T01008

Toezegging Uitstel inwerkingtreding digitaliseringsplicht (31.316, G)



De minister van VWS zegt omwille van de dringende noodzaak van de voortgang van dit wetsvoorstel de Kamer toe dat hij voornemens is artikel 5, derde lid, van de Wet publieke gezondheid begin 2009 in werking te doen treden, maar niet dan nadat de bij uw Kamer levende vragen door de Minister voor Jeugd en Gezin naar tevredenheid zijn beantwoord.


Kerngegevens

Nummer T01008
Status voldaan
Datum toezegging 23 september 2008
Deadline 30 juni 2009
Verantwoordelijke(n) Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Minister voor Jeugd en Gezin
Kamerleden mr. R.H. van de Beeten (CDA)
prof.dr. H.M. Dupuis (VVD)
prof. dr. R. Kuiper (ChristenUnie)
drs. T.M. Slagter-Roukema (SP)
Commissie commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport / Jeugd en Gezin (VWS/JG)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen inwerkingtreding
Kamerstukken Wet publieke gezondheid (31.316)


Uit de stukken

Handelingen 38, blz. 1737 - 1745

Blz. 1740

Mw. Slagter-Roukema (SP)

Voorzitter, alle fracties binnen de commissie VWS/JG, met uitzondering van de fracties van D66 en de VVD, hebben het op prijs gesteld dat beide ministers zich zo hebben ingespannen om de bij de commissieleden levende vragen naar tevredenheid te beantwoorden en willen hen daar beiden voor danken. Alle fracties binnen de commissie VWS/JG, met uitzondering van de fracties van D66 en de VVD, willen daarom nu expliciete toestemming geven aan de minister van VWS om bij Koninklijk Besluit artikel 5, derde lid, van de Wet publieke gezondheid in werking te doen treden.

Minister Rouvoet: Ik dank mevrouw Slagter voor haar conclusie, die zij namens een groot aantal fracties in deze Kamer heeft uitgesproken en die door die fracties wordt gedeeld, namelijk dat de weg vrij is voor de minister van VWS, die verantwoordelijk is voor de Wet publieke gezondheid, waar dit een onderdeel van is, om bij Koninklijk Besluit artikel 5, derde lid, van de Wet publieke gezondheid in werking te doen treden. Ik dank haar en de fracties namens welke zij sprak ook voor de argumentatie die zij daarbij gaven, namelijk dat de vele vragen die zijn gesteld rondom de digitaliseringsplicht – over dat onderwerp ging het in de Wet publieke gezondheid – naar tevredenheid zijn beantwoord. Zij stelt dat de hele Kamer daar zeer aan hecht. Ik dank haar voor die mededeling en die conclusie.

Relevante kamerstukken (naast de handelingen)

31316, G (brief 23 september 2008)

Op 3 september 2008 heb ik u de nadere Memorie van antwoord op het nader voorlopig verslag van de Vaste Commissie voor VWS/JenG betreffende het voorstel Wet publieke gezondheid (31 316) toegestuurd.

Naar aanleiding van de nadere memorie van antwoord merkt de commissie op geen bezwaren te hebben tegen de inhoud van het wetsvoorstel, met uitzondering van de digitaliseringsplicht betreffende de patiëntendossiers in de jeugdgezondheidszorg, zoals neergelegd in artikel 5, derde lid van het voorstel.

Omwille van de dringende noodzaak van de voortgang van dit wetsvoorstel zeg ik u toe dat ik voornemens ben artikel 5, derde lid, begin 2009 in werking te doen treden, maar niet dan nadat de bij uw Kamer levende vragen door de Minister voor Jeugd en Gezin naar tevredenheid zijn beantwoord.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink


Brondocumenten


Historie