De Minister van Economische Zaken zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Schaap (VVD), Koning (PvdA) & Terpstra (CDA), toe dat de ontwikkelingen op het gebied van landbouwkundig onderzoek na het overgangsjaar 2015 goed gevolgd blijven worden, gelet op het belang van dergelijk onderzoek.
Nummer | T02100 |
---|---|
Status | openstaand |
Datum toezegging | 9 december 2014 |
Voormalige Verantwoordelijke(n) | Minister van Economische Zaken (2012-2017) Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit |
Huidige Verantwoordelijke(n) | Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur |
Kamerleden | Drs.ir. A.L. Koning (PvdA) prof. dr. ing. S. Schaap (VVD) drs. G.H. Terpstra (CDA) |
Commissie | commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | legisprudentie |
Onderwerpen | bedrijfsleven Landbouwkundig onderzoek ontwikkelingen |
Kamerstukken | Wet opheffing bedrijfslichamen (33.910) |
Handelingen I 2014-2015, nr. 11, item 3, blz. 2-10
De heer Terpstra (CDA):
Het topsectorenbeleid voor de sector wordt tot nu toe betaald door de ondernemingen zelf, maar ook voor een groot deel door de PBO-organen. Wij hebben begrepen dat bij veel projecten de overheid de helft betaalt en de PBO-organen de andere helft. Bij het wegvallen van de PBO-bijdrage vervalt ook de bijdrage van het Rijk. De antwoorden van de regering hebben ons voor een deel gerustgesteld, met name de zin in de memorie van antwoord dat de minister soepel zal omgaan met de eis van private financiering in de overgangsperiode. Voor deze voor onze positie in de wereld als tweede exporteur zeer belangrijke innovatieve centra zouden we toch iets meer zekerheid willen horen. Kan de minister garanderen dat de opheffing van de PBO als zodanig niet schadelijk zal uitwerken op ons innovatief vermogen?
(...)
De heer Schaap (VVD):
(...)
Een ander punt is het toegepast wetenschappelijk onderzoek. Dit loopt een groot risico vanwege de wegvallende heffingen door de productschappen. Ik wijs op de sombere voorspelling van een krimpend bestand aan onderzoekers in Wageningen. Zonder deze diepte-investeringen in de agrarische sector zal onze sterke positie op mondiaal niveau zeker risico lopen. Afgewacht moet nog maar worden of de ministeriële regeling hiervoor compensatie gaat bieden. Aangezien het Rijk verantwoordelijk is voor deze dreigende kaalslag, dringt zich de vraag op of het Rijk zich niet moet inspannen om dit gat enigszins te dichten met rijksbijdragen. Ik verneem graag de opvatting van de minister hierover.
(...)
Mevrouw Koning (PvdA):
(...)
De Partij van de Arbeid had het beter gevonden als de activiteiten, gericht op onderzoek, waarover wij het net ook al hadden in een interruptiedebatje met de PVV-fractie, aan de opsomming van taken met publiek belang waren toegevoegd. Dat is de reden waarom wij in deze Kamer op verschillende momenten aandacht hebben gevraagd voor het onderzoek dat voorheen vanuit de schappen werd geïnitieerd. Het kabinet heeft in die eerdere reacties al op diverse manieren aangegeven dat het belang van onderzoek zeker gezien en erkend wordt. Er is bijvoorbeeld aangegeven dat nieuw op te richten organisaties in het kader van iGMO, die vragen om een algemeenverbindendverklaring ten behoeve van onderzoek, op een positieve reactie kunnen vertrouwen. Ik zou graag zien dat dit door het kabinet nog een keer wordt bevestigd, maar tot op heden zijn wij erg blij met die toezegging.
In de nadere inbreng stelden we vragen over de financiering van onderzoek in relatie tot de topsectoren. Ook daarover hebben anderen al wat gezegd. In de nadere memorie van antwoord is aangegeven dat de regering in 2015 in voorkomende gevallen soepel zal omgaan met de minimale private bijdrage aan onderzoek dat gefinancierd wordt door topsectoren. Ook daarvoor veel dank. Kunnen de bewindslieden aangeven hoe de overheid borgt dat na 1 januari 2015 het agrarisch onderzoek kan blijven bijdragen aan de sector? Vertrouwt zij erop dat in de toekomstige situatie het onderzoek voldoende geborgd is, zoals al eerder is gevraagd door andere sprekers.
Ik gaf het net al aan: de fractie van de Partij van de Arbeid had het passend gevonden als de onderzoeksactiviteiten van PBO's van publiek belang waren verklaard, maar wij zien nogmaals dat de bewindslieden veel belang hechten aan het onderzoek en we waarderen hun bereidheid om daarin het nodige te doen. Wij wachten natuurlijk nog even de antwoorden af, maar wij zijn zelf ook mans genoeg om het onderwerp weer ter sprake te brengen als we denken dat dit nodig is.
Handelingen I 2014-2015, nr. 12, item 3, blz. 10
Minister Kamp:
(...)
De heer Schaap vroeg of het Rijk bijdragen moet geven aan onderzoek. Ook mevrouw Koning vroeg aandacht voor het agrarisch onderzoek. De heer Terpstra vroeg of ik kan garanderen dat de opheffing van de PBO als zodanig niet schadelijk zal zijn voor het innovatief vermogen. Ik ben met de woordvoerders van mening dat de internationaal vooraanstaande positie van de Nederlandse agrarische sector mede te danken is aan het landbouwkundig onderzoek en de wijze waarop de onderzoeksresultaten door de bedrijven in de praktijk zijn toegepast. Dat onderzoek wordt mede inhoudelijk richting gegeven in de topsectoren Agri & food en Tuinbouw en uitgangsmaterialen. Ik ga ervan uit dat het bedrijfsleven in de nieuwe situatie met de invoering van die ministeriële regeling, producenten en brancheorganisaties en met mijn bereidheid om voor dit soort zaken over te gaan tot algemeenverbindendverklaring, voldoende mogelijkheden krijgt om zijn bijdrage aan de financiering van het landbouwkundig onderzoek op peil te houden. In ieder geval zal ik ook voor het overgangsjaar 2015 zorgen dat de overheidsbijdrage die er anders zou zijn gekomen, er ook dan zal zijn. Als het bedrijfsleven ook in de nieuwe situatie zijn ding doet, moet de overgang naar de nieuwe situatie ook wat dit betreft goed kunnen verlopen. Ik zal de ontwikkelingen op dit punt nauwlettend in de gaten houden. Ik deel het belang van het landbouwkundig onderzoek zoals verwoord door de woordvoerders. Ik zal zeker de ontwikkelingen na dat overgangsjaar goed blijven volgen. Uiteindelijk moet dit overeind blijven vanwege het belang van dat onderzoek.
Brondocumenten
-
behandeling Verslag EK 2014/2015, nr. 11, item 3
-
2 juli 2024
nieuwe verantwoordelijkheid: Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur -
2 juli 2024
verantwoordelijkheid verlopen: Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
13 juni 2023
nieuwe commissie: commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) -
13 juni 2023
commissie vervallen: commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (EZK/LNV) -
7 november 2017
nieuwe commissie: commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (EZK/LNV) -
7 november 2017
commissie vervallen: commissie voor Economische Zaken (EZ) -
26 oktober 2017
nieuwe verantwoordelijkheid: Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
26 oktober 2017
verantwoordelijkheid verlopen: Minister van Economische Zaken (2012-2017) -
12 september 2017
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
9 december 2014
toezegging gedaan