T00349

Toezegging Intensivering betrekkingen met Israël (31.202)



De minister zegt toe dat hij de intensivering van de betrekkingen met Israël laat afhangen van de medewerking van Israël aan het Annapolis-proces.


Kerngegevens

Nummer T00349
Oorspronkelijke nummer tz_ESO_2008_4
Status voldaan
Datum toezegging 22 april 2008
Deadline 1 januari 2009
Verantwoordelijke(n) Minister van Buitenlandse Zaken
Kamerleden mr. dr. M.H.A. Strik (GroenLinks)
Commissie commissie voor Europese Samenwerkingsorganisaties (ESO)
commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking (BDO)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen Israël
Kamerstukken Kamerstukken en Handelingen in verband met het Europadebat op 22 april 2008


Uit de stukken

Handelingen I 2007-2008, nr. 28 – blz. 1140 ev.

Blz. 1180

Minister Verhagen: Wil je invloed uitoefenen, dan is het duidelijk dat de samenwerking met Israël en de EU op politiek, economisch en technologisch gebied verder verdiept kan worden. Israël heeft laten weten, die samenwerking graag te willen intensiveren. De besprekingen daarover zijn gaande en wij steunen dit proces, uitgaande – en dat is dus wel een voorwaarde – van een constructieve opstelling van Israël in het vredesproces. Duidelijk is voorts dat het, als je kiest voor intensivering van de samenwerking en van de betrekkingen tussen Israël en de EU, inclusief de normale mensenrechtendialoog is, ook al is dat nu niet vormgegeven zoals het bij sommige andere landen wel het geval is.

Mevrouw Strik (GroenLinks): U zegt dat u de Palestijnse bevolking wilt laten zien dat het loont om je te houden aan vredesafspraken. Hoe laat u dat nu ook zien aan Israël? U hebt het over condities, maar onder welke condities wilt u dan die samenwerking met Israël versterken? Ik zie daar geen bodem onder zitten, ik zie niet dat er voorwaarden worden gesteld aan Israël. Ze kunnen doorgaan met nederzettingen, de muur kan blijven bestaan.

Minister Verhagen: De uitbreiding van de nederzettingen en het schenden van mensenrechten wordt ook door mij aan de orde gesteld in de bilaterale contacten. De EU stelt deze zaken eveneens aan de orde. Wij verzetten ons tegen een eenzijdige veroordeling, zonder dat er ook gekeken wordt naar de andere kant. Als ik zeg dat de voortgang van het Annapolis-proces bepalend zal zijn voor de intensivering van de betrekkingen, dan betekent dat dus ook dat daarin bepaalde stappen gezet moeten worden.

Blz. 1197

Mevrouw Strik (GroenLinks): Mijn volgende punt betreft de kwestie Israël en Palestina. De intensivering van de relaties met Israël wordt door de EU en ook door de Nederlandse regering om politiek-economische redenen positief gewaardeerd. Ik wil hierbij opmerken dat bij een consistent mensenrechtenbeleid, waarvoor wij ook in deze Kamer staan, de relatie altijd zal moeten afhangen van naleving van de mensenrechten. In dit geval geldt dit dus ook voor Israël. Het gaat hierbij natuurlijk om de dagelijkse behandeling van de Palestijnen in de Palestijnse gebieden, maar daarnaast ook om de situatie als geheel. De structurele bezetting als zodanig is natuurlijk een vorm van grove mensenrechtenschending. De minister heeft toegezegd dat hij de intensivering laat afhangen van de medewerking van Israël aan het Annapolis-proces. Ik ben erg blij dat deze conditionaliteit in de intensivering is opgenomen. Ik ben zelf niet erg optimistisch, gebaseerd op wat ik zie of eigenlijk niet zie van de ontwikkeling van het proces. Ik zal het in ieder geval nauwlettend volgen en de minister aan zijn toezegging houden. Ik hoop dat er op korte termijn momenten zullen komen waarop er gelegenheid is om wel de communicatie aan te gaan met Hamas. Daar zullen wij uiteindelijk niet aan kunnen ontkomen.


Brondocumenten


Historie