T01332

Toezegging Bezien mogelijkheid van uniform btw-tarief culturele activiteiten in startnotitie (32.504/32.505/32.401)



De staatssecretaris van Financiën zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van het lid Ten Hoeve, toe dat de regering in het kader van de startnotitie gaat bekijken of er niet met een uniform btw-tarief voor culturele activiteiten gewerkt kan worden.


Kerngegevens

Nummer T01332
Status voldaan
Datum toezegging 20 december 2010
Deadline 1 juli 2011
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris van Financiën
Kamerleden drs. H. ten Hoeve (OSF)
Commissie commissie voor Financiën (FIN)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen startnotitie
uniform btw-tarief
Kamerstukken Overige fiscale maatregelen 2011 (32.505)
Belastingplan 2011 (32.504)
Fiscale verzamelwet 2010 (32.401)


Uit de stukken

Handelingen I 2010-2011, nr. 12 – blz. 25

De heer Ten Hoeve (OSF):

Ik heb nog enkele specifieke onderwerpen. De btw-verhoging voor podiumkunsten en handel in kunstvoorwerpen heeft veel stof doen opwaaien. Ik denk ook inderdaad dat daar iets mis gaat. Vandaar dat ik de motie daarover ook getekend heb. Voor de duidelijkheid: het hoge btw-tarief is het algemene tarief. Er moeten goede redenen zijn om bepaalde goederen en diensten in het lage tarief onder te brengen. Wat mij betreft, moeten dat heel goede redenen zijn. Ik herhaal nog maar eens de Raad van State dat terughoudendheid past bij het gebruik van een belastingmiddel om niet-fiscale doelen te dienen. In principe zie ik dus geen enkel bezwaar om de sector van de vrijetijdsbesteding weer normaal te gaan belasten. Maar de helft van de sector, waaronder de podiumkunsten, normaal belasten en de andere helft, waaronder heel directe concurrenten als de bioscopen, in het lage tarief laten, dat lijkt wel heel vreemd. Hebben wij echt heel goede redenen om bioscopen, circussen en voetbal wel extra te faciliteren en het theater niet? Daar ontbreekt naar mijn gevoel toch elke redelijkheid. Daar komt nog bij dat de maatregel zo plotseling wordt ingevoerd dat ook daaruit grote problemen ontstaan voor een sector die toch op langere termijn moet plannen en contracteren.

Handelingen I 2010-2011, nr. 13 – blz. 14

Staatssecretaris Weekers: Door de heer Ten Hoeve is gevraagd of er redenen zijn om concurrerende culturele activiteiten, zoals bioscopen, circussen en voetbalwedstrijden, wel extra te faciliteren met het verlaagde btw-tarief, en het theater niet. Er zijn verschillen in elasticiteit. De verwachte effecten zijn bij die andere sectoren veel groter dan bij de podiumkunsten, zo blijkt uit onderzoek. In het kader van de startnotitie ga ik wel bekijken of wij niet meer met een uniform btw-tarief kunnen werken. Dan kun je de middelen vergaren om bepaalde belastingen voor alle sectoren te verlagen als je andere belastingen verhoogt.


Brondocumenten


Historie