Transgenders - mensen die een persoon van het andere geslacht willen zijn - van 16 jaar en ouder kunnen vanaf 1 juli 2014 gemakkelijker de aanduiding van hun geslacht op hun geboorteakte wijzigen. Straks is het voldoende als een deskundige vaststelt dat de overtuiging van een persoon om tot het andere geslacht te behoren blijvend van aard is. De ambtenaar van de burgerlijke stand kan met die verklaring de vermelding van het geslacht in de akte van de geboorte aanpassen; nu gebeurt dat nog via de rechter. De Eerste Kamer heeft dinsdag 17 december ingestemd met een wetsvoorstel van staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) dat dat mogelijk maakt.
Het wetsvoorstel werd na hoofdelijke stemming met 51 stemmen voor en 24 stemmen tegen aangenomen. De fracties van SP, D66, GroenLinks, VVD, PvdA, PvdD, OSF en 50PLUS stemden voor, de overige fracties tegen. Tegelijkertijd verwierp de Eerste Kamer de motie-Lokin-Sassen (CDA) c.s. over een reparatiewetsvoorstel met betrekking tot artikel 28 lid 1, 2 en 3 van Boek 1 BW. Alleen PVV, CDA, ChristenUnie, SGP en SP stemden voor de motie.
Dit wetsvoorstel schrapt in Boek 1 Burgerlijk Wetboek en de Wet op de gemeentelijke basisadministratie een aantal voorwaarden voor aanpassing van de geslachtvermelding in de geboorteakte. Transgenders hoeven niet langer eerst een operatie te ondergaan om hun lichaam aan te passen aan het geslacht dat zij wensen. Ook vervalt de zogenoemde sterilisatie-eis. Deze eis houdt in, dat transgenders onvruchtbaar moeten zijn, voordat het geslacht op de geboorteakte kan worden gewijzigd. Hiermee wil het kabinet de emancipatie van transgenders verbeteren. Die kunnen dan sneller deelnemen aan het maatschappelijk leven in het door hen gewenste geslacht. Verandering van het geslacht in de geboorteakte werkt door in allerlei overheidsadministraties, zoals het GBA. Dat heeft gevolgen voor het paspoort, andere reisdocumenten en school- en universiteitsdiploma's.
Pleidooi voor handhaven rechterlijke toets
Senator Lokin-Sassen (CDA) kon zich vinden in het laten vallen van de huidige eisen van lichamelijke aanpassing en onvruchtbaarheid bij geslachtswisseling, maar stelde dat het wijzigen van de procedure ongewenste effecten heeft en onevenwichtigheden brengt in de algemene systematiek van het familierecht. Zij bepleitte handhaven van een objectiveerbare toets via de rechter. Ook wilde zij dat aanvragen van geslachtswijzigingen van minderjarigen altijd mede door hun wettelijke vertegenwoordigers zouden worden ingediend. Senator Lokin-Sassen legde beide punten vast in een motie.
Senator Reynaers (PVV) erkende dat iemands genderidentiteit kan afwijken van het biologische geslacht en achtte het noodzakelijk dat de emancipatie van transgenders wordt verbeterd. Hij uitte twijfels over de ontwikkeling dat geslacht een keuze wordt en daarmee subjectief. De senator vond dat het recht doen aan iemands genderidentiteit niet onmiddellijk betekent dat in de geboorteakte het geslacht moet worden gewijzigd. Hij noemde de procedure via de ambtenaar van de burgerlijke stand "licht".
Senator Holdijk (SGP) wees erop dat met het wetsvoorstel veel waarborgen uit de huidige wet verdwijnen en dat er grenzen gesteld moeten kunnen worden aan het seksuele zelfbeschikkingsrecht. Ook uitte hij twijfels over zelfdiagnose als beslissend criterium. Het ontbreken van een rechterlijke toets achtte hij geen winst.
Discussie over leeftijdsgrens
Senator Quik-Schuyt (SP) toonde zich buitengewoon verheugd dat de regering met dit wetsvoorstel een bijdrage levert aan het verlichten van de moeilijke weg die transgender moet gaan om te worden wie hij is. Zij bepleitte - mede vanuit haar ervaring als voormalig kinderrechter - handhaving van het advies van een deskundige; het wetsvoorstel volstaat met zelfdiagnose en informatieverschaffing van betrokkene. Senator De Boer (GroenLinks) noemde het wetsvoorstel van onschatbare waarde voor het dagelijks leven van transgenders in Nederland, omdat de integriteitsschending vanwege de lichamelijke aanpassingen ermee verdwijnt. Zij zag het wel als een gemiste kans dat het jongeren onder de zestien nog niet mogelijk wordt gemaakt het geslacht te laten wijzigen op de geboorteakte.
Ook senator Beuving (PvdA) noemde het wetsvoorstel van groot belang voor transgenders in Nederland, maar stelde wel vragen over de leeftijdsgrens van 16 jaar, omdat die in de praktijk tot kwetsbare en vernederende situaties kan leiden bijvoorbeeld op school of bij baantjes. Senator Scholten (D66) sloot zich hierbij aan, maar verklaarde zich bereid de evaluatie hierover af te wachten
Senator Duthler (VVD) achtte het vervallen van de eis tot lichamelijke aanpassingen een positief aspect aan het wetsvoorstel. Iedere Nederlander, ieder mens, heeft het recht om te worden en te zijn wie hij is. Zij stelde namens haar fractie wel vragen bij de leeftijdsgrens van 16 jaar en of de duurzaamheid van de overtuiging dan wel voldoende vaststaat. Andere landen hanteren een grens van 18 jaar of soms 21 jaar. Een hogere leeftijdsgrens zou het aantal spijtoptanten verminderen, aldus senator Duthler. Ook zij bepleitte een extra waarborg naast een deskundigenverklaring.
Senator Scholten (D66) schaarde zich achter het wetsvoorstel, maar had wel vragen over het deskundigenbericht, de leeftijdsgrens en de mogelijkheid tot misbruik. Dat de deskundige geen diagnose stelt maar een bevestiging geeft van de gegrondheid van de wens van de transgender noemde zij alleszins aanvaardbaar. Het besluit wordt daarmee teruggelegd waar het hoort, bij de belanghebbende.
Evaluatie wordt naar voren gehaald
Staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) wees er in verband met het schrappen van de rol van de rechter op dat diens rol nu in wezen ook beperkt is, namelijk tot het vaststellen dat aan alle formele vereisten is voldaan. Hij stelde vast dat het wetsvoorstel voor transgenders heel erg belangrijk is en dat de eis van lichamelijke aanpassing niet meer van deze tijd is.
De staatssecretaris zegde toe om de evaluatie - die na vijf jaar zou plaatsvinden - te vervroegen en nu na drie jaar uit te zullen voeren. Daarbij zal zonder meer aandacht worden besteed aan de ervaringen van minderjarigen en hun ouders in relatie tot de leeftijdsgrens. Ook zal bekeken moeten worden of voldoende deskundigen aangewezen zijn, zodat er geen wachtlijsten ontstaan. De staatssecretaris verklaarde dat er vooralsnog geen enkele reden is om te veronderstellen dat er wachtlijsten komen.
Deel dit item: