Het kabinet Balkenende IV moet meer laten zien waar het voor staat. Dit was de strekking van de bijdragen van de fractievoorzitters van de regeringspartijen CDA, PvdA en CU in de eerste ronde van het debat over Troonrede en Miljoenennota in de Eerste Kamer op dinsdag 13 oktober 2009. Als grootste oppositiepartij meende de VVD dat het kabinet beter kan vertrekken, omdat het kennelijk is uitgeregeerd. Andere oppositiepartijen als SP en GroenLinks vonden vooral dat het kabinet de verkeerde keuzes maakt.
VVD-fractievoorzitter Rosenthal constateerde dat ‘de mensen in het land’ door hebben dat de huidige diepe crisis daadkracht, durf en doorzettingsvermogen vergt ‘maar ze merken daar weinig van’. Veel meer ervaren mensen volgens Rosenthal ‘bevoogding, betutteling, bureaucratisering en moraalfundamentalisme’. Dit komt volgens de VVD-fractievoorzitter omdat de twee grote coalitiepartijen CDA en PvdA in een patstelling zitten en het kleine broertje CU dat deze keer mag meedoen zijn kans schoon ziet.
“Wij hebben niets op met een overheid die zich tot achter de voordeur met alle Nederlanders bemoeit”, zei de VVD-fractievoorzitter. Senator Rosenthal drong bij het kabinet aan op offensieve beslissingen in plaats van defensieve compromissen. Hij vroeg om flexibilisering van het ontslagrecht, liberalisering van de huurmarkt en meer kernenergie. De VVD-fractie wil weten waar het kabinet op wil bezuinigen in de toekomst voordat op 14 december het Belastingplan 2010 in de Eerste Kamer wordt besproken. “Wij willen tijdig weten welke bezuinigingen dan nog overeind staan”, zei de VVD-fractievoorzitter.
CDA-fractievoorzitter Werner besteedde in zijn bijdrage aan het debat aandacht aan de fundamentele veranderingen in de wereld. Hij wees op de grote gevolgen van de globalisering: vroegere ontwikkelingslanden zijn nu wereldmachten aan het worden: China, India, Brazilië. Ook wees de CDA-fractievoorzitter op de wens van de Eerste Kamer om de verschillende crises (financiële, economische, klimatologische en voedselcrisis) in samenhang aan te pakken en daarvoor scenario’s te ontwikkelen. De regering heeft weliswaar laten weten dat zij zich middels vele internationale instituties daarvoor ook daadwerkelijk inspant, maar het CDA vindt dat dit ‘bewustzijn wat meer in het beleid mag doorklinken’.
Teleurgesteld is de CDA-fractie volgens Werner dat niet is doorgepakt op terreinen waarvoor plannen klaarliggen. Hij noemde de AWBZ waarbij het CDA pleit voor het scheiden van de bekostiging van wonen en zorg. Fractievoorzitter Noten van de PvdA zei later dat hij het met dit pleidooi eens is.
Ook wil het CDA in de Eerste Kamer flexibilisering van de arbeidsmarkt. Werner prees de economische kracht en zelfredzaamheid van ZZP’ers. Het CDA wil bij de hervorming van de WW werkgarantie boven inkomensgarantie stellen. Voorts wil de grootste regeringspartij de duurzaamheid van de economie bevorderd zien. Bij de woningmarkt pleitte Werner voor een ‘new deal’ tussen regering en woningcorporaties. Ook het versneld aflossen van hypotheken zou fiscaal aantrekkelijker gemaakt moeten worden. Werner keerde zich tegen een generieke lastenverzwaring voor burgers en bedrijfsleven. Ook pleitte hij ervoor meer draagvlak voor toekomstige bezuinigingen te creëren door maatschappelijke groeperingen van tevoren te raadplegen. Bij de herziening van het belastingstelsel zou de regering het CDAplan voor een vlak tax moeten betrekken. Onder de financiële crisis gaat volgens het CDA een morele crisis schuil samen te vatten met ‘hebzucht’ en ‘gebrek aan gemeenschapszin’.
SP-fractievoorzitter Kox noemt ook hebzucht als de belangrijke oorzaak van de crisis. Hij verweet het kabinet geen duidelijke besluiten te nemen, en ‘op de handen te zitten’. Het voorgenomen besluit om de AOW-leeftijd te verhogen naar 67 jaar noemde Kox ‘ongewenst, onzinning en onnodig’. In een vinnig interruptiedebat met PvdA-fractievoorzitter Noten stelde Kox vast dat de verhoging van de AOW-leeftijd alleen door minister Bos van Financiën wordt gesteund omdat dit geld oplevert voor de schatkist. Volgens de SP-fractievoorzitter hebben alle drie de regeringspartijen in hun verkiezingsprogramma beloofd dat de AOW-leeftijd 65 jaar blijft. Noten zei dat veranderde omstandigheden tot ingrijpende besluiten kunnen nopen. “Wij nemen onze verantwoordelijkheid”, antwoordde PvdA-fractievoorzitter Noten. Volgens Kox krijgt het kabinet nog een ‘groot probleem’ met de Eerste Kamer over het besluit de Hedwigepolder toch onder water te zetten ter compensatie van natuurgebied dat verloren gaat door de verdere uitdieping van de Westerschelde.
In zijn bijdrage aan het debat wees PvdA-fractievoorzitter Noten op de verdeeldheid bij de oppositie. Hij riep het kabinet op wat zelfbewuster op te treden. Het voorstel van de VVD in de tegen begroting om de inkomstenbelasting te verlagen noemde Noten ‘schandelijk’. Ook zei hij dat er volgens de VVD 36.000 ambtenaren uitgegooid moeten worden, terwijl volgens hem de mensen die hun baan verliezen de klappen krijgen van de crisis. De PvdA-fractievoorzitter vroeg het kabinet krachtiger uit te dragen dat dit niet de tijd is voor een grootse meeslepende politiek, maar de tijd voor behoedzaam en zorgvuldig bestuur. Volgens hem kunnen we van de financiële crisis leren dat ‘een schuld vroeger of later betaald moet worden’. De komende bezuinigingen moeten wat de PvdA-fractie betreft voldoen aan enkele criteria: 1. solidariteit met toekomstige generaties; 2. bijdragen aan de participatie op de arbeidsmarkt; 3. bijdrage leveren aan het insluiten van groepen medelanders die in het huidige tijdsgewricht steeds verder naar de rand van de samenleving worden geduwd; 4.bijdrage aan de versterking van de internationale gemeenschap; 5. de pijn eerlijk verdelen.
“De PvdA denkt dat de regering alleen mag vragen om respect van burgers als de ingrijpende maatregelen op een rechtvaardige manier vorm worden gegeven”, aldus Noten. De PvdA-opvatting dat de sterkste schouders de zwaarste lasten moeten dragen, werd neergelegd in een motie die Noten aankondigde voor de tweede termijn van het debat. Over de ingreep in de AOW zei Noten dat het buitengewoon moeilijk verteerbaar zou zijn als niet tegelijk ook de pensioenopbouw tot een nader te bepalen maximum zou worden beperkt.
GroenLinks-fractievoorzitter Thissen roemde de VOC-mentaliteit van de stichters van Nieuw Amsterdam (het latere New York) als voorbeeld voor hoe thans in Nederland zelf met buitenlanders moet worden omgegaan: tolerant. Volgens Thissen overheerst in Nederland de neiging de slagbomen dicht te gooien. “In plaats van onverschrokken de toekomst tegemoet te treden heeft de angst zich van ons meester gemaakt”, aldus Thissen. De GroenLinks-fractievoorzitter verweet het kabinet ‘angst om te regeren’.
Fractievoorzitter Schuurman van de ChristenUnie zei dat mensen zich lelijk kunnen vergissen. Hij wees op de historicus Fukuyama die 20 jaar geleden schreef over het einde van de geschiedenis, waarmee hij doelde op het einde van het communisme en de afbouw van de wereldgeschiedenis in de richting van democratie en liberale markteconomie. “Nu, 20 jaar later, weten we wel beter. Behalve het collectivistische communisme, houdt ook het individualistisch kapitalisme geen stand”, concludeerde Schuurman. Hij zei dat alleen materiële welvaart najagen grote problemen geeft. Volgens hem moet naast het BNP als indicator van onze huidige economische ontwikkeling als hoognodig alternatief een welzijnsindicator geïntroduceerd worden.
Fractievoorzitter Holdijk van de SGP zette zijn bijdrage in het teken van leiderschap en verantwoordelijkheid in tijden van crisis. “Er is veel geruzie en getouwtrek over geld en voorzieningen, maar er mag niet voorbij worden gegaan aan de wortel van het kwaad, dat uiteindelijk in de mens zelf gezocht moet worden” aldus Holdijk. Hij wees op een onderzoek van KPMG dat uitwees dat in een op de drie bedrijven managers verantwoordelijkheidsgevoel en respect opofferen aan zaken als snelle carrière, inkomen en status.
Senator Schouw pleitte namens D66 voor een fundamentele herziening van het economisch model: van nationale afhankelijkheid naar internationale verbondenheid; van traditionele productie naar innovatieve diensten; van grondstoffen naar klimaatneutraal als belangrijke productiefactor; van provinciale sturing naar metropolitane identiteit; van bouw maar raak, naar woekeren met schaarse ruimte; van rigide marktdenken naar een gericht en doeltreffende publiek optreden en publieke verantwoordelijkheid. Schouw hamerde eveneens op de noodzaak van beter onderwijs.
Senator Koffeman van de Partij voor de Dieren constateerde dat het kabinet daadkracht mist om de crisis te benutten voor een radicale koerswending op weg naar een duurzame samenleving. Koffeman merkte op dat minister-president Balkenende nog maar twee maanden geleden op een CDA-bijeenkomst DSB-eigenaar Scheringa had geprezen voor diens geweldige rol in de financiële sector. “We zijn trots op je”.
Namens de Onafhankelijke Senaatsfractie plaatste fractievoorzitter Ten Hoeve vraagtekens bij het voornemen de AOW-leeftijd naar 67 jaar te verhogen. Hij wees er ook op dat problemen met het overmatig gebruik van alcohol en drugs door de jeugd worden afgeschoven op de gemeenten.
Deel dit item: