T01246

Toezegging Visie op de woningmarkt (32.500)



De minister-president, minister van Algemene Zaken, zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Kox, toe dat het kabinet met een visie op de woningmarkt komt en daarbij het aspect van de hypotheekrenteaftrek betrekt, zoals gevraagd in de motie-De Boer.


Kerngegevens

Nummer T01246
Status voldaan
Datum toezegging 7 december 2010
Deadline 1 januari 2012
Verantwoordelijke(n) Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Kamerleden M.J.M. Kox (SP)
Commissie commissie voor Financiën (FIN)
commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koningin (BZK/AZ)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen aftrek
hypotheekrente
woningmarkt
Kamerstukken Miljoenennota 2011 (32.500)


Uit de stukken

Handelingen I 2010-2011, nr. 10 - blz. 44

De heer Kox (SP): De minister-president zegt dat hij met de Eerste Kamer moet weten om te gaan. De vraag doet zich voor hoe dit concreet zijn beslag zal krijgen. Dit is niet de Kamer van de moties, daarvoor moet je aan de overkant zijn; hier wordt slechts af en toe een motie aangenomen. We hebben onlangs een motie aangenomen over de hypotheekrenteaftrek. Ik denk dat er volgende week ook nog wel een aantal moties wordt aangenomen, maar het zullen er niet veel zijn. Ze zullen op de vingers van één hand zijn te tellen. Echter, over die motie over de hypotheekrenteaftrek heeft de minister-president eigenlijk al zo’n beetje gezegd dat zijn kabinet er niet aan kan beginnen. Hoe gaat het nu verder? Als de ministerpresident voortdurend over uitspraken van deze Kamer die hem oproepen tot iets anders dan hij oorspronkelijk van plan was, zegt ″die motie gaan wij niet uitvoeren″, gaat dat natuurlijk wringen. Hoe inventief gaat hij hiermee om? Stel dat wij hier straks vijf, zes moties voorleggen die 38 stemmen krijgen, kan hij toch niet van al die moties zeggen ″sorry, ik denk er anders over″? Althans, dan kan ik mij voorstellen dat de goede beginrelatie gaat wringen. Heeft de minister-president hierover nagedacht?

Minister Rutte: Ik heb de motie zo gelezen dat gevraagd wordt om een visie van het kabinet op de woningmarkt. Die visie komt er ook.

De heer Kox (SP): Maar hebt u gelezen dat een substantiële vermindering van de hypotheekrenteaftrek voor de allerhoogste inkomens onderdeel is van die visie? Dat is geen bijzin. Als u dat niet doet, terwijl u weet – u loopt al acht jaar mee in de politiek – dat dit ook de strekking van de motie is, is dat natuurlijk uw goed recht. Als er echter meer moties komen en u steeds zegt dat u niet gaan doen wat wij willen, dan kan er een moment komen waarop er een probleem ontstaat tussen deze minderheidsregering en deze Kamer. Of niet?

Minister Rutte: Op dit punt zijn er twee smaken. Of de Eerste Kamer heeft al besloten wat zij wil. Dan zegt zij het kabinet: doe dit. Of zij vraagt het kabinet om een visie en zegt: denk daarbij aan. Als wij dan komen met die visie, zal de heer Kox daarin vermoedelijk lezen dat ik andere opvattingen heb over de hypotheekrenteaftrek dan sommige partijen in deze Kamer. We zullen echter proberen om onze visie te onderbouwen. Dan kunnen we er met elkaar een debat over voeren en bekijken of we elkaar kunnen overtuigen. Het gaat om een motie waarin het kabinet wordt gevraagd om een visie op de woningmarkt en om daarbij de kwestie van de hypotheekrenteaftrek te betrekken. Dat gaan we allemaal doen. In de motie staat echter niet: de Eerste Kamer spreekt uit dat de hypotheekrenteaftrek moet worden beperkt. Als dat het geval zou zijn, is het een opdracht aan de regering en moeten we daarop reageren.


Brondocumenten


Historie