De staatssecretaris van Financiën zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van de leden Bröcker (VVD) en Backer (D66), toe dat als het aantal partijen dat zich bij meldt bij de Belastingdienst om hun reglementen, concepten en houtskoolschetsen in het kader van het onderhavige wetsvoorstel voor te leggen aan de Belastingdienst een factor 10 hoger is dan de door hem in het debat genoemde schatting, de personele capaciteit bij de Belastingdienst zal worden uitgebreid.
Nummer | T01966 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 20 mei 2014 |
Deadline | 1 juli 2014 |
Verantwoordelijke(n) | Staatssecretaris van Financiën |
Kamerleden | Jhr.mr. J.P. Backer (D66) Mr. W.L.J. Bröcker (VVD) |
Commissie | commissie voor Financiën (FIN) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | overig |
Onderwerpen | Belastingdienst uitvoeringsaspecten |
Kamerstukken | Novelle Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages pensioen en maximering pensioengevend inkomen en het Belastingplan 2014 (33.847) Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages pensioen en maximering pensioengevend inkomen (33.610) |
Handelingen I 2013-2014, nr. 30 - blz. 32
De heer Bröcker (VVD):
[...]
De uitvoering begint op 1 januari 2015. Ik moet eerlijk zeggen, dat dit nauwelijks aan de orde is geweest, hoewel een enkeling dat misschien toch even genoemd heeft. Werkgevers en werknemers zullen in ieder geval tempo moeten maken met het vastleggen van nieuwe afspraken. De Belastingdienst zal veel aanpassingen en regelingen moeten goedkeuren. Dat is in de behandeling in de Tweede Kamer uitvoerig aan de orde geweest. De staatssecretaris heeft geschetst welke maatregelen zijn genomen. Er zijn aantallen genoemd van 40.000 voor het centraal ontwikkelen van modellen. Mijn fractie weet met de staatssecretaris dat de capaciteit van de Belastingdienst onder druk staat. Ik dank hem overigens voor zijn brief met de heldere en eerlijke analyse die hij ons eerder deze week heeft toegestuurd. Dit onderstreept mijn zorg op dit punt. Ik zou dan ook graag van de staatssecretaris van Financiën willen horen hoe hij dit beslag op de Belastingdienst taxeert.
Handelingen I 2013-2014, nr. 30 - blz. 7
Staatssecretaris Wiebes:
[...]
Ik kom op de twee uitvoeringsaspecten hier. De duurzame uitvoering van dit voorstel is, zo heeft de Belastingdienst mij verzekerd, niet erg complex. Ik heb gemerkt dat er in de volksmond wel meer complexiteiten zijn die voor de Belastingdienst helemaal niet complex zijn. Een ander voorbeeld daarvan is het schijvensysteem. Een minuut, dat interesseert de Belastingdienst niets. Het is helemaal geen complexiteit. Er zijn andere dingen die het verschrikkelijk ingewikkeld maken en die moeten we wegwerken, maar dit is een aftopping, het draaien aan een bestaande knop. De Belastingdienst kan dit.
De eerste zorg was een beetje die van de heer Backer; de werkelijke vraag van de heer Bröcker is hoe het gaat in de transitiefase. Allerlei mensen gaan hun reglementen, concepten en houtskoolschetsen voorleggen. Een simpele berekening leert het volgende. We hebben een team van 35 fte's hiervoor beschikbaar gemaakt. De hoofdlijnentoetsen en het gedetailleerd toetsen samen kosten één medewerker anderhalve dag om het helemaal door te akkeren en te kunnen zeggen of het door de beugel kan. Met 35 fte's en 3 cases in de week doe je er dus 100 per week. We rekenen erop, met een beetje gevoel ervoor en wat schatten per segment, dat er 500 partijen zullen komen die zullen zeggen gebruik te willen maken van die dienstverlening. Dat aantal hebben we opgeschaald naar 800. Dan duurt het geheel dus acht weken. We hebben echter veel meer dan acht weken. Dus ook als het tegenvalt, kunnen we dit aan. We hebben immers niet alleen dit kalenderjaar; de definitieve verwerking kan natuurlijk ook nog volgend kalenderjaar. We denken hier dus alle ruimte voor te hebben. Ik zeg de leden echter het volgende toe. Mocht het echt een factor tien tegenvallen, dan moeten er mensen bij. Dit moet namelijk. Het is geen kwestie van complexiteit maar van capaciteit in de transitiefase.
Brondocumenten
-
voortzetting gezamenlijke behandeling Handelingen EK 2013/2014, nr. 30, item 11
-
gezamenlijke behandeling Handelingen EK 2013/2014, nr. 30, item 9
-
23 september 2014
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
16 september 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
11 september 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
20 mei 2014
toezegging gedaan