T01969

Toezegging Positie buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand voor één dag (33.344)



De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen en opmerkingen van de leden Schouwenaar (VVD), Koole (PvdA), Van Bijsterveld (CDA), De Boer (GroenLinks), Kuiper (ChristenUnie) en Holdijk (SGP), toe alle gemeenten ervan op de hoogte te stellen dat het niet gewenst is dat zij van buitengewoon ambtenaren van de burgerlijke stand voor één dag een verklaring vragen dat deze alle huwelijken zullen sluiten. Hij zal tevens gemeenten erop wijzen dat het niet de bedoeling is dat dezelfde persoon keer op keer tot buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag wordt benoemd, mocht deze praktijk zich voordoen.


Kerngegevens


Uit de stukken

Handelingen I 2013-2014, nr. 31, item 10 - blz. 3

Mevrouw Van Bijsterveld (CDA): Mijn derde punt is de positie van de buitengewoon ambtenaar die wordt aangetrokken voor de voltrekking van één specifiek huwelijk. De regeling van dit wetsvoorstel is ook op deze ambtenaar van toepassing, hoewel dat in de gegeven situatie totaal niet relevant is. Toch kan deze ambtenaar voor één specifiek huwelijk volgens het wetsvoorstel slechts worden benoemd na getoetst te zijn op overtuigingen ten aanzien van het voltrekken van huwelijken in het algemeen. Dat komt praktisch neer op een verbod tot het hebben van een bepaalde overtuiging. Mijn fractie acht dat niet aanvaardbaar. Zijn de initiatiefnemers bereid om deze regeling te heroverwegen?

(...)

Handelingen I 2013-2014, nr. 31, item 10 - blz. 5

Mevrouw De Boer (GroenLinks): Over de bijzondere ambtenaar van de burgerlijke stand kan ik kort zijn. Het is een ambtenaar van de burgerlijke stand. Wij hebben er dan ook geen moeite mee dat aan deze ambtenaar dezelfde benoembaarheidsvereisten worden gesteld, ook al is het maar voor een dag. Zijn de initiatiefnemers van plan om ruimte te bieden in de zin dat ambtenaren voor een dag niet aan deze benoembaarheidseisen moeten voldoen, dan vraag ik hun wel de garantie in te bouwen dat er niet allerlei ontsnappingsclausules worden gevonden die mogelijk maken dat gewetensbezwaarde ambtenaren zich steeds voor een dag laten benoemen. Ik krijg hierop graag een reactie.

(...)

Handelingen I 2013-2014, nr. 31, item 10 - blz. 8

De heer Schouwenaar (VVD): Wij zijn het eens met het voorgestelde benoemingsvereiste. Maar om aan iemand die benoemd wil worden voor één huwelijk de vraag voor te leggen hoe hij of zij denkt over andere huwelijken, vinden wij niet relevant. Daarom vroegen wij aan de indieners en aan de minister of zij deze opvatting delen, en zo ja, of zij daaraan tegemoet willen komen. De indieners schrijven in de memorie van antwoord dat zij zich kunnen voorstellen dat bij een (o)babs voor een dag om praktische redenen wordt afgezien van deze vraag om alle huwelijken te voltrekken. Mijn fractie is de indieners erkentelijk voor deze nuancering. Mogen wij ui dit antwoord afleiden dat de indieners deze nuancering bij een (o)babs voor een dag niet in strijd achten met hun initiatiefvoorstel? Aan de minister willen wij vragen of hij deze uitleg met betrekking tot de (o)babs voor een dag bij wijze van uitvoeringsvoorschrift aan de gemeenten wil meedelen.

(...)

Handelingen I 2013-2014, nr. 31, item 10 - blz. 11-12

De heer Koole (PvdA): Niet alleen praktische redenen nopen ertoe ervan af te zien om te vragen hoe deze bijzondere ambtenaren voor één dag denken over het sluiten van andere huwelijken dan die op die ene dag. Die andere huwelijken zijn immers niet aan de orde, zoals al vaker is gezegd. Dat kan ook worden afgeleid uit het volgende antwoord van de regering op vragen van deze Kamer:

"Een van de kerntaken van een (buitengewoon) ambtenaar van de burgerlijke stand is dat hij of zij bereid is alle huwelijken, die op grond van de wet kunnen worden gesloten, te sluiten. Als een sollicitant niet aan deze kerntaak voldoet, is hij/zij niet geschikt voor de functie."

Uit dit citaat blijkt de speciale positie van de bijzondere ambtenaar voor de burgerlijke stand voor één dag. Hij solliciteert immers niet echt naar deze functie: hij of zij wordt gevraagd. En betrokkene hoeft ook niet bereid te zijn "alle huwelijken" te sluiten, maar slechts dat ene, waarvoor hij is gevraagd.

Daarom vraag ik aan de indieners en de regering of zij die speciale positie van de bijzondere ambtenaar voor de burgerlijke stand voor één dag in de praktijk erkennen, ook al komt die positie niet als een aparte categorie in de wet voor.

De indieners kunnen zich voorstellen dat om praktische redenen wordt afgezien van het vragen aan de bijzondere ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag of hij het denkbaar acht, dat hij bij het vervullen van zijn wettelijke taak onderscheid gaat maken tussen burgers met de in artikel 1 van de Algemene wet gelijke behandeling genoemde kenmerken. Zijn de indieners het met de leden van de PvdA-fractie eens dat het om reden van rechtsgelijkheid onwenselijk is dat de ene gemeente daar wel om praktische redenen van afziet en de andere gemeente niet? Is de regering bereid toe te zeggen dat zij bij de inwerkingtreding van deze wet in een circulaire of op een andere manier aan alle gemeenten meedeelt dat het stellen van genoemde vraag aan bijzondere ambtenaren van de burgerlijke stand voor één dag niet aan de orde is? Dan is er geen novelle nodig. Het is meer een uitwerkingskwestie. Als de regering dat zou willen toezeggen, is er, denk ik, een heel probleem opgelost. In ieder geval is er dan helderheid gegeven. Wij vragen dit met een zekere nadruk aan de regering.

(...)

Handelingen I 2013-2014, nr. 31, item 10 - blz. 13-14

De heer Holdijk (SGP): Ik sluit mij aan bij de opmerkingen die door diverse andere woordvoerders zijn gemaakt, waaronder mevrouw Van Bijsterveld, met name over het overgangsrecht en het ontnemen van de toetsingsmogelijkheid van de rechter in artikel II, alsook de vragen over de onbezoldigde, buitengewone ambtenaren van de burgerlijke stand voor één dag. Die vragen zijn zowel aan de initiatiefnemers als aan het kabinet gericht.

(...)

Handelingen I 2013-2014, nr. 31, item 10 - blz. 16

De heer Kuiper (ChristenUnie): Een variant op dat plurale systeem is dat bruidsparen een verwant, vriend of kennis gericht kunnen vragen als buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag, voor die ene plechtigheid. Ik schaar mij dus achter alle vraagstellers van vanmiddag. Vinden de indieners het acceptabel als die toetsing in dat geval niet plaatsvindt?

(...)

Handelingen I 2013-2014, nr. 31, item 12 - blz. 7

De heer Schouw: Dat gezegd hebbende over de rechterlijke toetsing, kom ik op de buitengewone ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag. De Kamer heeft zich een beetje verenigd op dit onderwerp. Dan tellen mevrouw Dijkstra en ik natuurlijk onze knopen, maar dat doe ik pas nadat ik het volgende daarover heb gezegd. Ik begrijp dat velen dat een charmante figuur vinden: een ambtenaar uit je eigen kennissenkring op de mooiste dag van je leven. Dat is fantastisch. Wat daar ook van zij, het al dan niet handhaven van die figuur staat nu eigenlijk niet ter discussie. Deze heeft ook geen eigen plaats in de wet. Het is een buitengewone ambtenaar van de burgerlijke stand. Wat voor alle ambtenaren van de burgerlijke stand geldt, geldt ook voor deze figuur. Woorden van die strekking zijn ook terug te vinden in de schriftelijke gedachtewisseling.

De vraag is of de nieuwe eis veel praktische betekenis heeft. Normaliter geldt dat burgemeester en wethouders met het oog op die benoembaarheidseis aan sollicitanten de vraag voor zullen moeten leggen of zij bereid zijn alle huwelijken te voltrekken, zonder onderscheid te maken, op welke grond dan ook. Bij de ambtenaar voor één dag gaat het natuurlijk slechts om één enkel huwelijk. Bijna alle woordvoerders hebben gezegd dat het een beetje raar is, als iemand maar één huwelijk gaat voltrekken, om daar heel indringende vragen over te stellen en heel ingewikkelde formulieren in te vullen over hoe hij of zij het voltrekken van een ander huwelijk ziet.

Dat is een beetje raar en dat moeten we praktisch oplossen. Volgens mij kan dat praktisch opgelost worden, maar dan moet ik voor de tweede keer vriendelijk naar links kijken en aan de minister vragen of hij bereid is, als dit voorstel kracht van wet krijgt, in de vorm van een instructie aan de gemeenten duidelijk te maken dat je daar niet ingewikkeld over moet doen. Je kunt een simpele vraag stellen om dat te regelen.

Daarbij moeten we wel voorkomen dat er draaideur-babs'en voor één dag komen, zoals enkele sprekers ook hebben gezegd. Ik denk dat de minister met zijn ambtelijke ondersteuning heel goed een aantal slimme dingen kan bedenken bij die instructie waardoor dat niet voorkomt.

De heer Schouwenaar (VVD): Vindt de heer Schouw het passen in het wetsvoorstel van hem en van mevrouw Dijkstra dat de minister met die slimme dingen aan de gang gaat?

De heer Schouw: Sowieso past het ons als de minister met slimme dingen aan de gang gaat. Dat vinden wij altijd heel erg fijn en in dit geval in het bijzonder. Ik ga daarin graag met de heer Schouwenaar mee. Dat had hij niet verwacht. Ik zei al: duidelijk in het principe, maar pragmatisch in de uitvoering.

(...)

Handelingen I 2013-2014, nr. 31, item 12 - blz. 9

Minister Plasterk: De betrokkene wordt dus niet alleen benoemd voor één dag, maar ook voor één huwelijk. Dan zou mijn uitgangspunt zijn dat in de wet staat dat geen enkele ambtenaar van de burgerlijke stand ook maar enig keer onderscheid mag maken tussen het huwen van mensen van gelijk geslacht en mensen van verschillend geslacht. Mijn stelling is dat diegene die is aangesteld voor dat ene huwelijk, dat dus ook niet zal doen. Hij of zij zal immers nooit in de gelegenheid worden gesteld om de volgende vraag te beantwoorden: bent u bereid om dit paar ook te trouwen? Die bereidheid doet er niet toe, omdat diegene is benoemd om maar één huwelijk te sluiten. Ik zou zeggen dat per definitie altijd aan de eis wordt voldaan dat eenieder, ook diegene die benoemd is voor één dag, precies nul keer onderscheid mag maken tussen paren van gelijk geslacht en paren van ongelijk geslacht. In die zin beoogt de wet die voorligt precies wat de grote meerderheid van de Kamer op dat punt beoogt. Ik heb uit de praktijk wel gehoord dat een aantal gemeenten als het gaat om mensen die voor één huwelijk zijn aangesteld toch nog de ondertekening van een verklaring eisen. maar die is dus overbodig. Ik ben graag bereid om er bij een volgende gelegenheid, al moet ik mij over de vorm nog beraden, voor te zorgen dat alle gemeenten ervan op de hoogte worden gesteld dat dit overbodig is. Het is dus niet de bedoeling dat een dergelijke verklaring wordt gevraagd.

Dan de serial babs, iemand die niet eenmalig ambtenaar van de burgerlijke stand is maar dit dag na dag zou zijn. Ik weet niet of die praktijk zich gaat voordoen maar het is, ook gelet op de wetsgeschiedenis, nadrukkelijk niet de bedoeling. Ik kan het me ook niet voorstellen maar mocht die praktijk zich niettemin voordoen, dan zal ik die gemeenten erop wijzen dat dit niet de bedoeling is. Ik neem aan dat er dan ook een eind aan komt.

(...)

Handelingen I 2013-2014, nr. 31, item 12 - blz. 11

Mevrouw Van Bijsterveld (CDA): Nu kom ik op de babs voor één dag. Mijn fractie vroeg zich af waarom de babs voor één dag aan de benoembaarheidsvereisten moest voldoen. Ik vind het positief dat de initiatiefnemers een zekere opening willen bieden in de instructie naar de gemeenten. Ik heb inmiddels het woord "draaideurbabs" gehoord. Ik hoorde de minister ook een bepaalde kanttekening plaatsen, namelijk dat wij dit pragmatisch moeten aanpakken als een verklaring overbodig of niet gewenst is. Misschien kan de minister nog iets specifieker ingaan op wat die instructie wel en niet zou behelzen, zodat wij ons daarbij een beeld kunnen vormen.

(...)

Handelingen I 2013-2014, nr. 31, item 12 - blz. 13

De heer Schouwenaar (VVD): Ten slotte, als die babs voor één dag uitgezonderd wordt, dan doet dat in mijn ogen geen afbreuk aan het doel en de strekking van het wetsvoorstel van de initiatiefnemers. Daar is een duidelijke toezegging over gedaan, zowel door de indieners als de minister. Daar ben ik hun buitengewoon erkentelijk voor.

(...)

Handelingen I 2013-2014, nr. 31, item 12 - blz. 15

De heer Koole (PvdA): De indieners hebben zich ook uitgesproken voor de mogelijkheid van een instructie aan gemeenten om ervoor te zorgen dat de bijzonder ambtenaar van de burgerlijke stand voor één huwelijk niet zal worden geconfronteerd met de vraag wat hij denkt over andere huwelijken. Ik denk dat dit belangrijke openingen zijn van de indieners.

Ik dank vervolgens dus ook de minister voor de toezegging om de gemeenten ervan op de hoogte te zullen stellen dat een bijzondere ambtenaar van de burgerlijke stand voor één huwelijk niet hoeft te verklaren wat hij vindt van andere huwelijken, want dat is gewoon niet aan de orde. Dat zal hij op de een of andere manier meedelen aan alle gemeenten.

(...)

Handelingen I 2013-2014, nr. 31, item 12 - blz. 18

Minister Plasterk: Mevrouw Van Bijsterveld vroeg wat ik de gemeenten precies zal meedelen. Ik zal ze meedelen dat het niet gewenst is dat voor ambtenaren van de burgerlijke stand die voor één huwelijk worden aangesteld een verklaring wordt gevraagd. Een dergelijke verklaring is immers zinloos aangezien die eenmalige ambtenaar van de burgerlijke stand hoe dan ook geen onderscheid kan maken. Dat is de aard van de boodschap die ik de gemeenten zal meedelen.


Brondocumenten


Historie