T01459

Toezegging Zetelverdeling pensioenfondsbesturen (31.537)



De Minister van SZW zegt de Kamer, naar aanleiding van opmerkingen van de leden Noten, Vliegenthart en Thissen, toe de zetelverdeling tussen werkgevers, werknemers en pensioengerechtigden in pensioenfondsbesturen zodanig te regelen in het wetsvoorstel Versterking bestuur pensioenfondsen, dat indien er sprake is van premiemaximalisatie het werkgeversaandeel minder dan de helft zal zijn.


Kerngegevens

Nummer T01459
Status voldaan
Datum toezegging 24 januari 2012
Deadline 1 januari 2013
Verantwoordelijke(n) Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Kamerleden drs. H.C.P. Noten (PvdA)
C. P. Thissen (GroenLinks)
dr. A. Vliegenthart (SP)
Commissie commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen bestuur
pensioenfondsen
zetelverdeling
Kamerstukken Initiatiefvoorstel-Koşer Kaya en Blok Samenstelling en medezeggenschap in pensioenfondsbesturen (31.537)


Uit de stukken

Handelingen I 2011-2012, nr. 16 - 10 - blz. 48

Minister Kamp: De heer Noten heeft een punt naar voren gebracht. Dat deden ook de heren Vliegenthart en Thissen. Als ik het in mijn eigen woorden mag zeggen, komt het erop neer dat zij zeggen dat het vreemd zou zijn als de werkgevers 50% van de zetels in het bestuur houden, als het pensioenakkoord ervoor zorgt dat er een verschuiving is in de risico's richting werknemers en pensioengerechtigden. Hij vindt dat je, als dat het geval is, ook consequent moet zijn en dat je dan de positie van de werkgevers moet aanpassen voor wat betreft de zetelverdeling. Ik denk dat dit een terecht punt is van de heren Noten, Vliegenthart en Thissen. Het lijkt mij een goed idee om de zetelverdeling afhankelijk te maken van de vraag of de premie voor de werkgever gemaximeerd is, want daar gaat het om. Dat is die natuurlijk. Als de premie voor de werkgever gemaximeerd is, dan is het risico voor de werkgevers beperkt. Dan is het risico verschoven naar anderen en vragen de heren Noten, Vliegenthart en Thissen terecht – en ik vraag het met hen – waarom je dan toch hun deel op 50% zou laten.

De heer Vliegenthart (SP): Dat komt ook in het wetsvoorstel te staan dat hopelijk voor 1 januari hier behandeld zou moeten zijn?

Minister Kamp: Ik denk dat er veel voor te zeggen is om het zo te gaan doen. Ik heb al gezegd dat ik er bijna mee klaar ben. Het wordt een dezer dagen naar de Tweede Kamer gestuurd. Kijkt u ernaar, maar ik denk dat die suggestie van de heren Vliegenthart, Thissen en Noten een waardevolle suggestie is. Ik stel me voor dat je de zetelverdeling dan als volgt regelt: als er een premiemaximering is, dan krijgen de werkgevers en de werknemers evenveel zetels en daarbovenop heb je een aantal zetels voor de pensioengerechtigden. Als de premie niet gemaximeerd is, dan ligt een groot deel van het risico nog steeds bij de werkgevers en dan is het verantwoord dat je aan de ene kant de zetels van de werknemers en de pensioengerechtigden hebt en aan de andere kant de zetels van de werkgevers. Ik denk dat er op deze wijze een goede vertaling wordt gegeven aan wat naar voren is gebracht door de heer Noten en anderen. Ik denk dat we dat zo zouden kunnen doen.

Handelingen I 2011-2012, nr. 16 - 12 - blz. 65

Minister Kamp: Ik begin met de heer Noten. Hij heeft een motie ingediend, medeonder-tekend door de heren Thissen en Vliegenthart. Ik laat het oordeel over de motie natuurlijk aan de Kamer, maar wat daarin staat, is wat ik van plan ben om te gaan doen


Brondocumenten


Historie