T00975

Toezegging Werkverdeling grondrechtenagentschap en de Raad van Europa (31.702)



De minister van Buitenlandse Zaken zegt de Kamer, naar aanleiding van een opmerking van het lid Van der Linden, toe er actief op te blijven toezien dat de oorspronkelijke werkverdeling tussen het Europees Grondrechtenagentschap en de Raad van Europa goed wordt nageleefd, mede gelet op de discussie die hierover eerder in de Eerster Kamer bij de instelling van eerder genoemde organisatie is gevoerd.


Kerngegevens

Nummer T00975
Status voldaan
Datum toezegging 17 maart 2009
Deadline 1 juli 2009
Verantwoordelijke(n) Minister van Buitenlandse Zaken
Kamerleden drs. P.R.H.M. van der Linden (CDA)
Commissie commissie voor Europese Samenwerkingsorganisaties (ESO)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen Europadebat
grondrechten
Raad van Europa
Kamerstukken Kamerstukken en Handelingen in verband met het Europadebat op 17 maart 2009


Uit de stukken

Handelingen I 2008-2009, nr. 25 - blz. 1225

Blz. 1270

De heer Van der Linden (CDA):

Ik ben de minister dankbaar dat hij er politieke energie in heeft gestoken. Die ministers zeggen nu: geen cent erbij. Ik zal niet bestrijden dat er misschien in de organisatie zelf kan worden bezuinigd. Maar hoe verklaart de minister nu dat diezelfde ministers voor de Europese Unie voor de komende vijf jaar 1,2 mld. beschikbaar stellen voor democratie en mensenrechten, dat een Europarlementariër bij mij komt en zegt dat men 140 mln. op de lijn heeft staan en dat wij afgelopen week een gesprek hebben gehad met de nieuwe directeur van het Agentschap voor de Mensenrechten, die 17 mln. krijgt en ons er niet van kan overtuigen dat er een toegevoegde waarde is? Wat zit er dan fout?

Minister Verhagen:

Ik zeg niet bij voorbaat dat een effectief EU-mensenrechtenbeleid geen toegevoegde waarde zou hebben. Dat geldt zeker waar het gaat om landen die geen lid zijn van de Raad van Europa. Dit kon onder andere ontstaan - dat was een van de vragen van de heer Van der Linden - doordat de financiering van het EU-mensenrechtenbeleid binnen de financiële perspectieven plaatsvindt. Er is dus wel een herverdeling van het geld binnen Europa, maar er wordt geen extra geld van de lidstaten gevraagd.

Blz. 1271

Minister Verhagen:

Terecht is gewezen op de noodzaak van een goede samenwerking tussen het Europees Grondrechtenagentschap en de Raad van Europa. In 2008 is tussen beide organisaties een overeenkomst gesloten die voorziet in regulier overleg en complementariteit. Daartoe zit nu ook een vertegenwoordiger van de Raad van Europa in de managementraad van het Europees Grondrechtenagentschap. Wij zullen er actief op blijven toezien dat de oorspronkelijke werkverdeling tussen beide organisaties goed wordt nageleefd, mede gelet op de discussie die wij hier eerder bij de instelling van eerder genoemde organisatie hebben gevoerd.


Brondocumenten


Historie