Plenair Van de Ven bij behandeling Deregulering beoordeling arbeidsrelaties



Verslag van de vergadering van 26 januari 2016 (2015/2016 nr. 17)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 21.56 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van de Ven i (VVD):

Voorzitter. Mijn dank geldt de staatssecretaris voor de zeer uitgebreide en zeer gedegen uiteenzetting die hij heeft gegeven over zijn inschatting hoe het de komende tijd gaat lopen onder de werking van de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties. Mijn fractie wil een heel scherpe scheiding maken tussen enerzijds handhaving en anderzijds het arbeidsrecht. Wat de handhaving betreft, was onze vraag er met name op gericht om te weten te komen, hoe de Belastingdienst kan handhaven, terwijl voor de zzp'er nog steeds een toekomst bestaat, want wij koesteren de zzp'er. Ik ga niet herhalen wat de heer Van Rij vanavond allemaal heeft voorgedragen, maar het gaat om het kader waarbinnen deze handhaving plaats gaat vinden, namelijk binnen een bestel dat ik herken vanuit het verleden: controleren op de werkvloer in het kader van de loonbelastingcontrole, formuleren van een handhavingsstrategie en op verzoek van de heer Van Rij, waarmee de staatssecretaris instemt, een verlenging van de invoeringstermijn, daarmee de ruimte biedend voor een goede aanpassing.

Het andere thema is het arbeidsrecht. Daarover hebben we vandaag van vele fracties vernomen dat dat toch wel toe is aan een herbezinning. Ik wil even zwart-wit neerzetten dat ik het gevoel heb dat hierbij een overgang van het Rijnlandse model –- de onderneming is een grote familie — naar het Angelsaksische model — een meer individuele invulling van je werk — een invulling kan krijgen. We hebben wat het laatste traject betreft helaas moeten zien dat de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid niet aanwezig was bij dat zeer belangrijke punt dat de hele discussie vandaag heeft doordesemd. Minister Asscher was onzichtbaar in dat debat, terwijl het toch gaat om een belangrijk thema waarvoor wij in eerste termijn aandacht hebben gevraagd. We hebben ons daar niet uitsluitend op gefocust, maar we hebben wel heel duidelijk willen zeggen dat het arbeidsrecht toe is aan een aanpassing, omdat de traditionele verdeling tussen werkgever en werknemer niet langer meer bestaat.

Ik ga met de wijze woorden die staatssecretaris Wiebes heeft gesproken over alle werkzaamheden die hij zich voorstelt te gaan doen als het wetsvoorstel komende week wordt aanvaard, terug naar mijn fractie. Ik vond het een zeer zinnig debat, waarvoor ik vooral de staatssecretaris dank.