Minister Donner zegt toe er bij de World Intellectual Property Organisation op te zullen aandringen dat ook daar gesproken zal worden over (de al dan niet toepassing van) het volgrecht.
Nummer | T00463 |
---|---|
Oorspronkelijke nummer | tz_JUST_2006_1 |
Status | voldaan |
Datum toezegging | 7 februari 2006 |
Deadline | 1 januari 2007 |
Verantwoordelijke(n) | Minister van Justitie |
Commissie | commissie voor Justitie (Just.) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | overig |
Kamerstukken | Aanpassing Auteurswet 1912 inzake volgrecht ten behoeve van de auteur van een oorspronkelijk kunstwerk (29.912) |
Handelingen Eerste Kamer 2005 – 2006, 17 -786
Blz. 787
(…)
De heer Franken (CDA):
(…)
De uitwijk is gemakkelijk. Daarom wil ik de minister uitdrukkelijk vragen, het initiatief te nemen om binnen de World Intellectual Property Organisation het volgrecht aan de orde te stellen en, zo mogelijk, met EU-partners onderhandelingen aan te gaan met landen die het volgrecht niet kennen. De minister heeft overigens tot 2012 de tijd om hiermee resultaten te boeken. Hij kan die periode ook benutten om met de EU-partners te bespreken, het volgrecht toch maar te beëindigen.
(…)
Blz. 789
(…)
Minister Donner:
(…)
Een minder retorische vraag was: in hoeverre zal Nederland er in het kader van WIPO voor pleiten dat ook andere landen een regeling zoals deze invoeren? Ik deel de zorg over de mogelijke verplaatsingseffecten van de richtlijn. Nederland heeft daarop regelmatig bij de totstandkoming ervan gewezen. Belangrijk is dat het onderwerp volgrecht door de Europese Commissie is aangedragen als een van de mogelijke onderwerpen ter bespreking binnen de WIPO in de komende tijd. Dat steunt Nederland. Derhalve is het antwoord op de vraag van de geachte afgevaardigde: ja.
-
3 juli 2007
Voortgang:documenten:-
-Handelingen 2006-2007, nr. 36
-
-
7 februari 2006
toezegging gedaan