De staatssecretaris van Financiën zegt toe dat hij zal monitoren of er daadwerkelijk sprake is van een herverdeling tussen de horeca-exploitant en de kansspelexploitant. De mogelijkheid hiertoe bestaat door enerzijds een bepaling in de standaard exploitatieovereenkomst (artikel 11, lid 1b: Deze overeenkomst eindigt indien de exploitatie naar oordeel van de exploitant onrendabel is en hij afziet van de plaatsing van vervangende speelautomaten) anderzijds door een uitspraak van de rechter, zich daarbij beroepende op het Burgerlijk Wetboek (artikel 6:258 BW), waarin een algemene vangnetbepaling is opgenomen die de rechter de mogelijk-heid biedt om de feiten en omstandigheden af te wegen bij een oordeel over de vraag of er sprake is van een “onvoorziene omstandigheid” die i.c. zou moeten leiden tot een andere verdeling van de opbrengst. De regering acht deze moge-lijkheden voldoende om in het geweer te komen tegen een eventuele onredelijke uitkomst van de wetswijziging.
Nummer | T00841 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 24 juni 2008 |
Deadline | 1 juli 2009 |
Verantwoordelijke(n) | Staatssecretaris van Financiën |
Kamerleden | mr. G.J.J. Biermans (VVD) prof. dr. F. Leijnse (PvdA) |
Commissie | commissie voor Financiën (FIN) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | overig |
Onderwerpen | exploitatie kansspelbelastingen |
Kamerstukken | Overige fiscale maatregelen 2008 (31.206) Belastingplan 2008 (31.205) |
Handelingen Eerste Kamer 2007-2008, nr. 35, blz. 1462
(...)
De heer Biermans (VVD): Voorzitter, wat de staatssecretaris nu herhaalt, was mij al duidelijk, maar mijn vraag was blijkbaar niet duidelijk. Ik vroeg wat er gebeurt als er op grond van het contract of het oordeel van de rechter om welke reden dan ook geen herverdeling plaatsvindt. Op die vraag heeft de staatssecretaris geen antwoord gegeven, hij herhaalt wat hij al gezegd heeft.
Staatssecretaris De Jager: Die vraag is ook door de heren Leijnse en Essers gesteld, ik was bezig met een antwoord daarop. Ik gaf aan dat deze twee concrete mogelijkheden in het algemeen voldoende zullen zijn, maar mede naar aanleiding van de vragen van de genoemde leden wilde ik de Kamer toezeggen dat wij zullen monitoren of in de praktijk ook werkelijk een van de twee mogelijkheden gebruikt zal worden. Als nu echt in extreme mate blijkt dat dit niet zo is, dan zal ik dat aan de Kamer rapporteren, maar vooralsnog zie ik geen aanleiding om te veronderstellen dat het niet mogelijk zal zijn om op deze manier opnieuw te gaan onderhandelen over een contract.
De heer Biermans (VVD): Ik denk dat wij nu zaken kunnen doen, want de staatssecretaris is bereid om de zaak te monitoren. Wat is dan zijn conclusie? Wat wil hij doen als blijkt dat de branche inderdaad in problemen komt omdat heronderhandelingen nergens toe leiden en ook de burgerlijke rechter oordeelt dat er geen enkele reden is om het contract te wijzigen?
Staatssecretaris De Jager: Dat heb ik zojuist aangegeven. Het is niet te voorspellen of wat u vraagt, nodig zal zijn. Ik vind het dan ook voorbarig om daarvan uit te gaan, maar mede naar aanleiding van vragen van de heren Essers en Leijnse heb ik aangegeven dat ik bereid ben om de ontwikkelingen te monitoren en de Kamer ervan op de hoogte te houden. Als de ontwikkelingen er aanleiding toe geven, zal de regering bepalen of zij het opportuun acht om er iets aan te doen. Civielrechtelijke wetgeving ligt overigens niet op mijn terrein, maar op dat van de minister van Justitie. Hoe dan ook, ik acht het niet opportuun om nu al aan te geven dat de regering in bepaalde omstandigheden een bepaald voorstel zal doen, omdat ik geen enkele aanleiding zie om ervan uit te gaan dat de clausules in het standaardcontract en de vangnetbepaling in het Burgerlijk Wetboek onvoldoende zullen zijn. Mocht dit toch zo blijken te zijn, dan zullen wij de Kamer erover berichten en dan kan de regering uiteindelijk ook een voorstel doen om maatregelen te nemen.
De heer Biermans (VVD): Voorzitter, ik dank de staatssecretaris voor deze toezegging. Ze komt er concreet op neer dat de staatssecretaris, als de branche in problemen komt doordat de mogelijkheden die hij schetst, helaas niet bruikbaar blijken te zijn, zal bevorderen dat de regering maatregelen neemt om het probleem op te lossen. Dit is in elk geval de eerste positieve uitlating die ik vanmiddag van de staatssecretaris gehoord heb.
Staatssecretaris De Jager: Voorzitter, ik hoop dat er een woordelijk verslag van deze vergadering gemaakt wordt en dat de heer Biermans mij zelf mijn woorden laat kiezen. Ik houd het dus bij de toezegging die ik zojuist heb geformuleerd, niet bij de interpretatie die hij ervan gaf.
De heer Leijnse (PvdA): Dat is maar goed ook, want de heer Biermans was dit belangrijke punt in eerste termijn geheel vergeten ... Even terug naar de tweede variant, de toetsing door de rechter of er zich geen omstandigheden hebben voorgedaan die ontbinding van het contract mogelijk maken. Het gaat er nu even om, wat in zo'n situatie onvoorziene omstandigheden zijn. Is de staatssecretaris bereid om uit te spreken dat voor alle contracten tussen exploitanten van speelautomaten en horeca-exploitanten die voor 1 januari 2008 zijn afgesloten en waarin een bepaalde verdeling is afgesproken, de maatregelen die deze Kamer heeft aangenomen en die op 1 juli kracht van wet zullen krijgen - invoering van de kansspelbelasting - moeten worden gekwalificeerd als een omstandigheid
die de partijen op het moment van het afsluiten van het contract niet hadden kunnen voorzien?
Brondocumenten
-
18 september 2009
nieuwe status: voldaan
Voortgang:
Opmerking: Afgerond. Uit de gehouden evaluatie blijkt dat beide mogelijkheden worden gebruikt en in de praktijk tot één civiele procedure heeft geleid die door de exploitant is gewonnen. Dit is overeenkomstig de wens van de EK, zodat het niet nodig is de Kamer hieover te informeren. -
3 maart 2009
nieuwe status: openstaand
Opmerking: Planning afronding 2e kwartaal 2009 -
24 juni 2008
toezegging gedaan