T01193

Toezegging Werklast EHRM (32.125 en 32.123 V)



De minister van Justitie zegt de Kamer, naar aanleiding van een opmerking van het lid Broekers-Knol, toe de werklast van het EHRM (mogelijk ook in Straatsburg) aandacht te geven en als richtsnoer te gebruiken bij het te voeren beleid.


Kerngegevens

Nummer T01193
Status voldaan
Datum toezegging 20 april 2010
Deadline 1 januari 2011
Voormalige Verantwoordelijke(n) Minister van Justitie (Hoofdverantwoordelijke)
Minister van Buitenlandse Zaken
Huidige Verantwoordelijke(n) Minister van Veiligheid en Justitie (Hoofdverantwoordelijke)
Minister van Buitenlandse Zaken
Kamerleden mr. A. Broekers-Knol (VVD)
Commissie commissie voor Europese Samenwerkingsorganisaties (ESO)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen werklast EHRM
Kamerstukken Staat van de Europese Unie 2009-2010 (32.125)
Begrotingsstaten Buitenlandse Zaken 2010 (32.123 V)


Uit de stukken

Handelingen I 2009-2010, nr. 26 – blz. 1082

Mevrouw Broekers-Knol (VVD): Wanneer er niets verandert, wordt Straatsburg verstikt door de "workload", voor zover dat niet al aan de orde is met een achterstand van ongeveer 110.000 zaken. Dat is duidelijk. Met name landen als de Russische Federatie, Oekraïne, Roemenië en Turkije zorgen voor een problematische "workload". Is er voor de EU een uitweg naar Luxemburg omdat dat Hof per slot van rekening ook zal oordelen over mensenrechtenkwesties, namelijk over zaken met betrekking tot het Handvest van de grondrechten van de EU? Mijn fractie lijkt dat een moeilijke weg, want het Luxemburgse Hof is ook overbelast, maar misschien ziet de minister daar wel de mogelijkheid toe. Dat hoor ik graag.

Handelingen I 2009-2010, nr. 26 – blz. 1142

Minister Hirsch Ballin: Dat brengt mij bij de bereidheid die er is en die ik ook al had onderkend, toen de vraag was wat er moet gebeuren met de agenda die mijn vroegere collega Nebahat Albayrak had, bijvoorbeeld op het punt van de voorgenomen toespraak en het gesprek in Straatsburg. Het brengt mij ook bij de vraag wat wij verder moeten doen met de werklast voor het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Dat zijn de punten van bespreking waarvan ik graag toezeg dat zij aandacht zullen krijgen, mogelijk inderdaad in Straatsburg en in ieder geval als richtsnoer voor het beleid dat wij verder te

voeren hebben.

Handelingen I 2009-2010, nr. 26 – blz. 1143

Minister Hirsch Ballin: Ik heb nog een enkele andere vraag te beantwoorden. Mevrouw Broekers-Knol heeft terecht gewezen op de grote werklast die drukt op het Hof. Die drukt ook op het Hof van Justitie van de Europese Unie, maar het gaat nu even over het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Dat is ook de relevantie van de vragen die zijn gesteld over de financiële bijdragen, maar men realiseert zich natuurlijk terdege hoe moeilijk de situatie van de overheidsfinanciën ook in Nederland is. Wij zullen een oplossing voor het werklastprobleem van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens dus niet alleen kunnen zoeken in uitbreidingen, in uitgebreidere ondersteuning. Als wij ons realiseren dat er nu zo'n 120.000 zaken aanhangig zijn en dat er per maand 1500 à 1800 bijkomen, is het duidelijk dat de reactie daarop veel meer een structureel karakter moet dragen. Ook dat behoort wat mij betreft tot de dingen waarvan ik hoop dat die ook in samenspraak met de leden van de Parlementaire Assemblee aan de orde kunnen komen.


Brondocumenten


Historie