Commissie BDO besluit aanvullende vragen te stellen over Irak



Bij de bespreking van de antwoorden (EK 31.700 V, D) die de regering op 19 december jl. stuurde aan de Eerste Kamer naar aanleiding van vragen (EK 31.200 V, F) over de politieke steun van Nederland aan de inval in Irak is besloten de fracties de gelegenheid te geven tot 17 februari 2009 om aanvullende vragen te stellen.

Op basis van de vragen die dan leven zal de commissie bepalen hoeveel tijd zij het kabinet wil gunnen voor de beantwoording. Dit om te voorkomen dat opnieuw een termijn van 8 maanden wordt genomen, zoals voor de beantwoording van de eerste reeks vragen.

PvdA, SP, GroenLinks en D66, mede namens de PvdD, gaven aan de beantwoording van sommige vragen onvoldoende te vinden of zelfs ontbrekend. Zij willen om die reden een tweede ronde vragen, waarbij D66 aangaf daar niet veel van te verwachten. Woordvoerder Schouw dringt aan op een beslissing. 'Of we sluiten de boeken of we starten een onderzoek waarbij verschillende varianten denkbaar zijn.'

Het CDA gaf bij monde van woordvoerder Russell aan geen behoefte te hebben aan verdere vragen maar wil de wens zoals geformuleerd door woordvoerder De Vries van de PvdA, wel respecteren. Ook de ChristenUnie en de SGP zijn deze mening toegedaan.

De VVD vond de beantwoording van de vragen niet teleurstellend 'omdat wij er van het begin af aan niets van verwacht hadden. Deze verwachting is uitgekomen.' aldus woordvoerder Van Kappen.

De VVD gunt overigens de fracties die daaraan behoefte hebben een tweede ronde. Indien deze antwoorden dan 'de politieke mist die nu ontstaan is niet wegnemen dan zal de VVD steun verlenen aan een vorm van parlementair onderzoek.'   


Deel dit item: