T01723

Toezegging Economische en sociale gevolgen voor kleine winkeliers en werknemers meenemen in evaluatie na drie jaar (32.412)



De Minister van Economische Zaken zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen en opmerkingen van de leden Ester, Sylvester en Holdijk, toe om de economische en sociale gevolgen van de Winkeltijdenwet voor kleine winkeliers en werknemers (en dan in het bijzonder de positie van werknemers op zondag) mee te nemen in de evaluatie en om die evaluatie binnen drie jaar na inwerkingtreding uit te voeren. In zijn brief van 22 maart 2013 (32412, G) zegde de minister reeds in reactie op vragen van het lid van de SGP-fractie toe om in de evaluatie de belangen van de werknemers, kleine winkeliers en de waarde van de collectieve zondagsrust mee te nemen.


Kerngegevens

Nummer T01723
Status voldaan
Datum toezegging 14 mei 2013
Deadline 1 januari 2017
Verantwoordelijke(n) Minister van Economische Zaken (2012-2017)
Kamerleden Dr. P. Ester (ChristenUnie)
mr. G. Holdijk (SGP)
dr. J.J. Sylvester (PvdA)
Commissie commissie voor Economische Zaken (EZ)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie evaluatie
Onderwerpen evaluaties
koopzondagen
werknemers
winkeliers
Kamerstukken Initiatiefvoorstel-Verhoeven en Van Tongeren Beslissing koopzondagen bij gemeenten (32.412)


Uit de stukken

Handelingen I 2012/13, item 4, blz. 40:

Minister Kamp:

(...)

De heer Ester en mevrouw Sylvester hebben gevraagd naar de evaluatie. Worden de economische en sociale gevolgen van de Winkeltijdenwet voor kleine winkeliers en werknemers meegenomen in een evaluatie? In mijn brief van 22 maart heb ik aangegeven dat ik bereid ben om een gedegen evaluatie van die wet uit te voeren. Dat lijkt mij ook verstandig. Meer in algemene zin zeg ik ook tegen mevrouw Huijbregts dat ik het met haar eens ben. Als je ziet wat gemeenten allemaal al doen en kunnen, en hoe belangrijk de gemeente is als de overheid die het dichtst bij de burgers staat, en als je ziet welke nieuwe taken ze van ons krijgen, dan kunnen ze ook deze taken naar mijn inschatting heel goed behartigen. Maar goed, die evaluatie lijkt mij zinvol; het lijkt mij ook zinvol om de economische en sociale gevolgen van de wijziging van de Winkeltijdenwet voor kleine winkeliers en werknemers in de evaluatie mee te nemen. Dat zeg ik graag toe. Ik zeg ook toe dat ik die evaluatie binnen drie jaar na inwerkingtreding zal uitvoeren.

Handelingen I 2012/13, item 4, blz. 42:

Minister Kamp:

(...)

De heer Holdijk heeft een toezegging gevraagd voor een onderzoek naar de mogelijkheden en onmogelijkheden van werknemers die op zondag moeten werken. Ik heb al gezegd dat het ongewenst is om druk uit te oefenen op personeel om op zondagen te werken en te dreigen met ontslag. De bescherming van de werknemers is geregeld in de Arbeidstijdenwet. Werknemers die hiermee te maken krijgen, kunnen zich beroepen op de Arbeidstijdenwet en op het Burgerlijk Wetboek. Ik denk dus dat er voldoende is geregeld voor de positie van werknemers en het al dan niet werken op zondagen. Gelet op het belang dat de Kamer hecht aan de positie van werknemers op zondag, vind ik echter wel dat dit punt expliciet kan worden meegenomen bij de zojuist aangekondigde evaluatie van de Winkeltijdenwet. Ik hoop dat deze overwegingen voor de heer Holdijk voldoende zullen zijn, om de motie, waarmee hij niet overdreven scheutig is, nog even in zijn portefeuille te houden.

Kamerstukken I 2012/13, 32412, G (brief minister EZ in reactie op vragen uit nader voorlopig verslag aan regering):

De leden van de SGP-fractie vroegen of de regering bereid is, indien het initiatiefwetsvoorstel wordt aangenomen, een evaluatie van de Winkeltijdenwet uit te voeren. Ik ben bereid op termijn te evalueren, indien het initiatiefwetsvoorstel wordt aangenomen, hoe deze wetswijziging in de praktijk uitwerkt. Ik zal daarbij ook de belangen van werknemers, kleine winkeliers en de waarde van de collectieve zondagsrust meenemen.


Brondocumenten


Historie