De aanpassing van de Natuurbeschermingswet om aan de Habitatrichtlijn van de EU te voldoen (31.038) is met de hakken over de sloot door de senaat gekomen. Bij de stemming vlak voor het kerstreces kreeg de aanpassing steun van de regeringspartijen CDA en ChristenUnie, maar niet van de PvdA. De regering kreeg wel steun van de oppositiepartijen VVD en SGP. Alle overige fracties stemden met de PvdA tegen de wet. Een motie, bedoeld als procesbegeleiding, van SP-senator Smaling (EK 31.038, H) werd met minimale meerderheid door de Eerste Kamer aanvaard. Tegen stemden de fracties van CDA, VVD en SGP - te samen goed voor 37 Kamerzetels. De overige fracties, waaronder de regeringspartijen PvdA en ChristenUnie stemden voor de motie, die door minister Verburg van LNV was ontraden.
De aangenomen motie is volgens indiener Smaling bedoeld als steun in de rug van de regering bij het verder vorm geven van het natuurbeleid. Daarbij zou de provincie een meer beslissende rol moeten spelen dan de regering nu nog voor ogen heeft. De motie vraagt om een gecombineerd beheerplan waar het gaat om veel losliggende kleine natuurgebiedjes in het kader van Natura 2000. Ook vraagt de motie bufferzones rond Natura-gebieden waar geen intensivering van de landbouw plaatsvindt en stimulerende maatregelen voor op ecologische leest geschoeide landbouw en streekeigen productie. Minister Verburg had de motie ontraden omdat hij bij uitvoering naar haar indruk te weinig ruimte liet voor natuurbescherming van onderop.
In de eerste termijn van het debat leek de Eerste Kamer weinig moeite te hebben met de aanpassingen in de Natuurbeschermingswet die nodig zijn om de Habitat richtlijn van de EU voor bestaand gebruik van natuurgebieden in te voeren. Het venijn zat in de staart: 'enkele andere zaken' die ook door de regering werden voorgesteld. Een daarvan wekte veel verbazing in de senaat. Het gaat om het voorstel provincies buiten spel te zetten bij het goedkeuren van herstelplannen die door de gemeenten zijn opgesteld. Deze goedkeuringsprocedures was onlangs nog wel opgenomen in de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (28.916). "Een wonderlijke zaak", zei CDA-senator Doek. Zijn collega Schuurman, die sprak namens ChristenUnie en SGP, vond dat de provincie een 'bepalende stem' moet houden en ook SP-senator Smaling zei dat het beter zou zijn de beheerplannen van de gemeenten te laten vaststellen als provinciale inpassingplannen. Fundamentele kritiek uitte senator Eigeman van de PvdA-fractie. De voorgestelde wetswijziging zou de strijdigheid met Europese regelgeving niet volledig opheffen. De PvdA stemde daarom tegen.
Ook senator Schaap uitte namens de VVD-fractie veel kritiek: het gaat van kwaad tot erger met de natuurbescherming in Nederland. Het zou allemaal veel praktischer en beter betaalbaar kunnen als de regering afzag van de intentie om de natuur als 'maakbaar' te behandelen. De VVD wil de natuur ook zijn gang laten gaan. 'Vroeger was de mens bang voor de natuur,' betoogde senator Schaap. 'Tegenwoordig moet de natuur bang zijn voor de mens.'
Senator Doek signaleerde dat het agrarisch en particulier natuurbeheer stagneert. Hij wees erop dat praktisch alle 162 Natura 2000-gebieden liggen in de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). De hele EHS beslaat 728.000 hectare, waarvan 453.000 ha. reeds bestond in 1990 die de EHS werd geïntroduceerd in het Natuurbeleidsplan 1990. Van de nog toe te voegen 275.000 ha. Moet ongeveer 130.000 ha voor 2018 worden verworven en ingericht. De overige gronden hoeven te verworven te worden omdat het hier gaat om natuurbeheer door particulieren in de vorm van functiewijziging van de grond of om agrarisch natuurbeheer. Senator Doek zei dat de CDA-fractie zeer hecht aan deze vormen van natuurbeheer, maar dat deze het stiefkindje dreigen te worden.
Senator Schuurman zei namens CU en SGP dat met instemming van deze fracties de aanschrijvingsbevoegdheid van de minister zo is ingericht dat is gekozen overeenkomstig Europese regels voor een evenwicht tussen natuurbescherming en het bestaand gebruik.
SP-senator Smaling zei dat de regering de materie wat naïef benadert en de tegenstelling onderschat tussen belangen van gebruikers en liefhebbers. Hij stelde voor mediators in en uit communicatiewetenschappen en speltheorie in te zetten.
Senator Koffeman (Partij voor de Dieren) maakte een groot punt van de meldingsplicht die in het wetsvoorstel ontbreekt voor activiteiten die een significante verstoring van de natuur teweeg zou kunnen brengen zoals het jagen in natuurgebieden. Volgens Koffeman wordt de regel dat er niet in natuurgebieden mag worden gejaagd losgelaten. Minister Verburg zegde de Kamer wel toe dat zij met een meldingsplicht voor significante inbreuken op de natuur voor een beperkte tijd in een beperkt gebied proeven zal nemen. Met de ervaringen kan bij de nieuw op te stellen Natuurwet in 2011 rekening gehouden worden.
Deel dit item: