Eerste Kamer wenst concretisering dierenwelzijn



Na een onderbreking van twee weken heeft de Eerste Kamer dinsdag 10 mei de behandeling van de Wet dieren (31.389) voortgezet. In de tweede termijn van het debat werden acht moties ingediend. De Kamer stemt over het wetsvoorstel en de moties op dinsdag 17 mei. De Wet dieren biedt een integraal wettelijk kader voor de regels met betrekking tot het gedrag van mensen jegens dieren en de regels ter beheersing van de risico's die dieren of van dieren afkomstige producten mee kunnen brengen voor de mens en voor andere dieren.

De Kamer bleek in grote lijnen tevreden met de antwoorden, nadere toelichting en bevestiging van toezeggingen die Staatssecretaris Bleker van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie per brief aan de Kamer op 13 april (EK 31.389, H) heeft verstuurd, daags na de behandeling van het wetsvoorstel in eerste termijn. Toch liet ook deze beantwoording nog ruimte voor een aantal vragen van diverse Kamerfracties, en zorg over de verankering van heldere voorschriften ten aanzien van onder meer diervriendelijke huisvesting en transport.

Animal cops

Met name het begrip de 'intrinsieke waarde van het dier', dat in het wetsvoorstel wordt gehanteerd als norm voor een waardige behandeling van de gedomesticeerde en gehouden dieren, gaf aanleiding tot veel vragen van de kant van de Kamer. In een motie van het Kamerlid Koffeman van de Partij voor de Dieren (EK 31.389, I) wordt de regering verzocht concrete invulling te geven aan het begrip intrinsieke waarde van dieren, op basis van het door de Raad voor Dierenaangelegenheden opgestelde Afwegingsmodel. Staatssecretaris Bleker van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie liet de Kamer weten deze motie te beschouwen als ondersteuning van zijn beleid.

De staatssecretaris zag een motie van CDA-Kamerlid Benedictus eveneens als ondersteuning van het beleid van de regering. Deze motie (EK 31.389, P), gesteund door de SP, de Partij voor de Dieren en de OSF, verzoekt de regering een deel van de 500 aan te stellen 'animal cops', die worden belast met opsporingstaken, in te zetten bij de bestrijding van illegale dierimporten. Zo kan ons land volgens senator Benedictus voldoen aan de verplichtingen die Nederland is aangegaan in het Cites-verdrag. Dit verdrag is in 1975 opgesteld en werd in 1984 door Nederland geratificeerd. Het beoogt de handel in bedreigde planten- en diersoorten aan banden te leggen.

Dierenrechten

Fracties verschilden van mening over de vraag of dieren in principe rechten kunnen worden toegekend. Dit laatste werd met nadruk verdedigd door senator Koffeman, die hierbij steun kreeg van de fracties van de SP en GroenLinks. De fracties van CDA en VVD zijn op rechtsfilosofische gronden van mening dat dieren geen rechten hebben. Dit laat onverlet dat de mens wel de plicht heeft om goed te zorgen voor dieren die door hem worden beheerd. Woordvoerder Benedictus van het CDA verwoordde deze opvatting ook namens de fracties van ChristenUnie en SGP.

VVD-woordvoerder Schaap verklaarde dat zijn fractie wars is van de idee van dierenrechten. "Ik ben blij dat de staatssecretaris heeft uitgesproken het dier als een zaak te blijven zien, en dus het Burgerlijk Wetboek als leidend te beschouwen als het gaat om zakelijke overeenkomsten. Het dier blijft dus rechtsobject, met behoud van een bijzondere menselijke zorgplicht", aldus senator Schaap.

Staatssecretaris Bleker van Landbouw probeerde zowel de voor- als tegenstanders van dierenrechten tegemoet te komen. Hij kondigde aan een deel van de Wet dieren pas in werking te laten treden als hij nader heeft ingevuld wat de zorgplicht voor dieren precies inhoudt.

Drie van de zes andere moties, die senator Koffeman (PvdD) eveneens met steun van de SP en GroenLinks indiende, vond de staatssecretaris ook liggen in het verlengde van het regeringsbeleid. Dit betreft tevens een motie waarin de regering wordt verzocht om wettelijk ruimte te laten voor maatregelen op het te gebied van dierenwelzijn die verder gaat dan waartoe de Europese regelgeving ons land verplicht (EK 31.389, N) . Een werkschema voor de invulling van de uitvoeringsregelgeving behorende bij de Wet Dieren (EK 31.389, M) , gevraagd in een andere motie Koffeman, komt er volgens staatssecretaris Bleker nog voor 1 juli. Hij zegde ook toe dat er additionele middelen komen ten einde gemeenten in staat te stellen hun wettelijke taken op het gebied van zorg en bewaring van dieren adequaat te kunnen invullen na de invoering van de dierenpolitie.

Megastallen

Senator Sylvester van de PvdA vroeg staatssecretaris Bleker of de regering nog een wettelijke basis wenst te bieden voor de preventieve toetsing van onderkomens voor dieren, zoals te ontwikkelen megastallen in de intensieve veehouderij. Het niet vooraf beoordelen van de deugdelijkheid van stalruimten staat volgens Sylvester op gespannen voet met de principes van dierenwelzijn die in de kaderwet worden gehuldigd. Ook maakt de PvdA zich zorgen over de handhaving van voorschriften, die met name bij kleinere bedrijven in het gedrang zou komen.

Over het beleid ten aanzien van megastallen merkte VVD-Kamerlid Schaap op dat de discussie "dreigt te worden overheerst door blinde emoties en ongegrond gemoraliseer." Volgens hem kan een geconcentreerde, hoogwaardige dierhouderij enorme voordelen geven voor allerlei doelstellingen die rond de agrarische sector en de dierhouderij zijn ontwikkeld.

Ziekte-uitbraak

CDA-woordvoerder Benedictus uitte mede namens SGP en ChristenUnie zorgen over de kans dat bij een volgende epidemie onder dieren opnieuw op grote schaal vee moet worden geruimd, ook als de dieren gezond zijn en gevaccineerd. Dit als gevolg van afzetproblemen die de vleessector treffen als omringend landen hun grenzen sluiten voor vleesproducten na een ziekte-uitbraak. Senator Benedictus, van oorsprong dierenarts, pleitte in het debat voor het preventief vaccineren van dieren als een "technologisch hoogstaande en hoogwaardige oplossing."

Het SP-Kamerlid Peters merkte op dat het beleid zoals geschetst in de Wet dieren in de komende jaren nog dient te worden uitgewerkt in een reeks algemene maatregelen van bestuur (AMvB's). De toezeggingen die de staatssecretaris aan de Kamer doet, moeten daarin worden geconcretiseerd. "Onze fractie stelt het bijzonder op prijs als de Kamer ook wordt geïnformeerd over de mening die de Raad van State geeft over deze AMvB's, die immers ook een voorhang of een nahang kunnen krijgen."


Deel dit item: