Eerste Kamer heeft dinsdag 19 april een motie aangenomen waarin de regering wordt verzocht om het zogenoemde Kierbesluit integraal uit te voeren. Het Kierbesluit heeft betrekking op een gedeeltelijke opening van de sluizen in het Haringvliet, waardoor bepaalde vissoorten uit de Noordzee via het Haringvliet stroomopwaarts in de rivieren kunnen zwemmen.
De motie werd op 22 maart ingediend tijdens een beleidsdebat over het natuurbeleid door senator Koffeman van de Partij voor de Dieren. Bij de stemming op 19 april werd de motie gesteund door de kleinst mogelijke meerderheid van de Eerste Kamer. De fracties van VVD, CDA en SGP - samen goed voor 37 van de 75 Kamerzetels - stemden tegen de motie Koffeman. De fractie van de VVD verklaarde 'sympathie' te hebben voor de motie Koffeman, en eveneens belang te hechten aan een gevarieerde ecologie in het stroomgebied achter de Haringvlietsluizen. Toch stemde de VVD-fractie tegen de motie vanwege de gevolgen die een gedeeltelijke opening van de sluizen zou hebben voor de rijksbegroting.
Europese afspraken
De motie Koffeman constateert 'dat de regering het Kierbesluit niet wil uitvoeren'. In de overweging wordt de regering voorgehouden dat het Kierbesluit een onderdeel vormt van langjarige nationale, bilaterale en Europese afspraken gericht op verbetering van vismigratie en de ecologische kwaliteit van de grote rivieren. Als tweede overweging verklaart de motie dat omringende landen en Nederland al miljoenen euro's hebben geïnvesteerd in de uitvoering van plannen voor het verbeteren van de visstand in de rivieren. Het Kierbesluit vormt bij deze aanpak het sluitstuk, zo staat in de motie, die mede is ondertekend door Leden van de fracties van PvdA, SP, ChristenUnie, GroenLinks en ChristenUnie.
De motie is op 22 maart ontraden door staatssecretaris Bleker van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Hij kondigde aan dat de regering een herzien voorstel zal voorleggen aan de Tweede Kamer over het inlaten van zout water en doorgang voor trekkende vissoorten. Dit voornemen was voor de fracties van CDA en SGP om de motie niet te steunen.
Doorgang vissoorten
Door de bouw van de Haringvlietdam werd het Haringvliet een zoetwatermeer. De afsluiting van het Haringvliet en de veranderingen die dat met zich meebracht zijn uitvoerig onderzocht. Vanwege de gevolgen voor het ecologisch systeem en de versperde doorgang voor bepaalde vissoorten besloot het Rijk een aantal jaren geleden om de Haringvlietsluizen niet alleen bij eb, maar ook bij vloed op een kier te zetten. Dit Kierbesluit stuitte echter op bezwaren van regionale land- en tuinbouwbedrijven. Ook drinkwaterbedrijven vreesden de gevolgen van brak water. Vervolgens is de uitvoering van het besluit om de sluizen op een kier te zetten diverse malen uitgesteld.
Deel dit item: