T00702

Toezegging Kabinetsreactie derde evaluatiecommissie BOPZ (30492)



Naar aanleiding van vragen van de leden Slagter-Roukema en Holdijk zegt de minister de van Volksgezondheid, Welzijn en Sport de Kamer toe dat de kabinetsreactie op het rapport van de derde evaluatiecommissie BOPZ in maart 2008 zal verschijnen en dat het streven is nieuwe wetgeving (ter vervanging van de BOPZ) nog deze kabinetsperiode tot stand te brengen.


Kerngegevens

Nummer T00702
Oorspronkelijke nummer tz_VWS/JG_2008_14
Status voldaan
Datum toezegging 12 februari 2008
Deadline 1 april 2008
Verantwoordelijke(n) Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Kamerleden mr. G. Holdijk (SGP)
drs. T.M. Slagter-Roukema (SP)
Commissie commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport / Jeugd en Gezin (VWS/JG)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen evaluaties
Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen
Kamerstukken Voorwaardelijke machtiging en dwangbehandeling (30.492)


Uit de stukken

Handelingen I 2007-2008, nr. 20 – blz. 872

Mevrouw Slagter-Roukema (SP): Mijn fractie wil vandaag absoluut duidelijkheid over de manier waarop en de richting waarin een nieuwe Wet BOPZ in de steigers wordt gezet. Wij hebben met instemming de conclusies gelezen uit het rapport Voortschrijdende inzichten van de commissie die de derde evaluatie uitvoerde, en vernemen graag van de ministers of zij deze conclusies als uitgangspunt nemen voor de contouren van een nieuwe wet. Het is inmiddels begin 2008 en tot nu toe hebben wij nog niet het toegezegde kabinetsstandpunt hierover kunnen bemachtigen, dus misschien kan vandaag toch mondeling een tip van de sluier worden opgelicht. Ook is voor ons het tijdpad van belang. Hoe ambitieus dat ook klinkt, het moet deze kabinetsperiode toch lukken.

Holdijk (SGP): Wij achten de kans niet gering dat een compleet nieuwe wet nog wel eens even en mogelijk ettelijke jaren op zich zou kunnen laten wachten. Hoe is het trouwens gesteld met het kabinetsstandpunt over het rapport van de evaluatiecommissie, waaromtrent de regering in de memorie van antwoord betreffende het onderhavige wetsvoorstel op 18 december 2007 meedeelde dat dit standpunt ’’nog in dit najaar’’ naar beide Kamers zou worden gezonden? Ik hoop dat daarover enige tekst en uitleg te geven valt, zodat ik enig zicht krijgt op wanneer dat kabinetsstandpunt werkelijk gaat verschijnen.

Minister Klink: Verschillende woordvoerders hebben gevraagd naar het tempo dat wij maken met de kabinetsreactie op het rapport van de derde evaluatiecommissie en het tempo dat wij zullen maken met de indiening van het wetsvoorstel dat daarop geënt zal zijn en dat wij hopelijk nog in deze kabinetsperiode zullen kunnen indienen. Wij hebben in de memorie van antwoord vooruitlopend op het kabinetsstandpunt al aangegeven dat wij de motivering van de evaluatiecommissie voor het maken van een geheel nieuwe wet delen. Ook hebben wij aangegeven, ernaar te streven om nog in deze kabinetsperiode ter vervanging van de Wet BOPZ een nieuwe regeling tot stand te brengen. (…) Binnenkort, in maart, zal het kabinetsstandpunt aan beide Kamers worden aangeboden, maar wij willen nu graag doorgaan met het wetsvoorstel dat wij nu bespreken, ondanks dat de wet in deze kabinetsperiode totaal herzien zal worden, omdat naar onze mening de slechte aansluiting van de huidige wet op de ontwikkelingen in de psychiatrie zozeer knelt dat de voorgestelde verruiming van de mogelijkheden tot dwangbehandeling niet zolang kan wachten.

Mevrouw Slagter-Roukema (SP): U zegt dat de kabinetsreactie binnenkort komt, maar in de memorie van antwoord staat dat die de Kamer in november 2007 zou bereiken, terwijl dat verderop staat dat het begin dit jaar zal worden. Nu spreekt u van binnenkort; ik zou het prettig vinden om een wat preciezer tijdstip te horen, want het is een breed gedeeld gevoelen in deze Kamer dat wij een beetje druk op de ketel moeten zetten. Ik respecteer het overigens zeer dat u in overleg met de partijen in het veld tot een goed afgewogen oordeel wilt komen over hoe het verder zal moeten gaan.

Minister Klink: Weest u ervan overtuigd dat de minister van Justitie en ik er eigenlijk vooral met elkaar over praten dat er echt tempo gemaakt moet worden, want ook wij zien met lede ogen aan dat het zo lang duurt. Ik noemde overigens zojuist wel de maand maart, wat toch minder speling geeft dan ’’in het voorjaar’’ of ’’voor de zomer’’. De stok die de Kamer achter de deur houdt, is ons in ieder geval niet onwelkom.


Brondocumenten


Historie

  • 30 mei 2008
    nieuwe status: voldaan
    Voortgang:
    documenten:
    • -   
      25763, nr. 9
  • 12 februari 2008
    toezegging gedaan