T01474

Toezegging Financiële sanctie bepleiten bij niet-naleving EHRM-uitspraak (32.735)



De minister van Buitenlandse Zaken zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen/opmerkingen van de leden Franken (CDA), Kox (SP) en Strik (GL), toe in het Comité van Ministers te bepleiten dat financiële sancties worden getroffen voor lidstaten die EHRM-uitspraken niet naleven.


Kerngegevens

Nummer T01474
Status voldaan
Datum toezegging 13 maart 2012
Deadline 1 juli 2013
Verantwoordelijke(n) Minister van Buitenlandse Zaken
Kamerleden prof. mr. H. Franken (CDA)
M.J.M. Kox (SP)
mr. dr. M.H.A. Strik (GroenLinks)
Commissie commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking (BDO)
commissie voor Europese Samenwerkingsorganisaties (ESO)
commissie voor Europese Samenwerkingsorganisaties (ESO)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen Europees Hof voor de Rechten van de Mens
niet-naleving
sancties
Kamerstukken Mensenrechten in het buitenlands beleid (32.735)


Uit de stukken

Handelingen I 2011-2012, nr. 22 - blz. 36

Minister Opstelten: In mijn brief van vijf maart heb ik naar aanleiding van een vraag van de SP-fractie gesteld welwillend te staan ten opzichte van de gedachte om te kijken naar verdergaande maatregelen, zoals het opleggen van financiële sancties als de non-implementatie van een EHRM-uitspraak aanleiding is voor een aanzienlijk aantal kloonzaken bij het Hof, want dat gaat natuurlijk gebeuren. Ik maak er wel een kanttekening bij. Het zal namelijk niet eenvoudig zijn om een dergelijke maatregel aanvaard te krijgen in een intergouvernementele setting als de Raad van Europa waar unanimiteit vereist is. Men kan wel raden wie hier wellicht tegen zouden kunnen zijn, maar onze inzet is in ieder geval duidelijk.

Handelingen I 2011-2012, nr. 22 - blz. 41

Mevrouw Strik (GroenLinks): Maar ik heb eigenlijk een andere vraag. Minister Rosenthal zei net dat het Comité van Ministers veel meer doet dan monitoren. Ik vroeg in eerste termijn of de minister het idee heeft of het Comité van Ministers daar op dit moment al voldoende aan doet. Spreekt men elkaar binnen het Comité van Ministers daadwerkelijk aan op niet-naleving, zeker als het gaat om structurele niet-naleving? Wat zou daar nog in kunnen verbeteren?

Minister Rosenthal: Ik zou met mevrouw Strik en de Eerste Kamer vooral willen kijken naar hoe wij de zaken zo krachtig mogelijk kunnen houden en hoe wij het, waar nodig en met behoud van het goede, nog beter kunnen doen. Daarom zei ik daarnet al heel praktisch tegen mevrouw Strik dat ik van plan ben om naar het Comité van Ministers te gaan. Dat moet het signaal zijn. Daar kom ik hopelijk goed beslagenten ijs. Wij weten dat het Comité van Ministers een aantal instrumenten ter beschikking staat. In de dialoog met je collegae en het Hof moet je bekijken in hoeverre je bijvoorbeeld bij bepaalde zaken wat scherper zou kunnen kijken naar de mogelijkheden om resoluties, aanbevelingen en interpretaties aan te reiken zoals dat in artikel 46,lid 3 van de conventie is vastgelegd. Daar gaat het dan om. Ik ga mij op dit ogenblik niet uitlaten over de vraag of het tot nog toe genoeg gebeurd is of dat er meer moet gebeuren. Ik ben mij er net als de regering volledig van bewust dat het Comité van Ministers er niet voor niets is. Dat allemaal ten voordele van een krachtig en onafhankelijk Hof. Daar gaat het om.

De heer Franken (CDA): Is de minister dan ook bereid om daar voorstellen te doen om tot een concretisering van sancties te komen, in die zin dat op bepaalde landen die een grote achterstand hebben opgelopen, echt wat druk wordt uitgeoefend?

Minister Rosenthal: Daar heeft collega Opstelten al een mededeling over gedaan. Die kan ik dus herbevestigen. Maar straks krijgen wij in het Comité van Ministers wel te maken met 48 verdragspartijen. Die moeten op een bepaald moment op een bepaalde lijn komen. De ingewikkelde zaken daarbij, zoals de double majority, laat ik nu even in het midden. Maar dat wij daar naartoe kunnen gaan met de beste intenties en dat wij moeten hopen dat wij daar kunnen doorzetten wat wij willen, is een tweede. De intentie is er echter.

Handelingen I 2011-2012, nr. 22 - blz. 44

De heer Kox (SP): (...) Ik tel mijn zegeningen; als het niet klopt, hoor ik het wel vanachter de regeringstafel. (...) 11: De ministers zullen kijken of andere lidstaten ervan kunnen worden overtuigd dat het niveau van de bijdrage op zijn minst op het niveau van de eigen rechter moet zijn, anders teert men echt op de zak van iemand anders. Dat lijkt me niet zo onredelijk. De regering wil bepleiten dat extra financiële sancties bij niet-naleving ten uitvoer komen, maar wij zijn gewaarschuwd: daarvoor moet je wel 46 andere lidstaten meekrijgen.

Handelingen I 2011-2012, nr. 22 - blz. 48

Minister Opstelten: (...) Ik ben de heer Kox er erkentelijk voor dat hij in twaalf punten nog een keer precies heeft aangegeven wat onze bijdrage is geweest. Dat is iets om te onthouden voor later. Dank.


Brondocumenten


Historie