De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen en opmerkingen van de leden Lokin-Sassen (CDA), Quik-Schuijt (SP), Reynaers (PVV), Scholten (D66) en Holdijk (SGP) en − het meest nadrukkelijk − Duthler (VVD), toe te bevorderen dat in het protocol dat door de beroepsgroep wordt vastgesteld, waarin nadere kaders worden gesteld met het oog op de beoordeling door de deskundigen, bedoeld in artikel 1:28a van het Burgerlijk Wetboek, een aantal waarborgen wordt opgenomen:
-
-de deskundige is BIG-geregistreerd arts of psycholoog met kennis van de genderdysforie en werkervaring in de transgenderzorg, en deze kennis en ervaring zijn gedegen en niet gedateerd.
-
-geleefd hebben in het andere geslacht is een belangrijke (maar niet de enige) factor bij de vaststelling door de deskundige of de overtuiging van de transgender duurzaam is.
-
-het is mogelijk een second opinion te vragen in de situatie waarin een deskundige weigert de verklaring af te geven, omdat hij niet overtuigd is van een duurzame overtuiging;
-
-de wens tot wijziging van de vermelding van het geslacht mag niet voortkomen uit een psychiatrische stoornis en er mogen evenmin anderszins irreële verwachtingen aan deze wens ten grondslag liggen. De deskundige moet in staat zijn om psychiatrische beelden te herkennen en wilsbekwaamheid te beoordelen.
-
-voor 16- en 17-jarige transgenders gelden extra waarborgen.
De staatssecretaris zegt voorts toe dat de wet niet in werking zal treden als het protocol niet beschikbaar is en dat hij het protocol ter kennis zal geven van de Kamer, wanneer hij gedurende het eerste halfjaar van 2014 op enig moment met de totstandkoming daarvan gevorderd is.
Nummer | T01913 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 16 december 2013 |
Deadline | 1 juli 2014 |
Verantwoordelijke(n) | Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie |
Kamerleden | mr. dr. A.W. Duthler (Fractie-Duthler) mr. G. Holdijk (SGP) Mr. P.E.M.S. Lokin-Sassen (CDA) mr. A.C. Quik-Schuijt (SP) Mr. T.P.A.M. Reynaers (PVV) Mr. M.C. Scholten (D66) |
Commissie | commissie voor Veiligheid en Justitie (V&J) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | brief/nota |
Onderwerpen | deskundigenverklaringen protocollen transgenders wijziging geslacht in geboorteakte |
Kamerstukken | Wijziging vermelding van geslacht in de geboorteakte (33.351) |
Handelingen I 2013-2014, nr. 13, item 2 − blz. 12
Mevrouw Duthler (VVD):
In zijn memorie van antwoord schrijft de staatssecretaris dat deskundigen van het eerder genoemde kenniscentrum van het VUmc en de genderteams van het UMCG in Groningen en het LUMC in Leiden op zijn verzoek een protocol opstellen waardoor er voor de beoordeling een duidelijke maatstaf beschikbaar zal zijn. Wat is de rol van de staatssecretaris daarbij? Stelt hij daar nog bepaalde eisen aan? En is het beschikbaar zijn van het protocol een voorwaarde voor de inwerkingtreding van deze wet?
Handelingen I 2013-2014, nr. 13, item 4 − blz. 41
Staatssecretaris Teeven:
Centraal staat de duurzame overtuiging van de transgender en de desbetreffende verklaring van de deskundige. Vaak zal de transgender in een of meer gesprekken zijn wens aangeven om duurzaam tot het andere geslacht te behoren. Hij zal vervolgens door de deskundige worden geïnformeerd over de sociale en maatschappelijke gevolgen van de wijziging van de geslachtsaanduiding. Als de transgender ook na die voorlichting bij zijn of haar wens blijft en als de deskundige geen gegronde reden heeft om aan de gegrondheid van de bedoelde overtuiging te twijfelen, geeft de deskundige de verklaring af. Bij zijn oordeel gebruikt de deskundige een protocol, waarover ik later nog een aantal opmerkingen zal maken. Naar mijn oordeel is deze procedure helder en zorgvuldig.
Handelingen I 2013-2014, nr. 13, item 4, p. 42
Staatssecretaris Teeven:
Mevrouw Lokin heeft gevraagd waarom er niet voor is gekozen om een bepaalde periode in acht te nemen gedurende welke in het gewenste geslacht is geleefd. Die factor is niet in de wet genoemd, maar dat wil niet zeggen dat die geen relevante factor meer zou zijn. Misschien is het zelfs wel een van de belangrijkste factoren. Om die zekerheid te kunnen inbouwen, zal ik bevorderen dat in het protocol wordt opgenomen dat geleefd hebben in het andere geslacht ook een zeer belangrijke factor is bij de vaststelling of de overtuiging duurzaam is. Dit wordt dus opgenomen in het protocol dat de deskundigen zullen gaan hanteren.
(...)
Ik kan mij voorstellen dat er ook andere factoren zijn dan het feit dat iemand gedurende een bepaalde periode in het andere geslacht heeft geleefd, op grond waarvan de deskundigen de overtuiging hebben dat het duurzaam zal zijn. Dit is een van de zaken die ik in het protocol wil opnemen. Daarom is dit protocol ook belangrijk, want het geeft tegelijkertijd aan hoe de deskundigen tot hun meningsvorming komen
Handelingen I 2013-2014, nr. 13, item 4, p. 44-47
Staatssecretaris Teeven:
In het licht van de opmerkingen uit de Kamer in eerste termijn wil ik zelf nog opmerken dat ik, als ik gedurende het eerste halfjaar van 2014 op enig moment gevorderd ben met de totstandkoming van het protocol, dit ter kennis zal geven van beide Kamers der Staten-Generaal, zodat u weet hoe het zich ontwikkelt en ervan op de hoogte bent. Dat geldt uiteraard ook voor de AMvB die zal worden opgesteld.
(...)
De heer Reynaers heeft verder gevraagd of hetgeen de transgender verklaart doorslaggevend is. Nee, de deskundige moet zelf tot het oordeel komen dat het bij de transgender om een duurzame overtuiging gaat. Daarom is dit ook niet zomaar een zaak van willekeurig welke deskundige. Die moet ook daadwerkelijk worden getraind; dat is ook wat we het komende halfjaar gaan doen. De deskundige kan dus ook weigeren de verklaring af te geven als hij niet overtuigd is van een duurzame overtuiging. Voor die situatie zal in het protocol dan ook voorzien worden in de mogelijkheid van een second opinion.
(...)
Mevrouw Duthler (VVD):
Ik zou de staatssecretaris graag willen vragen of hij nog kennis heeft genomen van de werkwijze van het VUmc dat een onderscheid maakt tussen de categorieën kinderen, adolescenten en volwassenen, waarbij het bij de werkwijze ten aanzien van adolescenten van 12 tot en met 18 jaar altijd de ouder betrekt. De Wgbo is van toepassing als er sprake is van medische behandelingen. We zijn eigenlijk met z'n allen blij dat die niet meer nodig zijn en dat het hierbij juist niet gaat om een medische behandeling. Bovendien gaat de werkwijze van de deskundigen zelf ook tot 18 jaar. Heeft de staatssecretaris daar nog aandacht aan besteed?
Staatssecretaris Teeven:
Jazeker. Daarom heb ik ook gezegd dat de deskundigen in alle situaties zullen proberen de ouders erbij te betrekken. In veel situaties lukt dat ook in de praktijk. Veel kinderen komen ook met hun ouders om tot uitdrukking te brengen dat de wens duurzaam is. Ouders doen daar ook vaak mededelingen over. Er zijn echter ook situaties denkbaar waarin kinderen zonder ouders komen, bijvoorbeeld omdat er een kinderbeschermingsmaatregel is getroffen waarbij anderen verantwoordelijk zijn voor de kinderen, anderen die dan ook meekomen met die kinderen. Ik wijs er verder op dat de helft van de kinderen voor zijn of haar 10de niet weet dat hij of zij in het verkeerde lichaam is geboren. In het geval de duurzame overtuiging ontbreekt, mag en zal de deskundigenverklaring niet worden afgegeven. In die gevallen zal één gesprek niet voldoende zijn. Dat blijkt ook uit de praktijk, bijvoorbeeld bij het LUMC waar dat ook gebeurt. Een gesprek om de duurzame overtuiging vast te stellen, is alleen mogelijk als het LUMC de adolescent bijvoorbeeld al kent en die al in behandeling is of gaat. In de overige gevallen zal die duurzame overtuiging nooit kunnen worden vastgesteld in één gesprek.
Mevrouw Duthler (VVD):
Als het niet bij één gesprek kan blijven, waaraan moet ik dan denken? Een tweede gesprek, een aanvullende test of wordt het dan uitgewerkt in het protocol?
Staatssecretaris Teeven:
Dan zijn er in de praktijk al meer gesprekken. Ook in het geval dat minderjarige kinderen zonder hun ouders komen, zullen we nadrukkelijk in het protocol uitwerken wat dan de werkwijze zal moeten zijn.
(...)
Staatssecretaris Teeven:
Verder is gevraagd waar het protocol over gaat. Het is de beroepsgroep die natuurlijk het protocol vaststelt. Het zal uiteraard gaan over de kwaliteiten die de deskundige moet bezitten en de training die hij of zij daartoe nodig heeft. Het zal dan gaan om een BIG-geregistreerd arts of psycholoog. Daarnaast zal de deskundige een gedegen werkervaring moeten hebben van enkele jaren in de transgenderzorg. Om de wens tot wijziging van het geslacht in de geboorteakte goed te kunnen inschatten, is voorwaarde dat die deskundige ook ruime ervaring en kennis heeft van de genderdysforie. Zonder deze ervaring is het niet mogelijk om goede voorlichting te geven over de volle reikwijdte en de consequenties van de geslachtswijziging. Die ervaring mag ook niet gedateerd zijn. Het moet dus iemand zijn die ook daadwerkelijk werkzaam is in een poli. Die ervaring moet bovendien niet in het verleden zijn opgedaan. De kennis moet ook zijn bijgehouden. Dat moet ook nadrukkelijk wel blijken. Ten slotte moet uit dat protocol ook blijken dat die wens niet voortkomt uit een psychiatrische stoornis of dat er anderszins irreële verwachtingen aan ten grondslag liggen. Dat betekent ook dat een deskundige in staat moet zijn om psychiatrische beelden te herkennen en wilsbekwaamheid te beoordelen. Dat is heel erg belangrijk. Voor personen van 16 en 17 jaar naar wie mevrouw Duthler speciaal heeft gevraagd, zal dat het deskundigenteam van het LUMC zijn, omdat alleen het LUMC de specifieke kennis voor kinderen en adolescenten bezit.
Gevraagd is of ik bereid ben om extra waarborgen in te bouwen. Het is van groot belang dat die deskundigenverklaring na een zorgvuldig proces tot stand komt. De vele vragen die op dat punt zijn gesteld door de Kamer illustreren dat ook heel duidelijk. De verklaring is aangeduid als informed consent, maar dat wil zeker niet zeggen dat een deskundige zomaar de verklaring afgeeft als iemand daarom verzoekt. Met die term zou ik ook willen benadrukken dat het niet gaat om de vaststelling van een medische diagnose. Wat gebeurt er nou wel? Een verklaring mag door de deskundige niet worden afgegeven indien naar zijn mening de duurzame overtuiging van betrokkene ontbreekt. Voor de adolescenten zijn er extra waarborgen. De ouders worden altijd betrokken tenzij duidelijk blijkt dat de ouders niet willen. Een gesprek is niet voldoende tenzij het LUMC de adolescent al kent omdat die persoon al in behandeling is of in behandeling gaat. Een verklaring voor adolescenten kan alleen worden afgegeven na multidisciplinair overleg. Dat betekent standaard een second opinion. Zo'n overleg is ook gebruikelijk voor artsen en psychologen bij dergelijke ingewikkelde of complexe vragen.
Is het beschikbaar zijn van het protocol een voorwaarde voor inwerkingtreding van de wet? Ja, want zonder protocol kunnen de deskundigen hun werk niet doen en zal het wetsvoorstel ook niet in werking treden. Vandaar ook het halfjaar dat wij daarvoor nodig hebben.
(...)
Wat kan een transgender doen indien de deskundigenverklaring wordt geweigerd, zo heeft mevrouw Scholten mij gevraagd. Een deskundigenverklaring kan feitelijk alleen worden geweigerd op inhoudelijke gronden: duurzame overtuiging ontbreekt. Dat is dus een professioneel oordeel. In dat geval kan de transgender allereerst een second opinion vragen. Ik wil bevorderen dat het ook in het protocol staat, zoals ik al heb gezegd.
(...)
De heer Holdijk heeft mij nog gevraagd waarom in de wet niet de onomkeerbare, onwrikbare overtuiging is vastgelegd. Dat is wel gebeurd. Blijken moet dat de transgender zijn wens tot geslachtsaanpassing in de geboorteakte weloverwogen is blijven wensen. Dat koppelen wij ook aan het protocol, dus die onomkeerbare, onwrikbare overtuiging is wel vastgelegd in de wet.
Handelingen I 2013-2014, nr. 13, item 4, p. 51
Staatssecretaris Teeven:
Het protocol zal echt een aantal waarborgen in acht nemen. Ik ga daarvoor de tijd nemen. Daarom treedt de wet op 1 juli 2014 in werking. De zorgvuldigheid, de betrouwbaarheid en de duurzaamheid van de wens die bij een transgender bestaat, zou heel wel uit die verklaring kunnen blijken.
(...)
Het gaat erom de procedure zorgvuldig in het protocol op te nemen. Ik heb gezegd dat er bij 16- en 17-jarigen een second opinion plaatsvindt, juist bij de minderjarigen, de adolescenten.
(...)
Ik ben uitvoerig ingegaan op het protocol. Ik heb naar aanleiding van opmerkingen die door de VVD-fractie zijn gemaakt, gezegd dat er bij 16- en 17-jarigen een second opinion plaatsvindt als er twijfel bestaat bij de deskundigen. Het zijn gespecialiseerde deskundigen, die jarenlange ervaring hebben.
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling Handelingen EK 2013/2014, nr. 13, item 4, blz. 41-53
-
behandeling Handelingen EK 2013/2014, nr. 13, item 2, blz. 2-15
-
memorie van antwoord EK, C
-
9 september 2014
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
8 juli 2014
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
4 juli 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten: -
16 december 2013
toezegging gedaan