De Eerste Kamer heeft op dinsdag 25 juni 2013 na een debat met minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de Wijzigingswet kinderopvang 2013 aangenomen. Dit wetsvoorstel wijzigt de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Wko) om de veiligheid van kinderen binnen de kinderopvang en het peuterspeelzaalwerk te verbeteren. Concreet gaat het om een uitbreiding en aanscherping van de plicht voor werkers in de kinderopvang om te beschikken over een verklaring omtrent het gedrag (VOG) en om de invoering van een zogenaamde meldplicht voor professionals bij misstanden
Senator Hoekstra (CDA) merkte op dat de veiligheidsproblemen binnen de kinderopvang met name komen door onvoldoende handhaving van regelgeving. Hoekstra vroeg in algemene zin naar visie van de regering op kinderopvang en in specifieke zin naar de mogelijkheid voor privépersonen om een VOG aan te vragen.
Over dit laatste zei de minister dat privépersonen zoals gastouders in alle gevallen een VOG bij de gemeente kunnen aanvragen, zolang opdrachtgever en opdrachtnemer dat beiden verlangen.
Senator Sent (PvdA), die mede namens de fractie van GroenLinks sprak, gaf aan dat de gastouderopvang onevenredig hard wordt getroffen door de in het wetsvoorstel opgenomen heffing van leges voor de VOG en de inschrijving in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzaalwerk. Minister Asscher stelde dat waar mogelijk rekening wordt gehouden met de gastouderopvang en dat bepaalde gemeentes zijn aangeschreven met het verzoek de hoogte van de leges te heroverwegen.
Screening
Senator Scholten (D66) vroeg wat er met de kinderopvang en de medewerker gebeurt als er geen VOG wordt afgegeven en de kinderopvang de medewerker niet op non-actief stelt of ontslaat. Minister Asscher stelde dat in dergelijke gevallen de toezichthouder moet handhaven en dat in het uiterste geval sluiting van de instelling volgt.
Daarnaast vroeg Scholten of de continue screening die nu wordt voorgesteld voor medewerkers in de kinderopvang ook voor andere sectoren kan worden ingevoerd. Volgens de senator is screenen van medewerkers weliswaar een goed instrument om misstanden te bestrijden, maar is het net zo belangrijk om een veilige en prettige sfeer en betrokken zorg voor kinderen te creëren. Minister Asscher stelde dat continue screening ook in andere sectoren kan als het proportioneel en gerechtvaardigd is. Dit is dus niet afhankelijk van de uitkomst van de evaluatie van dit wetsvoorstel.
Illusie noch belofte
Minister Asscher gaf aan dat er in het afgelopen jaar naar aanleiding van het rapport van de commissie-Gunning over de Amsterdamse zedenzaak al veel verbeterd is in de kinderopvang en dat de voorgestelde wijzigingen dan ook in het teken staan van verdere verbetering. Anderzijds: een garantie van honderd procent veilig is er nooit. Volgens de minister is het wetsvoorstel dus noch een illusie, noch een belofte dat kinderen altijd veilig zullen zijn. Minister Asscher zegde de diens positie; hij zal de Kamer hierover eind 2013 informeren. Verder gaf de minister aan dat de regering het parlement na de zomer zal informeren over de concrete plannen voor verbetering van het toezicht.
Deel dit item: