Eerste Kamer wil aangepaste wet elektronisch patiëntendossier



De Eerste Kamer nodigt de regering uit om te komen met een aangepast wetsvoorstel voor de invoering van een landelijk elektronisch patiëntendossier (EPD). Tijdens een debat met minister Klink van Volksgezondheid, Welzijn en Sport op dinsdag 1 juni distantieerde een Kamermeerderheid zich van het regeringsvoornemen om het wetsvoorstel gebruik burgerservicenummer in de zorg in verband met de elektronische informatieuitwisseling in de zorg (31.466) aan te houden in afwachting van enkele wijzigingsvoorstellen. Ook vindt de Eerste Kamer dat met het verder opbouwen van een landelijk informatiesysteem voor het EPD moet worden gewacht totdat een aangepast wetsvoorstel gereed is. De meeste fracties in de Eerste Kamer willen dat de minister pas met de uitvoering van een landelijk EPD verder gaat als achtereenvolgens de Tweede Kamer en de Eerste Kamer een aangepast of eventueel geheel nieuw voorstel hebben goedgekeurd.

Het wetsvoorstel dat de weg vrijmaakt voor een landelijke EPD is in februari 2009 aangenomen door de Tweede Kamer. Onlangs vroeg minister Klink de Eerste Kamer om uitstel van de behandeling. Hij kondigde naar aanleiding van adviezen van de Raad van State en de uitkomsten van twee expertmeetings die de Eerste Kamer heeft belegd enkele wijzigingen van het wetsvoorstel aan. Op verzoek van senator Engels (D66) zal de minister zo mogelijk binnen twee weken aangeven of hij het voorliggende wetsvoorstel intrekt en vervangt door een nieuwe versie. In elk geval zal de minister schriftelijk reageren op drie moties die dinsdag zijn ingediend, waarin de Eerste Kamer een aantal verzoeken over het EPD en de wijze van invoering onderstreept.

In het debat wees woordvoerder Dupuis namens de VVD-fractie er op dat de VVD in de Tweede Kamer destijds alleen heeft ingestemd op voorwaarde dat de wet pas in werking zou treden als de inzage van de patiënt in het persoonlijk dossier goed was geregeld. ‘Op dit punt is echter niets geregeld’, aldus senator Dupuis. In een motie van haar hand, mede ondertekend de fracties van PvdA en SP, verzoekt de VVD de minister om een nieuwe procedure in het geval dat een burger weigert om zijn gegevens in een EPD te laten opnemen.

Verwijsindex’

Senator Franken van de CDA-fractie plaatste zijn bijdrage aan het debat over invoering van een landelijk EPD in het teken van een dichtregel van Willem Elsschot: ‘Tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren….’ Franken wees erop dat het Landelijk Schakelpunt tussen de regionale patiëntendossiers niet meer en niet minder is dan een index, waaruit valt af te leiden waar zich welke medische gegevens bevinden. Franken: ‘In feite is het een telefoonboek en voor speciale toepassingen, met een verwijsindex waarmee men met behulp waarvan een zorgaanbieder bepaalde gegevens, die op een andere locatie beschikbaar zijn (indien nodig en wanneer de patiënt daarvoor zijn toestemming geeft) kan gebruiken.’ De benaming elektronisch patiënten dossier noemde Franken ‘verkeerd en verwarrend’. Het gaat volgens de CDA-senator bij het EPD niet om het dossier van een patiënt, maar over een communicatiestandaard (een standaard voor berichtenverkeer) en een bepaalde datastructuur (een gegevensmodel). Overigens erkende Franken dat de gebleken praktische bezwaren aanleiding geven om de wet elektronische informatieuitwisseling in de zorg bij te stellen. ‘Het CDA is er voorstander van dat de informatieuitwisseling een onderdeel is van verantwoorde zorg van goede kwaliteit.’

Landelijk Schakelpunt

De PvdA-fractie diende een motie in waarin de regering wordt gevraagd om het opzetten van het elektronisch patiëntendossier en het Landelijk Schakelpunt (LSP) voor digitale patiëntgegevens op te schorten. Dit LSP moet de verbinding leggen tussen de al bestaande regionale patiëntendossiers. Deze motie kreeg steun van de fracties van VVD, SP, GroenLinks en D66. PvdA-woordvoerder Tan noemde de gang van zaken rond dit dossier ‘onnavolgbaar’. Zij wees erop dat nu al zeven tot acht miljoen mensen staan geregistreerd in regionale systemen met onduidelijke regimes. Bij de PvdA zijn inmiddels grote twijfels gerezen of het huidige wetsvoorstel de oplossing kan bieden voor het concrete probleem van communicatie tussen professionele zorgverleners. Senator Tan schetste een ‘voortdenderende uitvoeringstrein die op een autonoom spoor terecht is gekomen met als eindstation een parlement dat het nakijken heeft naar torenhoge investeringen met twijfelachtig rendement’.

ICT-projecten

Namens de fractie van GroenLinks hamerde senator Thissen op zorgvuldigheid en volgtijdelijkheid bij de invoering van het EPD. Namens de fracties van SGP en ChristenUnie verwees senator Van den Berg naar Zorgverzekeraars Nederland die van mening is dat een gestandaardiseerde registratie van medische gegevens bij zorgaanbieders en de randvoorwaarden om ze eenduidig te kunnen interpreteren aanleiding geven tot veel zorg. Van den Berg wees in dit verband op problemen met megaprojecten zoals de aanleg van een metro en een hogesnelheidslijn. De Algemene Rekenkamer heeft onlangs gerapporteerd aan de Tweede Kamer dat de Nederlandse overheid jaarlijks vier tot vijf miljard euro uitgeeft aan geheel of gedeeltelijk mislukte ICT-projecten, aldus Van den Berg. ‘Dit project past in een steeds langer wordende rij van naar onze mening te groots opgezette ICT-projecten waarbij de overheid telkens miskleunt’, betoogde de SGP-senator.

Communicatieplan

Senator Slagter-Roukema (SP) diende met steun van alle Kamerfracties een motie in waarin de regering wordt verzocht om een communicatieplan op te stellen in overleg met de relevante veldpartijen (vertegenwoordigers van patiënten/consumenten en zorgaanbieders). In dit plan moet de stand van zaken met het EPD worden toegelicht en duidelijkheid worden gegeven ten aanzien van het vervolgtraject.

Slagter-Roukema herinnerde in haar bijdrage aan het debat aan de brief met een toelichting op het Elektronisch Patiëntendossier, zoals minister Klink die in november 2008 op alle huisadressen in Nederland heeft laten bezorgen. Volgens de SP-woordvoerder was er destijds onvoldoende informatie om een weloverwogen keuze te maken en geldt dat feitelijk nog steeds voor elke burger die nu  bericht krijgt dat zijn huisarts of apotheek gebruik gaat maken van het LSP en dat hij/zij daar alsnog stilzwijgend mee kan instemmen of actief bezwaar tegen kan maken. Volgens de SP-senator werd tijdens de expertmeeting en Ronde Tafelbespreking van de Eerste Kamer duidelijk dat wat de regering met het wetsvoorstel beoogt nu juist niet is waar de gezondheidssector behoefte aan heeft.


Deel dit item: