De Minister voor Wonen en Rijksdienst zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Ter Horst (PvdA), toe de Kamer schriftelijk te informeren over het weigeren van huisvestingsvergunningen op grond van inkomen in de gemeente Nijmegen.
Nummer | T01897 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 8 april 2014 |
Deadline | 1 juli 2014 |
Verantwoordelijke(n) | Minister voor Wonen en Rijksdienst |
Kamerleden | Dr. G. ter Horst (PvdA) |
Commissie | commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BZK/AZ) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | brief/nota |
Onderwerpen | Nijmegen Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek |
Kamerstukken | Wet uitbreiding Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek (33.797) |
Handelingen I 2013-2014, nr. 26, item 6, p. 5-6
Mevrouw Ter Horst (PvdA): Als dat het antwoord van de minister is, wil ik daar toch nog even op ingaan. Ik weet dat er ten minste één gemeente is — misschien zijn het er wel meer — waar mensen een huisvestingsvergunning wordt geweigerd op grond van inkomen. Dat gebeurde — of het nog gebeurt, weet ik niet — in ieder geval in twee wijken in Nijmegen. Men heeft geen beroep gedaan op de Rotterdamwet. Dat betekent ofwel dat men dat niet had mogen doen, ofwel dat men er een andere titel voor heeft. Is dit de minister bekend? Zo ja, kan hij ons dan informeren of dat alleen daar gebeurt, en of dat dan illegaal gebeurt, of dat er een andere titel voor is gevonden?
Minister Blok: Het is voor mij lastig om te reageren op een casus die ik niet ken, want ik ken die casus inderdaad niet. Het gaat, neem ik aan, om een andere inkomenseis dan de inkomenseis die woningcorporaties stellen bij de toewijzing onder de €34.000. Ik zie mevrouw Ter Horst knikken. Dan zou mijn eerste reactie zijn dat het inderdaad niet zou mogen, maar misschien kan mevrouw Ter Horst mij nog helpen aan het concrete voorbeeld. Dat kan ook buiten dit debat om. Dan ben ik bereid om daar schriftelijk op te reageren.
Mevrouw Ter Horst (PvdA): We hebben nog een tweede termijn. Er luisteren ook mensen mee die de casus kennen. Het gaat in ieder geval om twee wijken in Nijmegen waar bepaalde mensen geen huisvestingsvergunning kregen omdat het voor de samenstelling van de wijk niet goed werd geacht, omdat de diversiteit daar dan zou ontbreken. Het bijzondere was dat die mensen wel voorrang kregen in een andere wijk, zodat er, als je het gemeentebreed bekijkt, geen sprake was van discriminatie. Het gaat mij natuurlijk om het eerste deel: op grond waarvan vond dan die weigering plaats?
Minister Blok: Ik ga proberen om tussen de eerste en tweede termijn te achterhalen of ik verdere informatie over de casus Nijmegen kan krijgen. Ik hoop hiermee de vragen in eerste termijn beantwoord te hebben.
(...)
Handelingen I 2013-2014, nr. 26, item 6, p. 11
Minister Blok: Mevrouw Ter Horst vroeg in haar eerste termijn naar de gang van zaken in Nijmegen. Het voorbeeld uit Nijmegen is op mijn ministerie niet bekend, maar wordt nu nagetrokken. Het lijkt mij juist, zoals ik in eerste termijn al suggereerde, om de Kamer schriftelijk te informeren over onze bevindingen en of een en ander wel of niet in lijn is met de bevoegdheden die de gemeente Nijmegen op dit moment heeft.
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling Handelingen EK 2013/2014, nr. 26, item 6
-
1 juli 2014
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
26 juni 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-brief van de minister voor Wonen en Rijksdienst over inkomenseisen bij woningtoewijzing in delen van Nijmegen
voor kennisgeving aangenomen door de Commissie BZK/AZ op 1 juli 2014
EK, E
-
-
8 april 2014
toezegging gedaan