T00400

Toezegging Marktmeesterschap (30.419)



De minister van Financiën zegt toe dat hij zal terugkomen op de vraag of meer marktmeesterschap aan de orde moet zijn en hoe dat in regelgeving moet worden ingebed.


Kerngegevens

Nummer T00400
Oorspronkelijke nummer tz_FIN_2007_18
Status voldaan
Datum toezegging 22 mei 2007
Deadline 1 juli 2009
Verantwoordelijke(n) Minister van Financiën
Kamerleden mr. A. Broekers-Knol (VVD)
Commissie commissie voor Financiën (FIN)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Kamerstukken Uitvoering richtlijn nr. 2004/25/EG openbaar overnamebod (30.419)


Uit de stukken

Handelingen Eerste Kamer 2006 – 2007, 30 – 924

Blz. 913-914

Mevrouw Broekers-Knol (VVD)

Mevrouw de voorzitter. Dit brengt mij meteen tot mijn laatste punt. De richtlijn, en daarmee het wetsvoorstel, introduceert naast het verplichte openbare bod op de overige effecten van de onderneming in het geval van overwegende zeggenschap, het verplichte bod voor een

onderneming die samenwerkt met een doelvennootschap om een openbaar bod te dwarsbomen. Institutionele beleggers die zich actief opstellen door in ’’onderling overleg te handelen’’ (acting in concert), met als doel een openbaar bod te dwarsbomen, kunnen zich geconfronteerd zien met de verplichting, een openbaar bod uit te brengen. Dat kan een belemmering opleveren voor actief

aandeelhouderschap van institutionele beleggers. Is het mogelijk dat tevoren aan een bevoegde instantie wordt gevraagd of een bepaald gedrag zal leiden tot een vermoeden van ’’acting in concert’’ zodat men, teneinde de verplichting om een openbaar bod uit te brengen te voorkomen, van dat gedrag kan afzien, indien het antwoord positief is? Kan de Ondernemingskamer daarin

voorzien of zou er een systeem als dat van het Engelse Takeover Panel geïntroduceerd moeten worden met de bevoegdheid om de regels aan te passen wanneer dat nodig blijkt te zijn?

Blz. 924

Minister Bos

Mevrouw Broekers-Knol stelde op dit punt nog een andere vraag, namelijk in hoeverre aandeelhouders de mogelijkheid moeten hebben om vooraf duidelijkheid te krijgen over de vraag of sprake is van acting in concert. Juist gezien de soort complicaties die ik zojuist probeerde aan te geven, waarbij het zo afhankelijk is van de concrete omstandigheden, is dit niet het geval. Het betreft echt een juridische toetsing na afloop. Ik zie echter het probleem en ik zie in het algemeen de noodzaak voor partijen enige zekerheid te hebben over hun positie in een dergelijk proces en over de risico’s waaraan zij blootstaan. Ik zeg gaarne toe dat wij bij de volgende fase van dat waarmee wij nu bezig zijn, zullen terugkomen op de vraag of meer marktmeesterschap aan de orde moet zijn en hoe wij dat in regelgeving willen inbedden.


Brondocumenten


Historie