T00355

Toezegging bij splitsingswet 6



De minister van Economische Zaken zegt toe dat zij in overleg zal treden met de minister van Justitie teneinde een notitie voor te bereiden die aan beide Kamers zal worden gestuurd waarin duidelijkheid wordt verschaft over de verhouding structuurvennootschap - borging publieke belangen.


Kerngegevens

Nummer T00355
Oorspronkelijke nummer tz_EZ_2007_10
Status voldaan
Datum toezegging 3 juli 2007
Deadline 1 januari 2008
Verantwoordelijke(n) Minister van Economische Zaken (2012-2017)
Commissie commissie voor Economische Zaken (EZ)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Kamerstukken Splitsing van energiebedrijven (30.212)


Opmerking

Het rapport van de commissie Publiek aandeelhouderschap energiebedrijven, bestaande uit de leden A.W. Kist, F.J.M. Crone, D. Hudig, N.G. Ketting, T. de Swaan en R. Willems, is op 14 juli 2008 aangeboden aan de Eerste Kamer.

Uit de stukken

Handelingen Eerste Kamer 2006 – 2007, 36 – 1110

Blz. 1109-1110

De heer Doek (CDA):

De overkant doet een beroep op de aandeelhouders om niet voorshands te gaan vervreemden; dat wordt door de minister niet weersproken. Ik begrijp ook dat je bestaande deelnemingen op grond van de Wet Fido niet hoeft te vervreemden. Toen het wetsvoorstel Fido wet werd naar aanleiding van de zaak in Zuid-Holland, speelde dit allemaal nog geen rol. Het rare is dat wij het publieke belang willen borgen door te

splitsen – naar mijn oordeel is dit een risico dat niet bestaat, maar goed – maar vervolgens dezelfde overheden oproepen om in de risicodragende ondernemingen

te blijven zitten. Dat wil een aantal mensen. Het beste is dan natuurlijk om maar gewoon niet te splitsen. De minister zegt dat het verlichte structuurregime een oplossing kan zijn, maar als de wetgever de borging van de publieke belangen werkelijk zo belangrijk vindt, dan moet het toch aan de wetgever zijn om een voorstel te doen om in de structuurwet te bepalen dat dit niet geldt voor bijvoorbeeld netwerkbedrijven waarvan de overheid

100% van de aandelen heeft. Toen ik eenvoudig gedeputeerde in Gelderland was, stonden bij mij de camera’s te draaien als er iets bij Nuon gebeurde. Ik moest altijd zeggen: ik ben maar een kleine eenvoudige gedeputeerde, u moet niet bij mij zijn want ik heb er niets over te vertellen. Als wij het publieke belang zo belangrijk vinden, dan verwacht ik van de wetgever niet de passieve houding van nu, maar een voorstel voor een wijziging van het structuurregime. Nee, ik had verwacht dat de minister zou zeggen: ik zal dat eens gauw met mijn collega van Justitie opnemen om te vragen of wij hierover een notitie naar het parlement moeten sturen waaruit blijkt hoe wij moeten omgaan met de structuurvennootschap versus borging publieke belangen. Daar gaat het om,

mevrouw de minister.

Blz. 1110

Minister Van der Hoeven:

Die uitdaging neem ik graag aan. Zij past bij wat ik net heb gezegd. Die handschoen neem ik op.

De heer Doek (CDA):

De minister zal zich realiseren dat, als dat goed wordt geregeld, er geen enkele noodzaak

meer is om te splitsen.

Minister Van der Hoeven:

Dat ben ik niet met u eens. Dan komen wij weer terug op het vorige verhaal. Mijn

opmerking dat ik de handschoen graag oppak is natuurlijk wel gemaakt binnen het kader van deze wet, niet daarbuiten.



Historie

  • 14 juli 2008
    Voortgang:
    documenten:
    • -   
      rapport aangeboden
  • 3 juli 2007
    toezegging gedaan