De commissie voor Verkeer en Waterstaat van de Eerste Kamer heeft vandaag vragen gesteld (EK 32.127, B) aan de regering over de Crisis- en Herstelwet (32.127). Vrijwel alle fracties hebben bedenkingen over de reikwijdte van het wetsvoorstel, de wijziging van de onteigeningswet die in dit kader wordt voorgesteld en de spanning die bij ongewijzigd invoeren van de plannen optreedt met de Europese regelgeving.
De fracties van CDA en VVD juichen het toe dat de regering streeft naar een versimpeling van procedures en versnelling van uitvoering van projecten. Tegelijk vragen zij zich af of deze doelen wellicht ook met bestaande wetgeving kunnen worden bereikt. Ook de Leden van de PvdA zijn van mening dat een versnelling van projecten in het ruimtelijk domein zonder een ingrijpend nieuw wetsvoorstel als het voorliggende pakket van maatregelen kan worden gerealiseerd.
Alle fracties in de Eerste Kamer hebben zorgen over de wijze waarop in een later stadium projecten aan de lijst kunnen worden toegevoegd, namelijk via een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB). De Crisis- en herstelwet voorziet ook in de mogelijkheid om op een later moment nieuwe wettelijke voorschriften toe te voegen aan deze wet, eveneens met een AMvB. Volgens de Kamer kan hierdoor een conflict ontstaan met artikel 81 van de Grondwet, en met het legaliteitsbeginsel. Zowel door het toevoegen van projecten en wettelijke voorschriften in een later stadium, krijgt de Crisis- en herstelwet in de toekomst mogelijk een aanzienlijke grotere reikwijdte, zonder dat de beide Kamers hier nog aan te pas komen. Tegen dit ‘open karakter’ van de wet maken meerdere fracties in de senaat principieel bezwaar.
Een ander punt van kritiek in de Eerste Kamer is dat de regering met Crisis- en herstelwet kiest voor een heel andere aanpak dan die is geadviseerd door de commissie Elverding, die in haar rapport ‘Sneller en Beter’ pleit voor een zorgvuldig voorbereide besluitvorming, waar alle belanghebbenden bij zijn betrokken, Hierdoor kan tijdwinst worden geboekt in de uitvoeringsfase. De fracties van CDA en PvdA geven de voorkeur aan deze aanpak, die is gebaseerd op het creëren van een breed draagvlak in de voorfase van besluitvorming.
De VVD in de Eerste Kamer verwacht dat de Crisis- en herstelwet niet leidt tot vereenvoudiging van regelgeving, maar eerder tot tal van uitzonderingen en extra regels, waardoor overheden en belanghebbenden het overzicht kwijtraken. De liberalen pleiten voor bredere aanpak dan alleen de voorgestelde wet, waarbij de regering inzet op een alomvattende en ingrijpende versimpeling van procedures en regels. De overlappende bevoegdheden van de verschillende overheidslagen is daarbij een deel van het probleem, zo stelt de VVD.
De fracties van D66 en de OSF hebben ernstige twijfels over de beweerde effectiviteit en de doelmatigheid van de Crisis- en herstelwet. Ook deze partijen menen dat de regering eerst moet onderzoeken hoe binnen het bestaande wettelijke kader een vereenvoudiging van procedures en beroepsmogelijkheden kan worden gerealiseerd. De leden van de SP en de Partij voor de Dieren in de senaat hebben bedenkingen over het beperken van inspraakprocedures.
Deel dit item: