Verslag van de vergadering van 22 maart 2016 (2015/2016 nr. 24)
Aanvang: 13.52 uur
Status: gecorrigeerd
Aan de orde is de voortzetting van de Algemene Financiële Beschouwingen naar aanleiding van de Miljoenennota 2016,
en de behandeling van:
de motie-Van Apeldoorn c.s. over het terugdringen van de armoede onder kinderen in Nederland (34300, letter P).
De voorzitter:
De heer Van Apeldoorn heeft in de vergadering van 1 maart jongstleden het verzoek gedaan voor een korte heropening van de Algemene Financiële Beschouwingen, aangezien hij een eerder aangehouden motie in gewijzigde vorm wil indienen. Die aangehouden motie inzake de bestrijding van armoede onder kinderen in Nederland, werd oorspronkelijk ingediend tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen van 17 november jongstleden en is nadien aan de orde geweest tijdens een mondeling overleg met de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Ik heet de staatssecretaris welkom.
De beraadslaging wordt heropend.
(Zie vergadering van 17 november 2015.)
De heer Van Apeldoorn i (SP):
Voorzitter. Tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen heb ik namens mijn fractie op 17 november jongstleden een motie ingediend over armoede onder kinderen in Nederland. In de motie werd geconstateerd dat het aantal arme kinderen in Nederland ondanks inspanningen van het kabinet zo veel jaar na het begin van de crisis nog steeds toenam. Dat is een constatering die door een rapport van het CBS van afgelopen december nog eens bevestigd werd. De motie riep de regering op te laten onderzoeken hoe we tot een effectiever beleid zouden kunnen komen om kinderarmoede terug te dringen. De motie is aangehouden teneinde nog een nader overleg met de staatssecretaris mogelijk te maken. Dat mondeling overleg heeft de dag voor het kerstreces plaatsgevonden. Na dit positieve gesprek is er ook nog overlegd met andere fracties. Er is informeel met de staatssecretaris gesproken. Ook is er met de voorzitter van de Sociaal-Economische Raad gesproken, nadat het idee geboren was om het gewenste onderzoek mede door de raad te laten uitvoeren. Op basis daarvan wil ik thans de licht gewijzigde motie in derde termijn indienen.
De voorzitter:
De motie-Van Apeldoorn c.s. (34300, letter P) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat volgens de meest recente gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek meer dan 400.000 kinderen in Nederland in armoede leven;
constaterende dat ondanks de inspanningen van het kabinet het aantal arme kinderen in Nederland de afgelopen jaren verder is gestegen;
constaterende dat met name het aantal kinderen dat moet opgroeien in langdurige armoede relatief sterk is gegroeid;
overwegende dat in een rijk land zoals Nederland het moeilijk te accepteren is dat kinderen in armoede moeten opgroeien;
verzoekt de regering, de Sociaal-Economische Raad te vragen om, samen met het Sociaal en Cultureel Planbureau, te adviseren over hoe een samenhangend beleid te voeren teneinde de armoede onder kinderen in Nederland verregaand terug te dringen;
verzoekt de regering tevens om op basis van dit advies zo spoedig mogelijk met voorstellen te komen tot verdere terugdringing van armoede onder kinderen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Deze gewijzigde motie is ondertekend door de leden Van Apeldoorn, Ester, Vos, Teunissen, Kox, Elzinga en Ten Hoeve.
Zij krijgt letter AB, was letter P (34300).
Wenst een van de leden in de derde termijn nog het woord? Ik constateer dat dat niet het geval is. Ik geef het woord aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voor een reactie op de gewijzigde motie van de heer Van Apeldoorn. Ik heb een prachtig nieuw display en moet even kijken welke knop ik voor deze microfoon moet intoetsen.
Staatssecretaris Klijnsma i:
Voorzitter. Ik bedank allereerst natuurlijk de heer Van Apeldoorn voor het, samen met zijn medeondertekenaars, indienen van deze motie. Ik bedank ook de leden van de Eerste Kamer die aanwezig waren bij de hoorzitting over dit belangrijke punt van aandacht. Eigenlijk zegt de hele Eerste Kamer, en overigens ook de Tweede Kamer, dat het niet zo kan zijn dat kinderen in Nederland in armoede opgroeien. Alles wat je daartegen kunt doen, moet je absoluut niet laten. Het kabinet heeft natuurlijk al een aantal zaken gedaan. We hebben structureel 100 miljoen per jaar om armoede in Nederland te bestrijden. Dat doen gemeenten met verve. De Kinderombudsman heeft natuurlijk aanbevolen om kindpakketten te maken. Je ziet dat steeds meer gemeenten dat doen. Dat is heel plezierig. Ik heb de Kinderombudsman gevraagd om vervolgonderzoek te doen. Ook dat gaat nu geschieden. De Eerste Kamer vraagt om bovenop dat onderzoek de SER en het Sociaal en Cultureel Planbureau te vragen om nog eens echt alle experts op dit punt bij elkaar te zetten. Dat is een goed plan. Ik heb natuurlijk even contact gehad met de SER en het Sociaal en Cultureel Planbureau. Daar is veel expertise. Het is prima om die expertise te bundelen om op dit punt ook deze instituties af te tappen, als ik me zo mag uitdrukken. Ik laat het oordeel over deze moties dus aan de Kamer.
De beraadslaging wordt gesloten.