De Eerste Kamer wil op korte termijn met de Tweede Kamer overleggen hoe de Kamers gezamenlijk hun invloed op het beleid van de Europese Unie kunnen versterken. Beide Kamers van de Staten-Generaal hebben volgens het Verdrag van Lissabon (31.384 (R1850)) evenveel bevoegdheden en verantwoordelijkheden waar het gaat om het beoordelen van Europese voorstellen. Door een goede onderlinge afstemming van werkzaamheden kunnen de Eerste en Tweede Kamer elkaar aanvullen en zo bijdragen aan een tijdige en effectieve invloed op het Europees beleid.
Dit is de strekking van een brief (EK 30.953, G) die voorzitter Timmerman-Buck, voorzitter van de Eerste Kamer, op 15 juni heeft verstuurd aan voorzitter Verbeet van de Tweede Kamer. De Senaatsvoorzitter doet een aantal concrete voorstellen aan haar collega van de Tweede Kamer, zoals onderlinge afstemming over de selectie van Europese voorstellen die door het Nederlands parlement moeten worden getoetst. Vervolgens kunnen de Kamers afzonderlijk Europese dossiers op hun agenda zetten, waarbij overlap zo veel mogelijk moet worden vermeden.
Het voorstel om de beide Kamers van het Nederlands parlement nauwer te laten samenwerken bij het volgen van het Europees beleid vloeit voort uit een herbezinning van de Eerste Kamer over haar rol in het Europese beleids- en wetgevingsproces. De Senaat krijgt op dit terrein evenveel invloed als de Tweede Kamer, zo is vastgelegd in het Verdrag van Lissabon. Dit verdrag werd in november 2007 door de Europese lidstaten getekend en wordt van kracht zodra het door alle EU-lidstaten is geratificeerd.
In haar brief benadrukt Kamervoorzitter Timmerman-Buck dat de Eerste Kamer haar verruimde bevoegdheden in goed overleg met de Tweede Kamer wil invullen. Overlap moet worden vermeden, en het optreden van de Eerste Kamer moet complementair zijn aan dat van de Tweede Kamer. De gedachte van complementariteit is in overeenstemming met het geldende staatsrecht. De selectie van de voor Nederland meest relevante Europese dossiers moeten beide Kamers samenstellen op basis van het Wetgevings- en Werkprogramma dat de Europese Commissie elk najaar presenteert. De vaste Kamercommissie Europese Samenwerkingsorganisaties (ESO) van de Eerste Kamer en de commissie Europese Zaken (EuZa) van de Tweede Kamer zouden hun werkzaamheden voortaan kunnen coördineren en de behandeling van onderwerpen van Europees beleid in de beide Kamers van het parlement op elkaar afstemmen, zo bepleit de voorzitter van de Eerste Kamer.
De brief aan de voorzitter van de Tweede Kamer bevat een reeks concrete voorstellen, zoals het gezamenlijk ontvangen van vertegenwoordigers van Europese instellingen en het uitwisselen van nieuwsbrieven. ‘Graag wil ik onderstrepen dat de Eerste Kamer er veel aan gelegen is om in goed overleg met de Tweede Kamer tot succesvolle werkafspraken te komen’, zo besluit voorzitter Timmerman-Buck de brief aan haar collega Verbeet.
De Eerste Kamer zal in het kader van de herbezinning op haar Europese taken ook de website www.Europapoort.nl aanpassen en waar mogelijk integreren met de algemene website van de Senaat.
Deel dit item: