Het griffierecht voor zaken bij de kantonrechter zal opnieuw onder de loep worden genomen. Dit verklaarde minister Hirsch Ballin van Justitie en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties dinsdag 28 september tegenover de Eerste Kamer. De senaat debatteerde met de minister over een nieuw stelsel voor de heffing en inning van griffierechten in burgerlijke zaken (31.758). Bij meerdere fracties leeft de vrees dat het nieuwe tarief van € 128,25 een barrière zal vormen voor minder draagkrachtige burgers die een beroep willen doen op de rechter. Dit zou dan in strijd zijn met een bepaling uit het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.
Na de toezegging van de minister van Justitie dat hij de kosten opnieuw tegen het licht zal houden kon de Eerste Kamer instemmen met het wetsvoorstel, waarmee per 1 oktober een nieuw stelsel van griffierechten wordt ingevoerd. Dit voorziet onder meer in de betaling van deze rechten aan het begin van een procedure. Ook is het de bedoeling dat de overheidsinkomsten uit de heffing van griffierechten gelijkmatig stijgen met de kosten van de rechtspraak. Alleen de SP-fractie liet aantekenen dat zij tegen het voorstel is.
Woordvoerder Broekers-Knol van de VVD wees er op dat de griffierechten de kosten van de rechtspraak nooit geheel kunnen dekken. De VVD-senator vond dat bij het vaststellen van het griffierecht er rekening mee moet worden gehouden dat 'burgers via de belastingen al meebetalen aan de kosten van de rechtspraak.' De griffierechten in Nederland behoren volgens de VVD tot de hoogste in Europa. Ook wees Broekers-Knol op de hoge werkdruk van de rechtspraak. "Hoe kan de kwaliteit en toegankelijkheid van de rechtspraak worden gewaarborgd zonder rechters met nog meer werk te belasten", zo vroeg zij de minister.
Senator Van de Beeten van het CDA benadrukte dat kostendekkende tarieven niet het doel zijn van het nieuwe stelsel van griffierechten. Het gaat volgens hem om de invoering van een transparant stelsel dat bovendien geen belemmeringen opwerpt voor de gang naar de rechter. Van de Beeten drong er bij de minister op aan om in het kader van een reparatiewet vast te leggen dat er bij maatregelen in de jeugdbescherming geen griffierecht in rekening wordt gebracht.
Karakteristieke overheidsplicht
Woordvoerder Westerveld van de PvdA pleitte voor het ontzien van minvermogenden die in hoger beroep willen gaan tegen een uitspraak van de rechter. Volgens haar moeten zij voortaan een griffierecht van € 280,- betalen; dat is vier maal zo hoog als bij een zaak voor de kantonrechter (€70,-). Minister Hirsch Ballin bracht hier tegen in dat personen die in hoger beroep willen desnoods een bijzondere bijstandsuitkering van de gemeente kunnen krijgen.
Woordvoerder Holdijk (SGP) verzet zich tegen de impliciete suggestie dat de rechtspraak "bij wijze van spreken een kruideniersartikel is, waarvoor men naar believen terecht kan bij concurrerende leveranciers." Volgens hem is overheidsrechtspraak een publieke, essentiële en karakteristieke overheidsplicht, en is een gebruikersbijdrage niet bedoeld om de rechtspraak te financieren.
Deel dit item: