T01277

Toezegging Analyse huidige wetten in relatie tot de elektronische uitwisseling (31.466)



De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Thissen, toe dat er een scan wordt gemaakt van de bestaande wetten zoals de WGBO om te kijken of deze verbeterd kunnen worden in relatie tot de elektronische uitwisseling van gegevens. Het resultaat van deze scan zal voor de zomer worden gepresenteerd aan de Kamer.


Kerngegevens

Nummer T01277
Status voldaan
Datum toezegging 10 mei 2011
Deadline 1 juli 2013
Verantwoordelijke(n) Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Kamerleden C. P. Thissen (GroenLinks)
Commissie commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)
Soort activiteit Mondeling overleg
Categorie legisprudentie
Onderwerpen analyse
elektronische patiëntendossiers
scan
Kamerstukken Elektronisch patiëntendossier (31.466)


Uit de stukken

EK 31.466 AB, verslag mondeling overleg, blz. 2-3

De heer Thissen (GroenLinks):

"Deze Kamer heeft in grote meerderheid, met uitzondering van de fracties van D66 en het CDA, de motie gesteund waarin de minister gevraagd is om te stoppen met het landelijk schakelpunt. Wij willen het debat daarover niet overdoen, maar zijn wel benieuwd naar de manier waarop de minister de verantwoordelijkheid in dat moratorium, die afbouwperiode, gaat waarmaken. Hoe gaat de minister dat, op basis van die regionale epd-veiligheid en het gebruik van het burgerservicenummer ten behoeve van uitwisseling in de zorg -- zo heet het wetsvoorstel feitelijk; dat is ten onrechte "elektronisch patiëntendossier" gaan heten waardoor er allerlei doembeelden zijn opgekomen -- in de tussentijd doen? Welke rol speelt Nictiz daarin? Dat is in de kern de toelichting die nu nog nodig is."

Minister Schippers:

" Wij vinden het belangrijk om zorgvuldigheid te betrachten tegenover de organisaties die jarenlang werk hebben gedaan voor ons: Nictiz, het landelijk schakelpunt. Wij hebben niet de dag na het Kamerdebat overal de stekker uitgetrokken. Wij hebben gezegd: wij hanteren een overgangstermijn van drie maanden waarin organisaties zelf kunnen kijken hoe zij hun toekomst zien. Dat daar geen overheidsbemoeienis bij komt, is evident. Ik heb dat ook hier al aangegeven. Nictiz kijkt nu naar de mogelijkheden tot elektronische uitwisseling hierna. Ik bekijk dat met alle koepels. Daarbij wordt ook gekeken naar de financiering. Een deel van Nictiz zal altijd door ons gefinancierd worden. Dat is het deel dat zich bezighoudt met de standaarden, de ontwikkeling daarvan, en de protocollen. Die hebben wij gewoon nodig, ook voor de regionale systemen. Wij moeten er gewoon voor zorgen dat wij in één taal met elkaar spreken. Daarvoor zijn echter niet de 100 mensen nodig die er nu zitten.

Wij hanteren een overgangstermijn van drie maanden, dus op 11 juli is bekend hoe het verdergaat. Daartoe hebben wij wel besloten. Ik vind zelf dat als de overheid geen verantwoordelijkheid heeft, deze ook geen financiële bemoeienis heeft met het LSP. Dat geldt ook voor het klantenloket. Het klantenloket is wel heel belangrijk, want dat geeft de gebruikers van welk epd dan ook toegang tot informatie daarover en de mogelijkheid om een klacht in te dienen. Dat hangt evenwel meer samen met de wetten die wij moeten aanpakken. Welke eisen stellen wij nu eigenlijk aan elektronische uitwisseling? Dat gaan wij bekijken in de bestaande wetten. Ik ga dus geen nieuw wetsvoorstel over de elektronische uitwisseling van gegevens maken. Ik kom voor de zomer echter wel naar de Eerste en Tweede Kamer met een resultaat van de scan van wat er nu eigenlijk met al die wetten moet gebeuren. Wat moet er gebeuren met de Wet bescherming persoonsgegevens en de WGBO? Zit daar voldoende in? Zijn deze onvoldoende? In het wetsvoorstel dat is verworpen, zaten verbeteringen. Ik wil natuurlijk zien hoe die verbeteringen in de bestaande wetten kunnen worden opgenomen. Daarvoor neem ik even de tijd. Voor de zomer kom ik daarmee bij uw Kamer terug. Is dit voldoende?

De heer Thissen (GroenLinks):

" Ja. Zegt u hiermee feitelijk dat u werkt aan een veilige digitale uitwisselingsstructuur zonder verantwoordelijkheid voor het landelijk schakelpunt te nemen?"

Minister Schippers: "Ik wil in elk geval mijn verantwoordelijkheid nemen ten aanzien van de wettelijke omgeving. Daarom scan ik de huidige wetten en heb ik het voornemen om de huidige wet op te plussen in plaats van met een nieuw wetsvoorstel te komen. Verder wil ik zorgvuldig zijn ten aanzien van organisaties als Nictiz."

EK 31.466 AB, verslag mondeling overleg, blz. 6

Minister Schippers: "De eerste exercitie is er echt een van juristen. Wij gaan echt juridisch kijken. Ik weet niet of het College daar nog bij betrokken is. Volgens mijn ambtenaren is dat het geval. Er wordt in elk geval juridisch naar gekeken: voldoen deze wetten, zijn ze houdbaar, zijn ze voldoende up-to-date in relatie tot de elektronische uitwisseling? Daarna komt het wetgevingstraject. Ik kom eerst met de analyse naar u toe. Op basis van die analyse bekijk ik welke wetswijzigingen wij moeten hebben. Die gaan naar de Raad van State. Dat traject neemt altijd enige tijd in beslag."


Brondocumenten


Historie