De staatssecretaris zegt toe in de gaten te zullen houden hoe de gemeenten met de toepassing van het nieuwe normstelsel zullen omgaan en de eventuele resultaten, ondanks het ontbreken van een evaluatiebepaling, zichtbaar te maken.
Nummer | T00559 |
---|---|
Oorspronkelijke nummer | tz_MIL_2006_3 |
Status | voldaan |
Datum toezegging | 3 oktober 2006 |
Deadline | 1 oktober 2007 |
Verantwoordelijke(n) | Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer |
Commissie | commissie voor Milieu |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | evaluatie |
Kamerstukken | Wet geurhinder en veehouderij (30.453) |
Handelingen Eerste Kamer 2006 – 2007, 2 – 72
Blz. 76
(…)
De heer Ketting (VVD):
(…)
Hetzelfde geldt voor de BBT-kant. De staatssecretaris heeft daar, sprekend over het expertisecentrum, kennelijk ook zijn zorgen over. Ik moedig hem aan, daaraan met een zekere mate van dynamiek inhoud te geven, zodat de gemeenten waarom het gaat, daartoe worden gebracht. Het zijn namelijk juist de gemeenten die niet over kennis
beschikken die misschien het traagst zijn bij het bemachtigen van die kennis, terwijl de gemeentes die die kennis al wél hebben, het wel goed zullen doen. De staatssecretaris heeft een vraag van mij over monitoring en evaluatie niet beantwoord. Als bij de invoering van deze wet aspecten aan de orde komen die een goed functioneren in de weg staan, moet daar snel op worden gereageerd door de betrokken ministeries, om lange
onzekerheden voor betrokkenen te voorkomen. Dit geldt zowel voor de burger, die niet te veel last van geur – inderdaad hebben wij het hier niet over stank – wil hebben, als voor de ondernemer, die niet met onnodige complicaties mag worden geconfronteerd.
(…)
De heer Holdijk (SGP):
(…)
Ik heb enig begrip voor het argument dat beroep tegen gemeentelijke verordeningen bestuurlijk gezien niet de meest efficiënte weg is. Toch hoop ik te mogen aannemen dat ongerechtvaardigde ongelijkheden zullen worden voorkomen, langs welke weg dan ook.
(…)
Blz. 77
(…)
Staatssecretaris Van Geel:
(…)
De heren Holdijk en Ketting hebben gevraagd om het normstelsel, de normneutraliteit en de effecten daarvan op de verschillende bij deze afweging betrokken belangen te monitoren. Zij vragen mij ook om te bekijken wat aan de consequenties daarvan kan worden gedaan. Het is in ieder geval goed om actief te volgen welke gemeenten buiten de concentratiegebieden gebruik gaan maken van het normstelsel. Zonder dat in het wetsvoorstel een formele evaluatiebepaling is opgenomen, kunnen de effecten hiervan en de manier waarop de gemeenten hiermee omgaan zichtbaar worden gemaakt. Daarbij kan ook worden bekeken in hoeverre wij daarbij onverhoopt op de problemen stuiten die de heer Ketting heeft genoemd.
-
7 juni 2007
Voortgang:documenten:-
-30800 XI, C
-
-
3 oktober 2006
toezegging gedaan