Senaat in grote lijnen akkoord met aanpassing MER



De Eerste Kamer staat in grote lijnen achter het wetsvoorstel dat de modernisering regelt van de milieueffectrapportage (MER) (31.755). Dit werd dinsdag 8 december duidelijk tijdens een plenair debat over het voorstel. Doel van de wet is het verminderen én vereenvoudigen van regels, evenals het aanbrengen van meer samenhang in het systeem van milieubeoordelingen voor plannen en projecten. Als gevolg van het wetsvoorstel is een aantal vereisten bij milieueffectrapportage over projecten niet meer verplicht. In plaats daarvan krijgen burgers en bedrijven het recht om een zienswijze in te dienen of kunnen overheden vrijwillig een MER aanvragen.

De fracties van GroenLinks en SP steunden twee moties van het PvdA-Kamerlid Putters. In de eerste motie wordt de regering verzicht om wettelijk vast te leggen dat het bevoegd gezag verplicht is om behalve het bevorderen van tijdige burgerparticipatie ook verantwoording af te leggen aan belanghebbenden over wat er met de resultaten van de participatie is gedaan (EK 31.755, F). Minister Cramer van VROM ontraadde deze motie, omdat het motiveringsbeginsel er al toe noopt dat het bevoegd gezag doet wat de motie vraagt. De minister vindt het overbodig om dit ook nog eens in de wet vast te leggen.

In een tweede motie-Putters wordt de regering verzocht om het begrip ‘passende beoordeling’ concreter uit te werken en de Kamer te informeren op welke wijze dit wordt verankerd in de Wet Milieubeheer, of in lagere regelgeving zoals het besluit MER (EK 31.755, G). Aanvankelijk zei de minister dat zij de motie ontraadde, maar even later zij zei dat zij het oordeel aan de Kamer laat. Haar bezwaar betreft onder meer de ‘nadere uitwerking’, omdat het begrip passende beoordeling is ontleend aan Europese regelgeving en deze zou in Nederland niet verder uitgewerkt kunnen worden.

Ook wees de minister erop dat de Natuurbeschermingswet al aan de nieuwe milieuregels zal worden aangepast. Senator Putters wees erop dat de regering dusdoende aan de verkeerde kant begint: er wordt gewerkt van specifieke regels naar algemene regels, terwijl de PvdA juist andersom wil werken: van algemene regelgeving naar specifieke regels.

Senator Slagter-Roukema van de SP-fractie kreeg van minister Cramer de toezegging dat het ministerie van VROM over de milieueffectrapportage duidelijk aan burgers en bedrijven zal uitleggen (o.a. via de website van het ministerie) welke mogelijkheden voor participatie er zijn.

Senator Huijbregts-Schiedon van de VVD-fractie kreeg van de minister de verzekering dat de mogelijkheid een zienswijze in te dienen niet als ondergeschoven kindje zal worden behandeld, maar als een volwassen vorm van participatie.

Senator De Boer sprak namens de fracties van CU en SGP tevredenheid uit over het verplichtende karakter van participatie in de vroege fase van projecten.

CDA-senator Janse de Jonge was blij met de ‘opschoning’ van de regelgeving, maar dan wel met behoud van de doelstelling dat milieubelangen meetellen.

Namens GroenLinks en de Partij voor de Dieren liet senator Böhler weten dat deze fracties volgende week tegen zullen stemmen, omdat op de mogelijkheden voor participatie teveel wordt beknibbeld.


Deel dit item: