T01865

Toezegging Evaluatie Wet houdbare overheidsfinanciën (33.416)



De Minister van Financiën zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Ester (ChristenUnie), toe de Wet houdbare overheidsfinanciën te evalueren en daarbij de ontwikkeling van investeringen en andere factoren die het EMU-saldo van de decentrale overheden hebben beïnvloed betrekken. Medio 2015 wordt hier voor het eerst naar gekeken.


Kerngegevens

Nummer T01865
Status voldaan
Datum toezegging 26 november 2013
Deadline 1 juli 2018
Verantwoordelijke(n) Minister van Financiën
Kamerleden Dr. P. Ester (ChristenUnie)
Commissie commissie voor Financiën (FIN)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie evaluatie
Onderwerpen evaluaties
houdbare overheidsfinanciën
Kamerstukken Wet houdbare overheidsfinanciën (33.416)


Uit de stukken

Handelingen I 2013-2014, nr. 10, item 10 - blz. 37

De heer Ester (ChristenUnie): De Wet Hof zal geëvalueerd worden. Is er overigens een reden dat het voorstel hiertoe niet zelf in de wet is opgenomen? Mijn fractie vraagt de minister, vooral de investeringskwestie een grote rol in de evaluatie te laten spelen. Dat is immers een kernpunt in de discussie tussen het Rijk, de gemeenten, provincies en waterschappen. Kan de minister dit toezeggen? Hier staan grote sociaaleconomische belangen en werkgelegenheidsbelangen op het spel. Decentrale overheden, zeker ook gemeenten, krijgen de komende paar jaar al genoeg voor de kiezen in het kader van de grote decentralisatietrajecten rond werk, jeugd en zorg.

(...)

Handelingen I 2013-2014, nr. 10, item 13 - blz. 70

Minister Dijsselbloem: De heer Ester heeft gevraagd waarom de wet geen evaluatiemoment bevat. Hij heeft ook gevraagd of er in de evaluatie aandacht zal zijn voor de investeringsniveaus. Zoals net al is gezegd, is met de decentrale overheden afgesproken dat medio 2015 wordt bezien of de verwachte daling van de norm zich ook aftekent en of de afgesproken verdere daling in 2016 en 2017 verantwoord en mogelijk is. De realisaties van het saldo in de dan achterliggende jaren dienen dan als input. Ook zullen wij de ontwikkeling van investeringen en andere factoren die het EMU-saldo van de decentrale overheden hebben beïnvloed, daarbij betrekken en bekijken of het verantwoord is om de tekortnorm geleidelijk aan te verlagen op weg naar dat begrotingsevenwicht op de middellange termijn. Het financieel akkoord dat wij met de decentrale overheden hebben gesloten, is een logische plek voor deze afspraak. Dat bestuurlijk overleg wordt dan hervat. Nogmaals, in de wet zelf zijn geen normen vastgelegd.


Brondocumenten


Historie