij gaat om een toezegging voor het voeren van beleid door een kabinet waarvan ik mogelijk geen deel meer zal uitmaken. Derhalve kan ik geen toezegging doen. Blijft wel gelden dat Nederland tot dusver een zekere kritische houding bij dit onderwerp aannam en dat die houding tegen 2008 vermoedelijk niet gewijzigd zal zijn.
Mevrouw Broekers-Knol (VVD): Mevrouw de voorzitter. Ik begrijp dat de minister niet over zijn graf heen kan regeren. Hij kan evenwel toezeggen dat de kritische houding die Nederland eerder had, zal blijven gelden. Als hij dat doet – en dat doet hij – ben ik al een heel eind verder. Op een dergelijke toezegging doelde ik in mijn bijdrage aan dit debat.
Minister Donner: Dank u. Ach u weet: ministers gaan en komen, maar de ambtenaren blijven en dat is bepalend bij dit soort vragen.
-
11 mei 2007
Voortgang:documenten:-
-30800 VI, D brief + bijlage
-
-
7 februari 2006
toezegging gedaan