In het plenair debat van 4 juni 2013 over de toekomst van het Koninkrijk in brede zin is gesproken over de ontwikkelingen sinds de op 10 oktober 2010 doorgevoerde wijziging van de staatkundige structuur van het Koninkrijk der Nederlanden. Sinds die datum zijn Curaçao en Sint-Maarten zelfstandige landen binnen het Koninkrijk en maken de 'BES'-eilanden (Bonaire, Sint Eustatius en Saba) als openbare lichamen deel uit van Nederland. In het debat met minister Plasterk van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties werd een tussentijdse balans opgemaakt van de nieuwe staatkundige verhoudingen en werd van gedachten gewisseld over de toekomst van het Koninkrijk op de langere termijn. In 2015 volgt er een uitgebreide evaluatie.
In het debat werden twee moties ingediend. Zo vraagt de motie-Ester (ChristenUnie) c.s. om een structureel actieprogramma ter verbetering van de naleving van kinderrechten op de BES-eilanden en wil de motie-Quik-Schuijt (SP) c.s. maatregelen om de gezondheidsschade te beperken als gevolg van de aanwezigheid van de Isla-raffinaderij op Curaçao. Over de moties wordt gestemd op 11 juni 2013.
Vertrouwen over en weer
Senator Van Bijsterveld (CDA) gaf aan dat het welslagen van de nieuwe verhoudingen afhangt van een combinatie van vertrouwen over en weer en het blijvende besef van de kleinschaligheid van het Caribische deel van het Koninkrijk. Van Bijsterveld noemde de moord op politicus Helmin Wiels een ondermijning van de samenleving en de rechtsstaat. De senator onderstreepte het belang van de Koninkrijksconferentie die dit najaar wordt gehouden en vroeg hoe de minister staat tegenover de versterking van de ondersteuning van de gouverneurs op het terrein van wetgeving.
Minister Plasterk gaf aan dat gouverneur van Sint Maarten deze ondersteuning heeft gekregen, maar dat er geen voornemen is om die ook aan andere gouverneurs toe te kennen. Ook vroeg senator Van Bijsterveld hoe de minister denkt over een aparte, in Nederland gestationeerde, vertegenwoordiger van de BES-eilanden en hoe de functie van Rijksvertegenwoordiger meer doorzettingskracht (en een andere naam) kan krijgen. Minister Plasterk zag geen reden de huidige wijze van vertegenwoordiging te wijzigen en wacht liever eerst af hoe deze zich ontwikkelt.
Meer dan een vruchtbare handelssamenwerking
Senator Ganzevoort (GroenLinks) merkte op dat er weliswaar geen totaal gedeelde culturele gelijkheid is, maar dat het Koninkrijk wel meer is dan alleen een vruchtbare handelssamenwerking. De senator merkte op dat de tijd van Nederland als koloniale mogendheid gelukkig voorbij is, maar dat wij niet de ambitie moeten opgeven om onze rechtsstatelijke principes en fundamentele waarden uit te dragen en vorm te geven binnen het Koninkrijk. Ganzevoort vroeg wat er mogelijk is om - zonder in te grijpen in de autonome structuren van onze zusterlanden - hen te ondersteunen bij het goed laten functioneren van de democratische instellingen.
Senator Ester (ChristenUnie) betoogde dat de visie op het Koninkrijk van het kabinet vooral juridisch-bestuurlijk van aard is en te weinig gericht op de onderliggende waardengemeenschap, verbondenheid en wederzijdse belangen. De senator uitte zorgen over het grote aantal abortussen op de eilanden en de vaak onveilige en ongezonde omstandigheden waarin kinderen daar opgroeien. De senator diende een motie in die de regering verzoekt met een structureel actieplan te komen voor de verbetering van de naleving van kinderrechten op de BES-eilanden. Minister Plasterk gaf aan dat er voor deze zomer een reactie komt van de ministeries van VWS, OCW, SZW, V&J en BZK op een recentelijk gepubliceerd rapport van UNICEF dat deze kinderrechtsituatie in kaart brengt. De minister vroeg senator Ester om de motie aan te houden tot de bespreking van deze kabinetsreactie.
Senator Quik-Schuijt (SP) uitte grote zorgen over de schending van het recht op gezondheid op Curaçao als gevolg van luchtvervuiling van de Isla-raffinaderij. Volgens de senator kan Nederland zich niet langer verschuilen achter het feit dat milieu valt onder de autonome bevoegdheden van Curaçao en is er een gedeelde verantwoordelijkheid. Zij diende een motie in die de regering verzoekt de gezondheidsschade als gevolg van deze vervuiling te beperken door zoveel mogelijk de vorige eigenaar en de huidige gebruiker op hun verantwoordelijkheid aan te spreken. De minister gaf aan dat hij de motie redelijk acht, maar merkte op dat de regering hiervoor alleen actie kan ondernemen als Curaçao daar uitdrukkelijk om vraagt. Senator Quik-Schuijt gaf verder aan dat de armoede op de BES-eilanden haar fractie zwaar op de maag ligt en vroeg de minister of hij het Sociaal Cultureel Planbureau hiernaar onderzoek wil laten doen. Minister Plasterk verwees hiervoor naar staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Ontwikkelagenda
Senator Linthorst (PvdA) drong aan op het verder ontwikkelen van samenhangend beleid, met name voor de BES-eilanden. Volgens de senator is het cruciaal dat hier de bestuurders en de bevolking van de BES-eilanden nauw bij worden betrokken. Deze samenhangende visie moet volgens Linthorst vertaald worden in een ontwikkelagenda per ministerie, waarbij concreet wordt vastgesteld wat een naar Nederlandse maatstaven acceptabel voorzieningenniveau is. Minister Plasterk stelde dat er ontwikkelingsplannen per eiland komen, die met andere departementen worden afgestemd en als één plan aan de Kamer worden gezonden. Een interdepartementaal juristenoverleg moet de voorgenomen terughoudendheid in het van toepassing verklaren van Nederlandse wetten in het Caribisch deel bewaken.
Herziening van het Statuut
Senator De Graaf (D66) maakte zich sterk voor een herziening van het Statuut voor het Koninkrijk, waarbij regelingen van onderlinge waarborgen, Koninkrijksverantwoordelijkheden en instrumenten tegen het licht worden gehouden. Het Statuut is volgens de senator onbruikbaar gebleken voor het ingrijpen bij schendingen van internationale verdragen of Koninkrijksrecht of bij taakverwaarlozing.
Minister Plasterk gaf aan dat het Statuut zeker veranderd kan worden als daartoe aanleiding bestaat in de evaluatie en de verschillende landen het daarover eens zijn. Een concreet plan voor deze evaluatie wordt volgens de minister nog apart voorgelegd aan de Kamer. De minister heeft nog niet vastgesteld of deze evaluatie door middel van een Europese aanbesteding moet worden uitgezet. Hij wacht het advies van de Raad van State over de inrichting van de evaluatie af.
Senator De Graaf vroeg ook, evenals senator Ester (ChristenUnie), op welke termijn de verhouding van de Caribische delen van het Koninkrijk tot de Europese Unie duidelijk wordt. De minister gaf aan dat er een aantal strubbelingen is maar dat hij hierover nauw in overleg is met de minister van Buitenlandse Zaken.
Senator Van Kappen (VVD) merkte op dat de staatsvorm van het Koninkrijk wringt omdat onvoldoende duidelijk is wat de onderlinge verhoudingen zijn. Van Kappen: "Het Koninkrijk bestaat, maar het Koninkrijksgevoel bestaat niet." Volgens de senator moet het Statuut grondig tegen het licht worden gehouden, mede omdat de trans-Atlantische dimensie van ons Koninkrijk grote kansen biedt. Volgens senator Van Kappen wordt de dialoog tussen het Europees en het Caribisch deel van het Koninkrijk verstoord door emoties over een vermeende aantasting van autonomie. Beide delen moeten er van overtuigd worden dat het Koninkrijk meer is dan een juridische constructie en ook echt waarde heeft.
Verder vroeg senator Van Kappen, evenals senator Linthorst (PvdA) naar de verhoogde lastendruk voor inwoners van de BES-eilanden en de afgenomen koopkracht die hier het gevolg van is. De minister gaf aan dat hij hier momenteel nog geen duidelijk beeld van heeft, omdat het bruto binnenlands product nog niet is vastgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek. De minister zal zijn ambtsgenoot van Financiën vragen dit gegeven aan de Kamer te sturen.
Verhouding Europees en Caribisch deel Koninkrijk
Senator Van Dijk (PVV) uitte zorgen over de huidige financiële situatie in Curaçao en Sint Maarten. Van Dijk: "Wat de Nederlandse belastingbetaler betreft gaat er geen euro naar Curaçao en Sint Maarten." Minister Plasterk gaf aan dat de regering die mening deelt en dat het niet de bedoeling is dat de regering de eilanden structureel financieel ondersteunt. Verder merkte senator Van Dijk op dat de PVV gekend tegenstander is van de constructie BES-eilanden als bijzondere gemeenten en dat de nieuwe constitutionele status onvoldoende is doordacht.
Senator De Lange (OSF) sprak in zijn bijdrage mede namens de PvdD. Volgens de senator zijn de beelden die men in Nederland en in de gebieden overzee van elkaar heeft bepaald niet positief of vleiend. Ook wordt de Nederlandse wet in de BES-eilanden anders gehandhaafd dan in de Nederlandse gemeentes. De Lange betoogde dat er gestreefd moet worden naar volledige onafhankelijkheid van de eilanden en dient de regering in overleg met betrokkenen te zoeken naar geheel nieuwe mogelijkheden.
Minister Plasterk gaf aan dat de basis ligt in een wederzijdse wens om gemeenschappelijke waarden te ontdekken en dat de ongelijkheid in verhoudingen voortkomt uit het koloniale verleden. Ten aanzien van de onafhankelijkheid van het Caribisch deel van het Koninkrijk haalde de minister Helmin Wiels aan, die aangaf dat deze landen nog niet toe zijn aan onafhankelijkheid maar dat deze onafhankelijke positie vanzelf komt wanneer alle interne aangelegenheden op orde zijn. Ten aanzien van de opmerkingen over de gemeenschappelijke waarden binnen het Koninkrijk gaf de minister aan dat Koning Willem-Alexander hierover zal spreken in zijn kennismakingbezoek aan de eilanden in november dit jaar.
Deel dit item: