Op maandag 27 oktober 2008 vond in de Eerste Kamer een druk bezocht symposium plaats over (de toekomst van) de samenwerking tussen de Europese Unie en Rusland. Dit symposium werd door de Eerste Kamer en de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) georganiseerd naar aanleiding van het op verzoek van de Eerste Kamer uitgebrachte advies van de AIV, getiteld "De samenwerking tussen de Europese Unie en Rusland: Een zaak van wederzijds belang". Genodigde sprekers waren de heer Kosachev (voorzitter van de commissie buitenlandse zaken van de Doema), de heer Brok (lid van het Europees Parlement (EP) en oud-voorzitter van de commissie buitenlandse zaken van het EP), de heer Verberg (voorzitter van het Energie Delta Instituut en oud voorzitter van de International Gas Union) en de heer Van Koningsbrugge, voorzitter van het Nederland Rusland Centrum en bijzonder hoogleraar aan de Universiteit van Moskou. De discussie werd geleid door dagvoorzitter Prof. Dr. H.P.M. Knapen (lid van de WRR en bijzonder hoogleraar Media en Kwaliteit aan de Radboud Universiteit te Nijmegen).
De heer Brok benadrukte het belang van een sterker EU-buitenland beleid en betreurde het gebrek aan een gemeenschappelijke Rusland strategie. De EU zou meer gezamenlijk moeten optreden bij buitenlandse aangelegenheden en lidstaten zouden minder op bilateraal niveau moeten opereren. Hij schetste Rusland als een zeer belangrijke mogendheid, niet alleen op het gebied van energievoorziening. Brok benadrukte echter ook, in lijn met het AIV-advies, dat niet vergeten moet worden dat voor Rusland de EU een zeer belangrijke afzetmarkt is en driekwart van de buitenlandse investering in Rusland uit de EU komt. Bovendien heeft Rusland grote behoefte aan Westerse technologie om zijn economie te diversifiëren. Daarnaast hebben Rusland en de EU ook gezamenlijke belangen, met name bij de aanpak van mondiale problemen, zoals de strijd tegen terrorisme, klimaatverandering, globalisering, buitenlands veiligheidsbeleid en de financiële crisis. Al deze thema's zijn te veel omvattend om door Europa, of eenzijdig door de lidstaten, te worden aangepakt, laat staan opgelost, aldus Brok.
De heer Kosachev zei groot voorstander te zijn van samenwerking met Europa. Hij pleitte daarbij niet zozeer voor een gemeenschappelijke strategie vis á vis Rusland, maar een gemeenschappelijke strategie met Rusland. Ook hoopte hij dat er, ondanks onenigheid over de mensenrechtensituatie en democratische beginselen, mogelijkheden blijven bestaan voor intensivering van onder meer de economische relaties, people-to-people contacten en sociale ontwikkelingsinitiatieven. Democratie is een instrument meer dan een doelstelling.
Kosachev sprak zijn ongenoegen uit over de naar zijn mening te eenzijdige, negatieve berichtgeving over Rusland. Verder wordt Rusland naar zijn mening bij gesprekken met de EU te veel geconfronteerd met eenzijdige door de EU reeds vastgestelde eisen of EU-besluiten die niet gewijzigd kunnen worden. Rusland en zijn bevolking zouden meer positieve signalen moeten krijgen vanuit Europa, aldus Kosachev.
De heer Verberg stelde nadrukkelijk dat Europa zich goed moet realiseren dat zich snel ontwikkelende landen als India en China een steeds groter beslag zullen leggen op energie voorraden en dat de concurrentie op de energiemarkt dus steeds harder zal worden. Aangezien Rusland beschikt over meer dan 25% van de mondiale energievoorraad is het volgens de heer Verberg van groot belang dat gekeken wordt naar constructieve vormen van samenwerking met Rusland. De heer Van Koningsbrugge plaatste de relatie tussen de EU en Rusland in de historische context. Hij stelde dat geduld met Rusland nodig was, immers de Verenigde Staten hebben ook een lange ontwikkeling door gemaakt om te komen tot de Amerikaanse samenleving van vandaag. Hij wees op de soms vertekende beeldvorming die over en weer bestaat. Mensen lezen in de Europese media over een ander Rusland dan in de Russische media, de beelden zijn anders dan de realiteit ter plekke aldus Van Koningsbrugge.
Tijdens het symposium bleek niet alleen dat de EU geen gemeenschappelijke EU-strategie heeft; ook Rusland heeft geen EU-strategie, zo stelde althans de heer Kosachev. De suggestie uit het AIV-advies tot benoeming van '3 wijzen' uit Westerse landen die het overleg met Rusland over onder meer de problematiek van gemeenschappelijke buren, bevroren conflicten en Europese veiligheidskwesties die zowel de NAVO als de EU betreffen op topniveau zouden moeten voeren, kon rekenen op veel steun.
Het symposium werd afgesloten met een optreden van het Don Kozakkenkoor Nederland, dat een aantal Russische liederen ten gehore bracht.
Het woordelijk verslag van het symposium zal binnen drie weken op deze website geplaatst worden.
(voor meer informatie zie www.europapoort.nl )
Deel dit item: