T01708

Toezegging Advies Kiesraad inzake Kieswet (33.268)



De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Thom de Graaf (D66), toe de Kiesraad om advies te vragen over het belang en de vormgeving van een integrale herziening van de Kieswet en de Eerste Kamer een afschrift van dit advies te sturen.


Kerngegevens

Nummer T01708
Status voldaan
Datum toezegging 25 juni 2013
Deadline 1 juli 2014
Verantwoordelijke(n) Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Kamerleden Mr. Th.C. de Graaf (D66)
Commissie commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BZK/AZ)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen Kiesraad
Kieswet
Kamerstukken Wijzigingen in het verkiezingsproces (33.268)


Uit de stukken

Handelingen I 2012-2013, nr. 32, item 7 - blz. 21-22

De heer Thom de Graaf (D66): In de derde en laatste plaats heb ik nog een opmerking over de Kieswet. De regering komt nu met een publieksversie van de Kieswet. Dat is mooi. Maar nog mooier zou zijn als dat helemaal niet nodig was omdat de Kieswet begrijpelijk zou zijn in zichzelf. Dat er een publieksversie moet komen voor de leden van de stembureaus is eigenlijk al veelzeggend. Het zou mooi zijn als we eindelijk een integrale herziening van de Kieswet tegemoet zouden kunnen zien. De Kiesraad dringt daar op aan en juist die moet over de Kieswet waken en die ook uitvoeren. De minister lijkt het echter zonde van de tijd en de energie te vinden. Die moeten kennelijk aan andere wetgevingsprojecten worden besteed. Maar zo veel staat er toch eigenlijk niet op stapel aan constitutionele en organieke wetgeving in de komende tijd? Of heb ik het mis? Is de minister bijvoorbeeld alsnog van plan om de motie-Engels van deze Kamer over de rechtsstaatvermelding in de Grondwet uit te voeren? Dat zou natuurlijk een argument kunnen zijn om extra wetgevingscapaciteit daarvoor in te zetten.

De Kieswet is in de afgelopen 25 jaar zo vaak en zo ingewikkeld gewijzigd dat er nauwelijks nog een kiesrechtjurist, laat staan een geïnteresseerde burger of een gemiddeld Kamerlid, wegwijs uit kan. De Kieswet is een relevante pijler in onze parlementaire democratie en moet zowel formeel als materieel kenbaar zijn, dus niet alleen voor de secretaris van de Kiesraad. Is de minister dit met mij eens? Zo ja, zou hij dan zijn standpunt willen heroverwegen dat hieraan geen prioriteit moet worden besteed? Mijn fractie overweegt om, afhankelijk van het antwoord van de minister, waarvan ik natuurlijk hoop dat het positief is, in tweede termijn hierover een uitspraak aan de Kamer te ontlokken.

(...)

Handelingen I 2012-2013, nr. 32, item 9 - blz. 30

Minister Plasterk: Daarmee kom ik wel op het volgende punt, namelijk of de regering bereid is om tot een integrale herziening van de Kieswet te komen. Wij zijn het er allemaal over eens dat de Kieswet belangrijk is. Ik heb om die reden de Kiesraad in ieder geval gevraagd om er ook een publieksversie van te maken. Hij zal dit doen. Overigens heeft hij er wel bij aangetekend dat men aarzelt om een eigen tekstinterpretatie van de Kieswet te geven. De Kiesraad zou daarom de tekst van de huidige Kieswet zodanig kunnen presenteren dat die voor een algemeen publiek inzichtelijk is, misschien ook door er keuzen nadrukkelijker uit naar voren te halen en toe te lichten, zonder samen te vatten wat de wetgever heeft bedoeld met te zeggen wat er staat. Voor je het weet creëer je dan namelijk twee versies van de Kieswet. Dat kan ook weer verwarring scheppen. Maar goed, die publieksversie komt er.

De integrale herziening zou ik onmiddellijk uitvoeren als ik daarvoor de ambtelijke capaciteit had, maar wij zijn heel druk bezig met wetgeving. Ik heb het gevoel dat ik van de collega's één van degenen bij die regelmatig in de Eerste Kamer staat, niet alleen voor algemene debatten, maar wel degelijk ook voor wetswijzigingen. Ik heb hier nog net geen campingbedje staan, maar breng hier toch vele dagen door. Dat moet allemaal wel worden voorbereid door de mensen van de afdeling wetgeving. Ik zou het graag doen, maar ik ontraad om dat pad nu op te gaan.

De heer Thom de Graaf (D66): Ik begrijp dat het niet bovenaan het lijstje van de minister staat. Er zijn enkele wat meer prangende wetgevingsprojecten. Dat hoeft de minister echter niet te ontslaan van, ik zou bijna zeggen: de verplichting om te zorgen dat dit onderdeel van de wetgeving wat kenbaarder en overzichtelijker wordt. Waarom zou de minister niet kunnen toezeggen dat dit op de lijst wordt geplaatst en dat wordt gekeken of met de voorbereidingen kan worden begonnen? De Kiesraad kan bijvoorbeeld worden gevraagd om een advies uit te brengen over de integrale herziening. Die heeft daarvoor zelf meermalen gepleit. Dat zou het begin kunnen zijn van een wetgevingsproces dat niet volgende week tot een wetsvoorstel hoeft te leiden. Ik zou echter graag die toezegging willen hebben, omdat ik denk dat we dit niet op zijn beloop moeten laten. Als de minister daartoe in zijn regeringsperiode geen aanzet geeft, staan we over een jaar of drie, als dit kabinet de rit uitzit, opnieuw voor de vraag of iemand een keer de aanzet wil geven voor een herziening.

Minister Plasterk: Op het punt van het kenbaar maken van de Kieswet zeg ik met alle plezier toe dat ik, behalve door te werken aan de publieksversie, ook anderszins mijn best zal doen om de Kieswet kenbaar te maken. Voor wat betreft een integrale herziening geldt echter dat ik het moet doen met de ambtelijke capaciteit die ik heb. Er moeten nog bezuinigingen op de rijksdienst worden ingeboekt en die zullen ook voor een deel bij het ministerie van BZK landen, dus ik wil niet lichtvaardig zeggen dat ik het op de lijst zet als ik daarmee de verwachting schep dat ik het vervolgens op enig moment ter hand zal kunnen nemen. Ik moet dus kiezen, zoals de heer De Graaf ook zei, en we zijn nog met grondwetswijzigingen bezig. Ik heb in het debat van vorige week ook een beschouwing over hoofdstuk 7 van de Grondwet toegezegd aan de heer Engels, en dat moet allemaal gebeuren. Daar ligt dus mijn prioriteit, voordat we een wet die op zichzelf functioneert maar die inderdaad door de geschiedenis een complexe architectuur heeft gekregen, helemaal gaan herzien.

De heer Thom de Graaf (D66): Dit is een laatste poging van mijn kant, voorzitter. Zou de minister wel kunnen toezeggen dat hij de Kiesraad vraagt om een advies, niet zozeer over de wenselijkheid van de integrale herziening – daarover heeft de Kiesraad zich al uitgesproken – maar over de mogelijke vormgeving daarvan? Dan kan na dat advies opnieuw worden bezien wat dit betekent voor de planning en de prioriteitsstelling.

Minister Plasterk: Zo'n verzoek kan ik bijna niet weigeren en ik probeer de heer De Graaf tegemoet te komen, dus ik zal in ieder geval de Kiesraad vragen naar het belang en de eventuele vormgeving ervan, maar zonder de suggestie te willen wekken dat we dit vervolgens ook ter hand zullen nemen. Ik zal de Kamer een afschrift doen toekomen, dan kan zij dat wegen.

(...)

Handelingen I 2012-2013, nr. 32, item 9 - blz. 35

De heer Thom de Graaf (D66): Voorzitter. Ik dank de minister voor zijn antwoorden en voor zijn toezegging om de Kiesraad advies te vragen over de wenselijkheid en de mogelijke vormgeving van een integrale herziening van de Kieswet. Dat vind ik belangrijk. Ik ga ervan uit dat de Kiesraad zorgvuldig zal omgaan met deze adviesaanvragen.


Brondocumenten


Historie