T01043

Toezegging Notitie terugwerkende kracht (31.990)



De staatssecretaris van financiën zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Reuten en Leijnse, toe in het najaar van 2009 een notitie aan te bieden over terugwerkendekracht-bepalingen en het vraagstuk of het afdwingen van terugwerkende kracht van de toepassing van de omkeerregel wel een rechtsgrond heeft in het kader waarbinnen de aftrek van premies is toegestaan.


Kerngegevens

Nummer T01043
Status voldaan
Datum toezegging 7 juli 2009
Deadline 1 januari 2010
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris van Financiën
Kamerleden prof. dr. F. Leijnse (PvdA)
dr. G.A.T.M. Reuten (SP)
Commissie commissie voor Financiën (FIN)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen premies
terugwerkende kracht
Kamerstukken Wijziging van enkele belastingwetten (reparatie in verband met arresten van de Hoge Raad inzake pensioen- en lijfrenteaanspraken) (31.990)
Terugwerkende kracht in fiscale regelgeving (25.212)


Uit de stukken

(...)

Reuten (SP): Mijn laatste onderwerp betreft de terugwerkendekrachtbepalingen. In zijn

begeleidende brief bij het wetsvoorstel wijst de staatssecretaris ten aanzien van de terugwerkende kracht op kamerstuk 25212, nr.1. Dat is de notitie Terugwerkende kracht in fiscale wetgeving van 8 oktober 1996. Daarin staat onder andere dat een aankondiging door een persbericht grond kan zijn voor het moment van terugwerkende kracht. De Raad van State heeft deze grond afgewezen en geadviseerd de terugwerkende kracht te bepalen op de indieningsdatum van het voorstel bij het parlement. Over terugwerkendekrachtbepalingen zie ik graag na het reces een fundamentele discussie met de staatssecretaris. Diverse leden van de commissie voor Financiën sluiten zich daarbij aan. Deze discussie kan gevoerd worden op basis van de genoemde notitie of een aanpassing daarvan, mede in het licht van de artikelen 88 en 104 van de Grondwet en van Aanwijzing 167 uit de Aanwijzingen voor de regelgeving. Vooruitlopend daarop wil ik graag van de staatssecretaris weten

welke status het kabinet toekent aan de genoemde notitie. Voor zover mij bekend, is deze door de Eerste Kamer niet besproken, laat staan gevoteerd. Vervolgens wil ik ook graag weten wat, vis-à-vis de Eerste Kamer, de status is van de Aanwijzingen voor de regelgeving. Het gaat dan om de status in het algemeen, en meer in het bijzonder in verband met de verwijzing in Aanwijzing 167 naar de genoemde notitie. De staatssecretaris kan de informatie die ik op dit laatste punt vraag, naar keuze straks verstrekken of later per brief. In dat laatste geval zouden wij die bij voorkeur voor het einde van het zomerreces ontvangen.

Leijnse (PvdA): Heeft het met terugwerkende kracht afdwingen van toepassing van de omkeerregel wel een rechtsgrond in het kader waarbinnen de aftrek van premies is toegestaan? Deze vraag raakt aan de kern van het pensioensysteem en zou daarom door de regering diepgaand en zorgvuldig beantwoord moeten worden. Voor de voorliggende wetswijziging betekent het mogelijk dat toch nog een forse belastingderving gaat optreden over de jaren 2001-2009, waarvan de dan ontstane pensioenaanspraken immers niet in de conserverende aanslag kunnen worden betrokken.

Staatssecretaris De Jager: De heer Reuten heeft gevraagd naar een visie op de notitie van 8 oktober 1996 ten aanzien van de terugwerkende kracht. Ik kan toezeggen om daar bij brief op terug te komen. Ik zeg ook toe dat ik bij brief op de laatste vraag in het betoog van de heer Leijnse terugkom. Die ging met name over het pensioensysteem en de omkeerregeling en dat in een iets breder verband. Dat laatste heb ik al toegezegd in de Tweede Kamer, maar ik doe op beide onderdelen een toezegging aan de heren Reuten en Leijnse.

Leijnse (PvdA): Ik zie de brief over de voorwaardelijkheid van de aftrek van pensioenpremies als grondslag voor de conserverende aanslag en de andere vragen die in dat opzicht zijn gesteld, graag in het vroege najaar tegemoet. Ik hoop dat wij dan een debat kunnen hebben over dit toch vrij heikele punt in het geheel. Dat ook in het licht van wat de heer Essers heeft gezegd over de noodzaak om dit debat voort te zetten om te bezien of de regeling die wij nu hebben, wel toekomstbestendig is.

Staatssecretaris De Jager: Tot slot bevestig ik de brief in het najaar, met de punten die ik net al heb genoemd in de richting van de PvdA en de SP.



Historie