T01299

Toezegging Kabinetsreactie aanbiedingsbrief inzake aanbevelingen uit de evaluatie van de Europese werkwijze (32.502)



De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken zegt de Kamer, naar aanleiding van hetgeen naar voren is gebracht door de Kamervoorzitter en het lid Peters (SP), toe de Kamer een schriftelijke reactie te doen toekomen op de brief inzake aanbevelingen uit de evaluatie van de Europese werkwijze, d.d. 8 april 2011, i.c. tijdige informatie en terugkoppeling naar de Eerste Kamer over wat de regering in Brussel heeft gedaan met de opvattingen van de Kamer.


Kerngegevens

Nummer T01299
Status voldaan
Datum toezegging 19 april 2011
Deadline 1 juli 2011
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken
Kamerleden Prof.em.dr. P.W.J. Peters (SP)
Commissie commissie voor Europese Samenwerkingsorganisaties (ESO)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen staat van de Unie
Kamerstukken Staat van de Europese Unie 2010-2011 (32.502)


Uit de stukken

Handelingen I 2010/11, nr. 25, item 6, blz. 55

Staatssecretaris Knapen:

Voorzitter. Er zit in mijn betoog nog een lang stuk over de nieuwe Europese werkwijze ten aanzien van de fiches. Ik zou dat onderwerp ook schriftelijk kunnen behandelen.

De voorzitter:

Dat stel ik zeer voor. Ik heb de regering hierover namens alle leden van de Kamer een brief geschreven. Ik zou het op prijs stellen als de staatssecretaris die brief, met de hier gestelde vragen, schriftelijk kon beantwoorden. Dan kan dit door de commissie voor ESO en de andere vakcommissies worden opgepakt.

Staatssecretaris Knapen:

Dat doe ik graag. Dit verdient ook een uitvoerige beantwoording. Dat past bij hetgeen ik in mijn inleiding zei: gezien de wijze waarop de Eerste Kamer zich bezighoudt met Europa, moet hierover geen misverstand bestaan.

Handelingen I 2010/11, nr. 25, item 6, blz. 55-56

De heer Peters (SP):

Voorzitter. Ik wil even terug naar mijn vroegere beroep als hoofdinspecteur van de volksgezondheid, met name op het gebied van de Keuringsdienst van Waren. Het maken van een worst is een heel interessant fenomeen. Daarbij hoort echter wel dat degene die de inspectie moet uitvoeren, exact weet wat erin gaat, welke temperatuur wordt gehanteerd, hoe het allemaal gebeurt en zelfs hoe de worst smaakt, hoewel dat laatste niet hoort tot de taak van de hoofdinspectie van de volksgezondheid.

Als iets al of niet in beslotenheid gebeurt, is het belangrijk dat degenen die daarover mee moeten beslissen, inzicht hebben in de processen die plaatsvinden. Daarover heb ik de staatssecretaris nog niet gehoord en dan heb ik het nog niets eens over de communicatie. Het proces horen wij hier te kunnen volgen; wij moeten daarover zo snel mogelijk informatie krijgen, anders kunnen wij het vergeten.

De voorzitter:

In de brief van de voorzitter zijn twee elementen genoemd: tijdige informatie en terugkoppeling naar de Kamer over wat de regering in Brussel heeft gedaan met de opvattingen van de Kamer.

Staatssecretaris Knapen:

Voorzitter. Wij zullen zeker zorgen voor die brief. Wij rapporteren aan de Tweede Kamer. Wij doen verslag van de bijeenkomsten van de Raad, van onze inzet, van de afspraken die gemaakt worden over de inzet die wij moeten betrachten. Er vindt dus terugkoppeling plaats. Voor de Raad Buitenlandse Zaken en de Raad Algemene Zaken doen wij dat steeds zo goed mogelijk. In discussies met de Tweede Kamer heb ik gemerkt dat het zaak is dat wij onze collega's zoveel mogelijk achter de vodden zitten om ervoor te zorgen dat zij beide Kamers zo precies mogelijk van hun inzet op de hoogte stellen, zodat de Kamers de processen stap voor stap kunnen volgen, ook op die vele andere terreinen. Zoals gezegd, kom ik daarop graag terug. De eerstverantwoordelijke bij verslaglegging blijft natuurlijk altijd de verantwoordelijke minister zelf. Wellicht was de brief daarom ook gericht aan de minister-president. Ik heb echter goed nota genomen van het punt van de heer Peters.


Brondocumenten


Historie