T02076

Toezegging Hiaten door regio-indeling (32.769 / 33.966)



De Minister voor Wonen en Rijksdienst zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid De Vries-Leggedoor (CDA), toe snel een beslissing te nemen voor regio's waar een ontheffing nodig is wanneer een niet-dominante corporatie daar toch wil gaan bouwen.


Kerngegevens

Nummer T02076
Status voldaan
Datum toezegging 10 maart 2015
Deadline 1 juli 2016
Verantwoordelijke(n) Minister voor Wonen en Rijksdienst
Kamerleden G. de Vries-Leggedoor (CDA)
Commissie commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen ontheffingen
regio-indeling
woningcorporaties
Kamerstukken Novelle Herzieningswet toegelaten instellingen volkshuisvesting (33.966)
Herzieningswet toegelaten instellingen volkshuisvesting (32.769)


Uit de stukken

Handelingen I 2014-2015, nr. 23, item 3 - blz. 2-3

Mevrouw De Vries-Leggedoor (CDA): We kunnen in theorie van alles bedenken, maar dat betekent niet dat de werkelijkheid zich daarnaar voegt. In het voorstel wordt vastgelegd dat corporaties zich moeten terugtrekken op het gebied waar ze de meeste woningen hebben. Ik noem enkele gevolgen daarvan. Het zou betekenen dat Amersfoort de twee corporaties zou kwijtraken waar het zijn woningbouwopgave mee realiseert, namelijk De Alliantie en Portaal, want die zitten in andere gemeenten, in andere gebieden forser in de aantallen. Amersfoort in last. Ik noem nog een voorbeeld met dank aan het lijfblad van Aedes. Als corporatie Wooncompagnie in de kop van Noord-Holland zich beperken zou tot het noordelijk deel, dan is er in delen van de regio Waterland geen corporatie meer actief. Andersom geldt hetzelfde. Als regio Purmerend het kerngebied zou worden, dan heeft het noorden een probleem, aangezien het daar in grote delen de enige sociale verhuurder is.

In onze ogen kan dit niet de bedoeling zijn. Nu kennen we de mogelijkheden van het aanwijzen van woningmarktregio's en de rol van gemeenten daarin. Maar dat kost tijd en het kan toch niet zo zijn dat de wetgever, dan wel de wetgeving, dusdanig belemmerend gaat werken, dat de volkshuisvesting in niet onaanzienlijke delen van ons land op zijn gat komt te liggen. Wij vragen de minister of hij dit probleem herkent en, zo ja, wat hij hieraan gaat doen of welke praktische oplossing hij hiervoor aan kan dragen.

(...)

Handelingen I 2014-2015, nr. 23, item 8 - blz. 8

Minister Blok: Mevrouw De Vries vroeg of de regio-indeling zou kunnen leiden tot hiaten. Zij noemde het voorbeeld van Amersfoort, waar niet één dominante corporatie is, en Noord-Holland, waar in een deel van de provincie geen echt dominantie corporatie is. De procedure die ik volg, is dat ik eerst de gemeenten uitnodig om met voorstellen te komen voor de woningmarkt in regio's. Ook hier geldt dat als die er niet komen, ik uiteindelijk een knoop zal doorhakken. Onderdeel daarvan is — dat staat ook zo in de wet — dat voor het geval er in een gebied onvoldoende toegelaten instellingen of onvoldoende kapitaalkrachtige toegelaten instellingen zijn om een nieuwe opgave te kunnen bouwen, er een ontheffingsmogelijkheid is die een toegelaten instelling kan aanvragen. Er is dus een maatwerkartikel om te voorkomen dat er eigenlijk niet meer gebouwd kan worden.

De voorzitter: Mevrouw De Vries, kort graag.

Mevrouw De Vries-Leggedoor (CDA): Ja hoor, maar dit voorkomt misschien een vraag in tweede termijn. Er is dus een mogelijkheid om een ontheffing aan te vragen. Ten aanzien van de regio-indeling zei de minister dat hij na een jaar zegt: zo gaan we het doen. Als die ontheffingsmogelijkheid er is, wat voor tijd is daar dan mee gemoeid? Er zullen immers procedures voor doorlopen moeten worden. Het betekent gewoon een knip in het volkshuisvestingsbeleid.

Minister Blok: De ontheffingsmogelijkheid kan worden aangevraagd door een woningcorporatie. Ik heb sterk het vermoeden dat een paar corporaties zich al vroeg bij mij zullen melden. Formeel is dat nog niet gebeurd, maar ik spreek wel eens corporaties die zeggen dat zij zich al vroeg bij mij zullen melden en zullen vragen of zij, gezien de gebieden waarin zij in werken, een ontheffing kunnen krijgen. Daar zal ik de gemeenten in dat gebied een visie op vragen, omdat ik wil voorkomen dat gemeenten tegen elkaar uitgespeeld worden. Als zo'n ontheffing wordt aangevraagd, zie ik geen reden waarom ik daar heel lang over zou moeten delibereren. We hebben een jaar om de opbouw van die volkshuisvestingsregio's plaats te laten vinden. Volgens mij moeten we in de loop van dat jaar ook deze afweging kunnen maken.

Mevrouw De Vries-Leggedoor (CDA): Nog een keer heel kort. Er zijn al gemeenten die druk bezig zijn om te kijken hoe ze het voor volgend jaar allemaal moeten doen en welke opgaven er liggen. Daarbij is altijd de vraag aan de orde met welke corporatie zij dat kunnen doen. Als dat vrij snel zou kunnen, is dat een praktische oplossing. Als het echt een halfjaar of zoiets gaat duren, ontstaat er een lacune. Dan zou je een creatieve manier moeten vinden waardoor het proces veel sneller verloopt. Als de minister zegt dat hij bereid is om te bekijken of dat gaat, is er volgens mij een maatwerkoplossing.

Minister Blok: Zeker. Hoe eerder een corporatie die het betreft zich bij mij meldt, hoe sneller we daarmee aan de slag kunnen.

(...)

Handelingen I 2014-2015, nr. 23, item 8 - blz. 15

Mevrouw De Vries-Leggedoor (CDA): Er is gesproken over de theorie versus de praktijk en bijvoorbeeld over situaties als in Amersfoort, waarbij woningmarktregio's dan wel corporaties zich moeten terugtrekken en er dus ineens ergens een hiaat ontstaat. Als een corporatie vraagt om een ontheffing, dan vertrouwen wij erop dat de minister die zo spoedig mogelijk afwikkelt, zodat er geen gat ontstaat waardoor een gemeente niet meer weet met wie hij zijn volkshuisvestingsbeleid moet uitvoeren.

(...)

Handelingen I 2014-2015, nr. 23, item 8 - blz. 20

Minister Blok: Mevrouw De Vries vroeg of ik kon toezeggen dat ik snel een beslissing zal nemen voor regio's waar een ontheffing nodig is wanneer een niet-dominante corporatie daar toch wil gaan bouwen. Dat zeg ik graag toe.


Brondocumenten


Historie