Plenair Engels bij behandeling Aanvulling spreekrecht slachtoffers



Verslag van de vergadering van 5 april 2016 (2015/2016 nr. 26)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 16.53 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Engels i (D66):

Mevrouw de voorzitter. Ik dank de minister voor zijn uitvoerige reactie. Hij heeft zich kranig geweerd, als ik het zo mag zeggen. Ik zeg er onmiddellijk bij dat ik niet de indruk heb — ik vermoed dat dat ook voor de minister geldt — dat wij veel nieuwe gezichtspunten hebben gewisseld. Dan komen wij dus uiteindelijk over de weging te praten.

Voor mijn fractie is de kern van dit wetsvoorstel de balans in de strafvordering. Daarbij zijn de autonome, magistratelijke rol en positie van het Openbaar Ministerie van belang, maar vooral ook een onafhankelijke rol en positie van de rechter. Dit wetsvoorstel heeft voor mijn fractie een aantal problematische kanten. Het gaat dan vooral over het spreekrecht over de strafmaat. Dat onderdeel van het spreekrecht zou de balans mogelijk kunnen verstoren. Ik ben er zelf in ieder geval nog niet gerust op. Daarmee trek je als het ware langzamerhand, misschien formeel nog niet maar feitelijk wel, het slachtoffer en nabestaanden verder in het strafproces. Ik heb goede nota genomen van een aantal opmerkingen waaruit blijkt dat de nadruk op het vergeldingsaspect een extra accent krijgt. Ik heb dat niet zozeer van de minister gehoord, als wel van een aantal collegae. Ik vind dat een zorgelijk punt. Wat ik ook een zorgelijk punt vind is dat er niet formeel, maar feitelijk druk lijkt te gaan ontstaan op de motiveringsplicht van de rechter. Het schijnt voor een rechter moeilijk te zijn om zich aan die beïnvloeding door slachtoffers en nabestaanden te onttrekken. Ik zal met mijn fractie in beraad gaan over de vraag welk oordeel wij volgende week zullen geven over het wetsvoorstel.