In de Eerste Kamer leven veel zorgen over de nieuwe organisatie van de ambulancezorg in Nederland. Dit bleek dinsdag 2 december 2008 tijdens het debat met minister Klink (VWS) over het voorstel om de Wet Ambulance Vervoer (WAV) uit 1971 te vervangen door een nieuwe Wet Ambulancezorg (WAZ) (29.835). In een motie ingediend door mevrouw Slagter-Roukema (SP) wordt de regering gevraagd eventueel overtollig ambulancepersoneel voor de sector te behouden (EK 29.835, R). De motie kreeg steun van de fracties van CDA, PvdA, GroenLinks en SGP/ChristenUnie en ook minister Klink omarmde de motie namens de regering. De Eerste Kamer zal er volgende week over stemmen. De WAZ zelf werd zonder stemming aangenomen door de Eerste Kamer, nadat minister Klink een reeks toezeggingen had gedaan.
De bezwaren in de Eerste Kamer richten zich op de organisatie binnen de nieuwe gemeenschappelijke meldkamers van politie, brandweer en ambulancezorg in de op te richten Veiligheidsregio's en op de financiering van de ambulancezorg.
In het bijzonder de situatie op het eiland Texel waar de zorgverzekeraar maar één ambulance wenst te financieren, terwijl er nu twee beschikbaar zijn, baart de Eerste Kamer zorgen. De minister zegde toe, dat er twee ambulances op Texel kunnen blijven functioneren.
Ook de vraag of het ministerie van VWS wel in staat is om op adequate wijze de verlening van een vergunning voor ambulancezorg in een veiligheidsregio te verzorgen speelde een belangrijke rol in het debat. Minister Klink stelde de senaat op dit punt gerust.
Mevrouw Swenker sprak namens haar eigen VVD fractie en die van D66. Zij mengde zich in de opgelaaide discussie over de aanrijdtijden. Zou deze verkort moeten van 15 minuten, zoals het wetsvoorstel nu voorschrijft, naar 8 minuten? Mevrouw Swenker wees erop dat alleen bij hartfalen tijdwinst waarschijnlijk gezondheidswinst kan opleveren, maar bij andere aandoeningen is er eigenlijk geen wetenschappelijk onderzoek voorhanden waaruit blijkt dat 'elke seconde telt'. De VVD-senator wees erop dat bij verkorting van de aanrijdtijd tot 8 minuten de kosten van de ambulancezorg minstens verdubbelen en dat dan bovendien een probleem ontstaat bij het aantrekken van voldoende geschoold personeel. "Te weinig praktijkervaring van een zorgaanbieder kan een extra risico vormen voor de patiënt." Minister Klink onderschreef haar betoog.
Mevrouw Swenker brak ook een lans voor het recht van patiënten om zorg te weigeren. Zo zou iemand met een non-reanimatiepenning om de nek niet door ambulancepersoneel gereanimeerd moeten worden. Het zou een grove miskenning van de wil van betrokkene zijn als dit wel gebeurt. De minister beaamde dit. Hij zei dat een penning evenveel rechtskracht heeft als een schriftelijke verklaring.
Professionaliteit
CDA-woordvoerder Klein Breteler prees minister Klink omdat hij extra geld heeft uitgetrokken voor ambulancezorg in rurale gebieden. Hij voelde wel voor invoering van een 8 minutennorm "omdat niet onderschat moet worden dat wachten op een ambulance zeer emotioneel is voor patiënt en omstanders". ten aanzien van de gemeenschappelijke meldkamer kiest de CDA-fractie primair voor zo'n kamer binnen het publieke domein. Ook moet in deze meldkamer de professionaliteit van de 'witte kolom' (de zorg) overeind blijven en niet ondergeschikt worden aan de 'blauwe'(politie) of 'rode' (brandweer) kolom. De CDA-woordvoerder was blij met de toezegging van de minister dat in elk geval de bestaande normen voor het aanrijden in de nieuwe situatie blijven bestaan. Hij hield een meningsverschil met de minister over de vraag of het College Sanering in de zorg een rol kan spelen bij de reorganisatie van de ambulancezorg. Volgens het wetsvoorstel wordt straks een vergunning gegeven aan één rechtspersoon per regio. De nu geldende vergunningen worden ontbonden waardoor een aantal ambulancediensten geen vergunning kan verwerven en personeel werkloos en materiaal overbodig wordt.
De CDA-fractie hikt aan tegen het centraliseren van de ambulancezorg, omdat tot nu toe provincies hun taak op dit gebied goed vervullen. Het CDA wil dat de provincies nadrukkelijk worden betrokken bij de vergunningverlening voor ambulancezorg. De eenmalige vergunningverlening met maatstafconcurrentie maakt het er volgens het CDA allemaal niet eenvoudiger op. Klein Breteler wees op het gevaar van monopoliseren van het vervoer als een vervoerder in meer dan één regio een vergunning krijgt. Hij noemde het een gemiste kans dat planning en financiering in de nieuwe WAZ niet in één hand is gekomen.
Hele klus
Mevrouw Slagter-Roukema stelde vast dat tot genoegen van de SP van het oorspronkelijke doel om marktwerking in de ambulancesector te introduceren niet veel is overgebleven nu is afgezien van aanbesteding van de zorg. "Wij denken dat de organisatie van deze zorg een dermate groot publiek belang dient dat de overheid er op centraal en decentraal niveau voor verantwoordelijk moet blijven." Ook de SP-senator verwacht dat het nog een hele klus wordt om in de gemeenschappelijke meldkamer politie-, brandweer- en ambulancepersoneel te laten samenwerken "gezien de verschillende culturen en werksoorten".
Mevrouw Slagter, van beroep huisarts, zei van nabij de ontwikkeling te hebben meegemaakt van ambulancepersoneel tot uiterst deskundige zorgprofessionals "die van zorg hun vak hebben gemaakt."
Kwaliteit
Mevrouw Linthorst van de PvdA-fractie prees de minister omdat hij bij het verlenen van de vergunning niet alleen op de prijs zal letten, maar ook op de kwaliteit van de te leveren diensten. Over de gezamenlijke aansturing van de meldkamer had mevrouw Linthorst wel een vraag: wat is de hiërarchische verhouding tussen vergunninghouder, het bestuur van de veiligheidsregio en de directeur van de meldkamer? Ook voorziet de PvdA-fractie problemen in de verhouding tussen de directeur van de meldkamer (die wordt aangesteld door het bestuur van de veiligheidsregio) en de directeur van de Regionale Ambulance Voorzieningen die door de minister wordt aangesteld. Deze minister noemt de directeuren 'nevengeschikt'. De PvdA-fractie meent dat dit een lastige en eveneens potentieel conflictrijke situatie is. Minister Klink zegde toe dat hij in de komende twee jaar speciaal op de wisselwerking tussen de directeuren zal letten.
Mevrouw Linthorst riep de minister verder op steun te verlenen aan de gedachte om in regio's waar nu meer dan een ambulancedienst actief is, deze diensten op te roepen tot samenwerking. "Als zij de handen ineen slaan bij het verwerven van die ene vergunning, los je vermoedelijk ook veel problemen met personeel en materiaal op."
GroenLinks-woordvoerder Laurier wees erop dat bij de vergunningverlening particuliere vervoerders zich benadeeld kunnen voelen. Hij vroeg welke criteria de minister zal hanteren. De minister kondigde aan dat het streven is gericht om te komen tot één cao voor de hele sector in plaats van de vier van nu. GroenLinks kaartte verder de onduidelijkheid rondom de bestuurlijke verantwoordelijkheid voor de meldkamers aan.
Namens de fracties van SGP en ChristenUnie onderstreepte senator Van den Berg het belang van hoogwaardige ambulancezorg: in Nederland zijn jaarlijks meer dan 600.000 mensen aangewezen op spoedeisende hulpverlening.
Hij vroeg speciaal aandacht voor de verharding van de bejegening van het personeel door het publiek. De minister zei dat er nu een proef wordt genomen met camera's op ambulance, maar dat het nog wel de vraag is of een ambulance moeten worden gezien als verlengstuk van het opsporingsapparaat van politie en justitie.
Deel dit item: