In dit rapport geeft de Algemene Rekenkamer haar bevindingen weer van het onderzoek dat zij heeft gedaan naar de uitvoering van het regeringsbeleid. De Rekenkamer heeft voor een aantal belangrijke thema's aan de hand van haar rapporten van de afgelopen jaren de stand van zaken tussen toen en de stand van zaken eind 2002 vergeleken. Kernvraag is geweest of de destijds gesignaleerde problemen ook daadwerkelijk opgelost zijn.
De Rekenkamer heeft de afgelopen jaren in geen enkel onderzoek kunnen vaststellen dat beleid volledig in uitvoering was genomen: of de informatie om dit te kunnen vaststellen ontbrak of uit de wel aanwezige informatie bleek de onvolledigheid van de uitvoering.
De Eerste Kamer heeft op 14 september 2004 een debat gevoerd met de ministers Remkes van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en De Graaf voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties. Tijdens dit debat zijn de Motie-Van Thijn (PvdA) c.s.inzake het rapporteren aan de Eerste Kamer van bevindingen van direct betrokkenen bij de uitvoering van beleid en de reactie van de regering (EK 28.831, B) en de Motie-Bemelmans-Videc (CDA) c.s. inzake de maatschappelijk effectiviteit in kwalitatieve zin tot speerpunt maken van onderzoek- en handhavingsactiviteiten van inspecties (EK 28.831, C) ingediend. De stemmingen over deze moties vonden plaats op 28 september 2004. Beide moties zijn na stemming bij zitten en opstaan met algemene stemmen aangenomen. De Eerste Kamer heeft het rapport voor kennisgeving aangenomen.
Op basis van de door de Raad van State, de Algemene Rekenkamer en de Nationale Ombudsman toegezonden reacties op een door plv. commissielid Van Thijn opgestelde notitie hebben de heer Van Thijn en mevrouw Bemelmans-Videc de oorspronkelijke notitie aangepast. De Eerste Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken en Hoge Colleges van Staat heeft op 6 maart 2007 ingestemd met de aangepaste notitie. Op 15 mei 2007 is het rapport "Naar een zichtbaar effectieve wisselwerking tussen beleid en uitvoering" gepresenteerd en aangeboden aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Volgens de Rekenkamer liggen de oorzaken van de uitvoeringsproblemen bij:
-
-een gebrekkige beleidsvoorbereiding en te ambitieuze beleidsvoornemens
-
-een overwaardering van beleidsvorming naast een onderwaardering van de uitvoering
-
-een veel te geringe aandacht voor verantwoording
-
-evaluatie en nacalculatie en het onvermogen om lering te trekken uit het verleden
begonnen
27 maart 2003titel
Tussen beleid en uitvoering: lessen uit recent onderzoek van de Algemene Rekenkamerschriftelijke voorbereiding
3
-
28 september 2004
stemming (met algemene stemmen aangenomen) moties Handelingen EK 2004/2005, nr. 1, blz: 2 -
-