Aanpassing Wet op de ondernemingsraden aanvaard



De Eerste Kamer heeft op  dinsdag 25 juni 2013 na een plenair debat de wijziging in de financiering van het scholingssyteem voor leden van de ondernemingsraad (OR) aangenomen. De SP-fractie werd aantekening verleend. De wijziging van de Wet op de ondernemingsraden (WOR) volgt op een advies van de Sociaal-Economische Raad (SER) en bevat onder meer een wettelijk verankerd scholingsrecht voor OR-leden, de bevoegdheid voor de SER om een richtbedrag voor scholing per dag(-deel) vast te stellen en een wettelijke geschillenregeling. Daarnaast vervalt de verplichte bemiddeling binnen de geschillenprocedure.

In het debat met minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid werd met name ingegaan op het in de Tweede Kamer aangenomen amendement Van Weyenberg. Dat bepaalt dat iedere ongeorganiseerde werknemer zichzelf verkiesbaar kan stellen voor de OR zonder hiervoor afhankelijk te zijn van een vakbond of 30 handtekeningen van andere werknemers.

Amendement Van Weyenberg

Senator Sent (PvdA), die mede namens de fracties van de VVD en het CDA sprak, gaf aan dat er bij de sociale partners onvoldoende draagvlak bestaat voor het amendement Van Weyenberg. Sent haalde aan dat zowel de Stichting van de Arbeid als de regering zelf een negatief advies hebben gegeven over dit amendement en vroeg welke mogelijkheden de minister ziet om toch een passende regeling te maken.

Volgens senator Backer (D66) verlaagt het amendement juist de drempel om deel te nemen aan bedrijfsdemocratie. Volgens de senator is de rechtspraak in OR-zaken bovendien voldoende ontwikkeld om te voorkomen dat werknemers alleen lid worden van de OR om ontslagbescherming te krijgen. Daarnaast merkte Backer op dat er ook nu in tal van reglementen van ondernemingsraden een handtekeningenvereiste is opgenomen dat volstrekt niet overeenkomt met de huidige gang van zaken en de organisatiegraad in de onderneming.

Minister Asscher verwacht dat het amendement op korte termijn geen schade zal aanrichten voor de kwaliteit van de medezeggenschap. De minister gaf aan dat hij de Commissie Bevordering Medezeggenschap heeft gevraagd om suggesties voor een passende regeling en dat hij die commissie de tijd wil geven om hier naar te kijken. Een wetswijziging sluit hij niet op voorhand uit. De aanbevelingen van de commissie volgen dit najaar, waarna de minister met de SER zal overleggen over een breed gedragen oplossing.  

Naleving

Senator Ruers (SP) stelde dat 29% van ondernemingen waarop de WOR van toepassing is, niet de wettelijke voorschriften naleeft. De senator drong er op aan dat de regering strenger toeziet op de naleving van de WOR. Ruers vroeg ook of ondernemingen, met het vervallen van de wettelijke verplichting om een apart bedrag te reserveren voor OR-scholing, hiervoor toch voldoende geld zullen uittrekken. Daarnaast merkte hij op dat het vervallen van de verplichte middeling binnen de geschillenprocedure haaks staat op de onlangs door de minister van Veiligheid en Justitie verwoorde opvatting dat bemiddeling vaker moet worden ingezet. 

Minister Asscher benadrukte dat de Commissie Bevordering Medezeggenschap tot doelstelling heeft om naleving te bevorderen en gaf aan dat de regering hier dus wel degelijk oog voor heeft. Volgens de minister wordt de plicht tot scholing door het wetsvoorstel niet weggenomen maar zelfs verzwaard met de explicitering van de betalingsverplichting voor de werkgever. Verder stelde de minister dat dit wetsvoorstel de mogelijkheid tot bemiddeling niet in de weg staat en dat er dus geen tegenstelling is tussen dit beleid en dat van zijn collega-bewindspersoon van Veiligheid en Justitie.


Deel dit item: