T01935

Toezegging Cao-loon (33.623)



De minister van SZW zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Terpstra, toe ten behoeve van het voor de zomer in te dienen wetsvoorstel Wet aanpak schijnconstructies te onderzoeken of de Oostenrijkse aanpak, waarbij iedereen die legaal in dat land werkt zich aan de cao van de betreffende bedrijfstak moet houden, ook voor Nederland soelaas biedt.


Kerngegevens

Nummer T01935
Status voldaan
Datum toezegging 1 april 2014
Deadline 1 januari 2015
Verantwoordelijke(n) Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Kamerleden drs. G.H. Terpstra (CDA)
Commissie commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen collectieve arbeidsovereenkomsten
minimumloon
Wet aanpak schijnconstructies
Kamerstukken Van toepassing verklaring van de Wet minimumloon op nader bepaalde overeenkomsten van opdracht (33.623)


Uit de stukken

Handelingen I 2013-2014, nr. 25 -8-blz. 2

De heer Terpstra (CDA):

In Oostenrijk is bij wet bepaald dat iedereen die legaal in Oostenrijk werkt, zich aan de cao moet houden van de bedrijfstak zelf. Nu heeft Oostenrijk ten opzichte van Nederland relatief makkelijk praten omdat de dekkingsgraad van werknemers met betrekking tot de vraag of zij onder de cao vallen, in Oostenrijk veel hoger is dan in Nederland. Daar houd ik dus wel rekening mee, maar ik vind het toch goed hoe de Oostenrijkers het hebben aangepakt. Zij hebben hun wet gelijktijdig ingevoerd met het vrij verkeer van werknemers. Ik zal proberen de wet zonder fouten voor te lezen. Ik lees hem niet helemaal voor, maar alleen de titel. De titel is Lohn- und Sozialdumping-Bekämpfungsgesetz. Die wet is op 1 mei 2011 in werking getreden. Op diezelfdedatum werd het vrij verkeer van werknemers uit de nieuwe lidstaten geregeld. Uit het betoog van de minister heb ik begrepen dat hij bereid is alle goede dingen te onderzoeken. Is hij bereid om deze Oostenrijkse wet ook toe te passen in Nederland? Dan zou je het wetsvoorstel dat nu voorligt, niet nodig hebben.

Handelingen I 2013-2014, nr. 25 -8-blz. 6

Minister Asscher:

Als eerste kom ik op de bijdrage van het CDA. Dank voorde steun voor de aanpak van schijnconstructies. Het is jammer dat het CDA zoals het ernaar uitziet dit voorstel niet zal steunen. De concrete suggestie over de Oostenrijkse wet wil ik graag nader onderzoeken en meenemen in de Wet aanpak schijnconstructies. Mocht het Oostenrijkse geval ook voor Nederland soelaas bieden, kan dat dus opdat moment en op die plek.

Handelingen I 2013-2014, nr. 25 -8-blz. 8

Minister Asscher:

Ik werk altijd via de inhoud. Er zal geen partij zijn die er enige twijfel over heeft dat het kabinet aan dit wetsvoorstel hecht. Anders had ik het hier niet tot drie keer toe verdedigd. Ik denk niet dat daar nog heel veel mist over zal zijn. Het kabinet hecht daaraan, maar het heeft ook oren gekregen. Ik hoor dat hier principiële bezwaren worden geuit. Ik heb weliswaar geprobeerd om ze weg te nemen, maar ik zie geen signaal dat dat effectief is gebleken. Dan ga ik gewoon via de inhoud proberen — daarvoor heb ik geen kabinets-beraad nodig — om dit in het bredere kader van de Wetaanpak schijnconstructies bij deze Kamer terug te brengen. Dat moet niet te lang duren; dat ben ik zeer met de heer Kox eens. Wij hopen voor de zomer dat wetsvoorstel in de Tweede Kamer te hebben. Dat bevat bijvoorbeeld ook de ketenaansprakelijkheid; ik denk nog even aan de heer Terpstra. Dat betekent dat het cao-loon inderdaad vanzelfsprekend wordt en dat opdrachtgevers kunnen worden aangesproken, als zij hadden kunnen weten dat verderop in de keten geen cao-loon wordt betaald. Ik hoop dat de wet dan via de inhoud alsnog kan worden aangenomen.


Brondocumenten


Historie