Eerste Kamer komt met recordaantal moties op Crisis- en herstelwet



De Eerste Kamer zal de Crisis- en herstelwet (32.127) vrijwel zeker aanvaarden. Wel kan de wijze waarop de wet wordt toegepast aanzienlijk worden beïnvloed bij aanvaarding van diverse moties die op dinsdag 16 maart door verschillende fracties tijdens de eerste termijn van het debat zijn ingediend. De bedenkingen in de Eerste Kamer tegen onderdelen van de CHW werden in de eerste termijn van de Kamer neergelegd in vijftien moties – een record. De regering krijgt bij de stemming later vandaag vermoedelijk alleen steun van oppositiepartij VVD en de regeringspartijen CDA en ChristenUnie. De voormalige regeringspartij PvdA die voor de val van het kabinet de wet nog wel steunde in de Tweede Kamer, keert zich in de senaat tegen het wetsvoorstel.

De CHW beoogt door versimpeling van juridische procedures projecten in de sfeer van woningbouw en infrastructuur sneller van de grond te krijgen en zo tussen nu en 2014 extra werkgelegenheid te scheppen. Het pakket maatregelen wordt verdedigd door minister-president Balkenende. Deze wordt tijdens het debat geflankeerd door de ministers Eurlings (Verkeer en Waterstaat), Hirsch Ballin (Justitie), Verburg (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) en Huizinga (Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu).

Senator Schouw hekelde namens de fracties van D66 en de Onafhankelijke Senaatsfractie de wijze waarop het kabinet in de afgelopen maanden bij de Eerste Kamer er op heeft aangedongen om haast te maken met de behandeling van de CHW. Hij voorspelde dat de wet (‘een juridisch monster’) eerder tot vertraging dan tot versnelling zal leiden. Schouw diende drie moties in. De eerste vraagt om de bevindingen van de commissie Elverding om te zetten in een hanteerbaar toetsingskader ten behoeve van de versnelling van projecten door verbetering in de voorbereiding en besluitvormingsfases. De tweede motie vraagt om de onteigeningsparagraaf niet in werking te laten treden. De derde motie verlangt van de regering om nieuwe projecten niet bij AMvB aan de CHW toe te voegen, zoals wordt voorgesteld, maar bij afzonderlijk wetsvoorstel aan de beide Kamers voor te leggen.

VVD-kamerlid Hofstra stak de loftrompet op het wetsvoorstel. De VVD-senator betoogde dat eigenlijk ook zonder de economische crisis als aanleiding wetgeving in Nederland versneld en versimpeld zou moeten worden. Nederland is jaren bezig geweest in een oerwoud aan regels en voorschriften projecten te laten verdwalen, vertragen of zelfs laten verdwijnen. De CHW zou de eerste stap moeten zijn op weg naar minder regels en meer dynamiek in de samenleving, zei de VVD-senator. Hofstra vindt het jammer dat veel maatregelen tot 2014 van kracht zijn en dus maar tijdelijk zijn.

Volgens senator Janse de Jonge van het CDA doet de regering een suggestie om de stroperige besluitvorming in ons land te bestrijden. ‘De Crisis- en herstelwet moet voor vier jaar het kader vormen waarbinnen we met elkaar bezien of en hoe versnelling mogelijk is, zonder dat fundamentele rechten van burgers worden aangetast’, aldus Janse de Jonge.

Senator Van den Berg richtte namens de SGP-fractie zijn pijlen op de voorgestelde centralisering van de onteigeningsbesluitvorming door deze aan de gemeente te ontnemen en bij de Kroon onder te brengen.  ‘Moet deze aanpak niet volstrekt in strijd geoordeeld worden met het veelvuldig beleden beginsel - centraal wat moet, decentraal wat kan?

De fractie van de ChristenUnie, die in dit debat niet samen optrok met de fractie van de SGP, staat positief tegenover wettelijke maatregelen die bevorderen dat werknemers in de bouwsector aan het werk kunnen of kunnen blijven. De CU-fractie verzet zich er tegen dat daarbij geldende regels en procedures zomaar op een schroothoop worden gegooid. ‘Een betrouwbare overheid is immers van eminent belang voor stabiliteit en gezag in ons land’, zei CU-woordvoerder De Boer. Steen des aanstoots voor de CU en meerdere fracties in de senaat is een versoepeling van onteigeningsprocedures zoals die in de CHW is voorzien.

Minister-president Balkenende heeft in een brief van 4 maart 2010 (EK 32.127 / 32.254, H) aan de Eerste Kamer laten weten dat de voorziene ontkoppeling tussen onteigening en planologische beslissingen in de praktijk niet zal voorkomen. Dit betekent volgens de CU-fractie dat de koppelingen tussen planologische beslissingen en onteigeningen zoals die nu gelden feitelijk zullen worden gehandhaafd. De CU-fractie wil dat deze koppeling in nieuwe wetgeving wordt vastgelegd, zodat het niet kan gebeuren dat van iemand land of goed wordt onteigend terwijl later blijkt dat het voorgenomen project niet doorgaat. Daarom vroeg deze fractie de bevestiging van de regering dat onteigening in ultieme gevallen blijft gebeuren zoals het thans gaat. De in de CHW voorgestelde wijze van onteigening biedt volgens de CU niet die bescherming waar de overheid in wetten voor moet zorgen.

PvdA-woordvoerder Meindertsma plaatst grote vraagtekens bij de beoogde werkgelegenheidseffecten. Ook voorziet zij dat het midden- en kleinbedrijf in de bouw weinig soulaas van de CHW zal ondervinden. Samen met SGP-senator Van den Berg diende zij een motie in waarin de regering wordt verzocht te waarborgen dat het midden- en kleinbedrijf volop en concurrerend kan profiteren van de in de CHW genoemde projecten. Meindertsma noemde de onderbouwing van de effecten van deze maatregelen op herstel van de werkgelegenheid in de bouwsector en aanverwante sectoren ‘flinterdun, zelfs misleidend’.

De PvdA-senator betoogde dat het slimmer is om in de huidige crisis in te zetten op verbetering van de bestaande woningen dan op het bouwen voor de leegstand van nieuwe woningen. Ook senator Meindertsma diende een motie in geïnspireerd op het rapport Elverding waarin staat dat projecten versneld kunnen worden door een verkenningsfase in te lassen met alternatievenonderzoek, met inbegrip van participatie. De motie verzoekt de regering de methode-Elverding toe te passen bij de voorgestelde 70 projecten in de CHW en bij de projecten die later nog aan de lijst worden toegevoegd.

Senator Vliegenthart van de SP-fractie stelt dat de regering zich heeft verstrikt in de Crisis- en herstelwet. Deze is volgens hem horende doof geweest voor waarschuwingen van de Raad van State, experts en maatschappelijk organisaties. De SP in de senaat neigt naar afkeuring van de CHW, maar is bereid om alsnog te bezien welke projecten alsnog in aanmerking kunnen komen voor versnelling, zonder daarbij belangrijke inspraakrechten van burgers en andere belanghebbenden op te geven. Volgens de SP-woordvoerder tast de CHW vrijwel alle bestaande omgevingswetgeving aan die in de afgelopen jaren tot stand is gebracht. Ook de Wabo, die nog door de Eerste Kamer moet worden goedgekeurd, en de anderhalf jaar oude Wro worden door tal van bepalingen in de CHW ondergeschikt gemaakt aan zogenoemde projectuitvoeringsbesluiten.

Vliegenthart verklaarde getroffen te zijn door de opmerking van premier Balkenende tijdens een partijbijeenkomst van het CDA dat de CHW ook een product is van het christen-democratische gedachtegoed. ‘Welke ideologische onderbouwing ziet de premier achter het ontnemen van inspraakrechten van burgers?’, vroeg senator Vliegenthart.

Senator Laurier van GroenLinks spande de kroon met het indienen van zeven moties. Drie hebben betrekking op de luchthavens Twente, Lelystad en Eindhoven. Een vierde handelt over de verlenging van de A4 door Midden-Delfland. De vijfde gaat over snelwegen in de regio Parkstad Limburg. De zesde over de bypass tussen de rivier de IJssel en het IJsselmeer bij Kampen en de zevende over de verbreding van de wegen A1, A6 en A9 als alternatief voor een directe verbindingswet tussen de A6 en de A9. De CHW speelt volgens GroenLinks een oneigenlijke rol bij al deze projecten.

Ook de senatoren Koffeman (Partij voor de Dieren) en Yildirim (Fractie-Yildirim) voeren aanzienlijke bezwaren aan tegen de invoering van de CHW.


Deel dit item: